Rijksontvanger heeft lak aan zondagsrust
Geplaatst op: 3 mei 2020 Hoort bij: Geschiedenis 3 reactiesMen leest in de Winschoter Ct.:
Te Beerta, het vrijzinnige Beerta — waar de heer Rijksontvanger zóó liberaal is, dat hij de aanslagbilletten voor de personele belasting telkenjare op Zondag bij de belastingschuldigen laat rondbrengen, zooals, tot ergernis van sommigen, nu ook weer gister is geschied — vraagt men of ZEd. ook verpligt is op den dag des Heeren het bedrag der aanslagen in ontvangst te nemen?
Bron: Dagblad van Zuid-Holland en ’s Gravenhage 6 juli 1875. Het berichtje werd een paar dagen later nog overgenomen door De Standaard, het antirevolutionaire blad van Abraham Kuyper. Mogelijk had ook het genoemde Dagblad een confessionele signatuur.
Commentaar: Het berichtje is van belang omdat het iets zegt over de verhoudingen in Beerta: de vrijzinnigen hadden er de absolute meerderheid, maar de confessionelen lieten niet alles over hun kant gaan. De rijksontvanger die lak had aan de zondagsrust was waarschijnlijk Roelof Johannes Jannette, geboren 1827 te Ravestein (N.Br.) en overleden in 1890 te Beerta, waar hij ook begraven ligt. Dat is bijzonder, want na de kritische noot in de kranten moet Jannette door de belastingdienst verplaatst zijn naar Drachten. Daar ontmoette Von Weiler hem, die Jannette omschreef als een “potsierlijk mannetje, die een goed figuur zou hebben geslagen in de Pickwick-club”.

In het confessionele Drachten zal hij indertijd ook niet met open armen zijn ontvangen, lijkt me.
Ik begrijp de data niet helemaal. Als R.J. Janette op 6 juli 1875 zo vrijmoedig was om de aanslagen op zondag bij belastingplichtigen in de brievenbus te doen waarom is hij dan op 8 april 1886 verplaatst van Drachten naar Beerta (Bron: Alg Handelsblad van 8-4-1886) en waarom is hij dan in Beerta begraven, na zijn overlijden op 22 juni 1890.
Ik denk dat hij al eerder (bijvoorbeeld tijdelijk) verplaatst is, maar kon er helaas niet goed de vinger op leggen bij gebrek aan jaarboekjes van rijksambtenaren uit deze jaren op bijv. Google Books.