Baksteen uit De Helle voor Groninger kerken

Kaartje van De Helle (nu Terheijl) en omgeving in de Middeleeuwen, gemaakt door alle latere toevoegingen, zoals Nienoord, de veenkolonie Leek en Nietap, te verwijderen uit een kaartje dat Beckeringh ca 1750-1760 vervaardigde. NB: de oriëntatie is de omgekeerde van de gebruikelijke: zuid is hier boven en noord is onder. Je moet dus als het ware kijken vanuit Nienoord, dat onderaan het kaartfragment stond, maar dat is weggepoetst.

De Helle lag op Drents grondgebied in de hoek tussen enerzijds de landweg Roden-Tolbert/Midwolde en anderzijds het grensriviertje De Lek tussen Drenthe en het het Vredewold. Dat was in the middle of nowhere. De dichtstbijzijnde nederzettingen waren de buurtschap De Zulthe onder her kerspel Roden aan de Drentse kant en Tolbert/Midwolde aan de Vredewoldster kant. Deze uithoek bestond tot ongeveer 1300 voornamelijk uit een onontgonnen wildernis van hoog- en laagveen en heide.

De reden dat het grote klooster Aduard destijds hier een uithof vestigde, was, zoals bekend, dat er aan de oppervlakte potklei gevonden werd, terwijl er ook turf kon worden gewonnen. Met de turf verbakten de bewoners van de uithof in veldovens de potklei tot bakstenen en dakpannen, waarmee bijvoorbeeld de prachtige romanogotische kerken van Groningerland werden gebouwd.

De uithof van De Helle was geheel en al georiënteerd op Aduard in het noorden, zoals je ook kunt zien aan het doodlopen in het veen van een weg naar het zuiden (nu de Scheperij). Via het dichtstbijzijnde bevaarbare punt van de Lek – misschien bij de boerderij Romen, of anders nog wat dichterbij het Zulthermeer (nu Leekstermeer) – en verder het Leekstermeer, de Munnikevaart en de Gave bij Oostwold, de Zuidwending, het Aduarderdiep en de Lindt gingen de producten naar Aduard, waar ze werden gebruikt en verhandeld.

In 1807 is uithof De Helle allang veranderd in een havezate of buitenhuis Terheijl, dat intussen ook aanzienlijk uitgebreid en verfraaid werd, maar een lijstje van de dan door de eigenaar zelf geëxploiteerde percelen (Drents Archief OSA 1513), laat zien hoe het verleden nog in de veldnamen voortleeft. Bij het Huis Ter Heyl en zijn hoven en singels horen dan:

  • De Duivekamp, bos(s)ie en Osseboerskamp
  • De Rutsche camp
  • De Vagevuur kamp
  • De Tichel kamp
  • De Sante(e)’s kampen
  • Leekster veld
  • 4 campen bij de Nietap
  • ’t Zuyderveld en -veen
  • 10¾ waaren (aandeken) in ’t gescheyden veen
  • ’t Baggelveld

De onderstreepte namen, komen ook voor op de veldnamenkaart van Wieringa, ca. 1970 (zie HisGis). Opvallend zijn het Vagevuur (dat als het ware reageert op De Helle, ooit een schansje)  en de Tichelkamp, een plek waar potklei zal zijn gewonnen. Het Leeksterveld, het Zuiderveld, het Baggelveld en de naamloos gescheiden venen hebben te maken met de winning van turf. Toch zullen deze venen niet allemaal al in de Middeleeuwen in exploitatie zijn genomen. Het Zuiderveld ten zuidwesten van De Helle, en het |Leeksterveld even over de provinciegrens kwamen pas veel later aan snee. Het Baggelveld, dichter bij de uithof, heeft dan wat betere papieren, ook omdat baggelen duidt op laagveenderij (vanonder de grondwaterspiegel vandaan), die een turf met een hogere calorische waarde voor de steenbakkerij opleverde. Verder lijken ook de Santeekampen – overgenomen van of gepacht door de ondernemersfamilie Santee – een aanwinst uit een veel jongere periode, ik schat tweede helft achttiende eeuw..

Een Jan Smit bracht in 2012 de hem bekende veldnamen van Terheijl e.o. in kaart (pdf) voor Staatsbosbeheer:

NB: dit kaartfragment heeft wel weer de gewone noordzuidoriëntie. Afgezien van het Zuiderveld, het  Leeksterveld en het Baggelveld, maar inclusief de diverse in 1807 ongenoemd gebleven Hellen, liggen de in 1807 genoemde percelen in een  opstrek tegenover het huis, zeker als we de Santeekampen niet meerekenen. Met de kampen onmiddellijk ten westen en zuiden van het huis die in 1807 evenmin worden genoemd (Olle Tuun, Heerskamp, Klaverkamp) en  met de eveneens ongenoemde Klaaiedobben, de Voorste Ganzenkamp en wellicht het Baggelveld aan de westkant moeten ze behoord hebben tot de middeleeuwse uithof De Helle, waar dus die kloostermoppen vandaan kwamen voor onze prachtige oude Groninger kerken.

 


2 reacties on “Baksteen uit De Helle voor Groninger kerken”

  1. Attie schreef:

    Leuk om te lezen.

  2. René Ruiter schreef:

    Doevekamp was voor schrijver en regisseur Teun Minses inspiratie voor een verhaal: https://youtu.be/W9XbugOEbV4


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.