Het klapgeld van de Bonte Brug

Tussen 1662 en 1694 werd er ‘klapgeld’ geheven op of bij de toen vrij nieuwe Bonte Brug buiten  Kleinpoortje over het Schuitendiep (nu Oude Winschoterdiep). Getuige een resolutie beschouwde het stadsbestuur dit klapgeld als een soort van tol. Of de heffing (turf)schepen gold waarvoor de brug omhoog moest, en/of passanten die over de brug kwamen, is me nog onbekend, evenals de tarieven. Die hoop ik binnenkort nog eens te achterhalen in de bijlagen bij de stadsrekeningen.

Wel noteerde ik uit de stadsrekeningen ooit de bedragen, waarvoor de inning van het klapgeld ieder jaar verpacht werd, wat gebeurde op afmijningen (veilingen bij afslag in plaats van opbod). De gerealiseerde pachtsommen weerspiegelen derhalve de verwachtingen die de kandidaat-pachters hadden van de sommen die ze in het komend jaar bij elkaar zouden weten te innen. Of het nu om veenkoloniale schepen ging dan wel passanten te voet of te paard – die verwachtingen hingen samen met schatting die de kandidaat-pachters hadden van de verkeersintensiviteit bij de klapbrug en hoe die zich in het komende jaar zou gaan ontwikkelen. Bij een stijging van de pachtsommen werd een groei van die verkeersintensiviteit verwacht, bij een daling een vermindering. Hier dan de grafiek van die pachtsommen (blauwe staafjes nominale opbrengsten, rood voortschrijdende vijfjaarlijkse gemiddelden). 

Te zien is dat de pachtsommen in de jaren 1660 nogal fluctueren, wat mogelijk ook komt doordat het een vrij nieuwe heffing was, waarbij de gegadigde exploitanten nog niet goed een raming konden maken van kosten (de pachtsom plus loon van eventueel inningspersoneel) en baten (de geïnde sommen),

In elk geval is de trend in de jaren 1660 een dalende. De jaren 1670-1672 waren duidelijk geen beste, integendeel, de minste van de hele periode. Als de oorlog van 1672 door zou spelen in de biedingen voor 1673, dan zou de pachtsom van dat jaar minstens even laag geweest zijn als die van de voorgaande jaren, maar dat is dus niet zo: de opbrengst in de stadsrekeningen stijgt en blijft stijgen. Vanaf 1678 wordt deze zelfs hoger dan in de jaren 60. Na 1688 is de groei voorbij en in 1694 wordt het klapgeld weer afgeschaft.

Als de verkeersintensiviteit, zoals ik vermoed, een afspiegeling is van de veenkoloniale economie, dan ging die weer groeien in de jaren 1673-1688. Daarna is er een recessie. De crisis van het rampjaar 1672 heeft hier niet zo lang doorgewerkt.


One Comment on “Het klapgeld van de Bonte Brug”

  1. […] Het klapgeld van de Bonte Brug (Groningen). […]


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.