Een wagen vol met jonge wijven
Geplaatst op: 6 september 2023 Hoort bij: Familie, Westerkwartier Een reactie plaatsenFoto uit de nalatenschap van mijn moeder, die zelf op de kar zit, als tweede van links (onder het oranje pijltje). De foto is gemaakt bij de openbare lagere school aan de Frankrijkerlaan in Zuidhorn en dateert waarschijnlijk van 8 september 1936, de verlovingsdag van prinses Juliana en Bernhard von Lippe Biesterveld. ‘Bloeie het oranjehuis’ staat op het bord boven de wagen. Waarschijnlijk hebben de meisjes donkergroene jurkjes aan, waarmee de (deels) oranje balonnen mooi contrasteren. Wellicht hebben ze collectief bij een opvoering onderweg nog een liedje gezongen. Of dat een beetje zuiver klonk, betwijfel ik. Mijn moeder was toen vijf jaar oud en een vroege leerling, de andere meisjes zullen zo te zien iets ouder zijn geweest.

De lokatie werd onlangs achterhaald door Joop Cley, die me vertelde dat de foto ook op de website ‘Zuidhorn in beeld‘ staat met vrijwel alle namen erbij. Het voert me te ver om die hier allemaal te reproduceren, maar een paar wil ik toch wel noemen. Rechtsboven zit juffrouw Dijkstra. De beide andere volwassen vrouwen zullen klassemoeders geweest zijn, die mee hebben geholpen bij het aankleden van de meisjes en het met loof en dennegroen opsieren van de kar. Het meisje dat rechtsonder staat (boven het groene pijltje) heet Riek Birza en de Historische Kring Zuidhorn zette begin dit jaar een interview met haar over haar oorlogsherinneringen op Youtube.
Maar het intrigerendst is de man op de bok van de wagen. Door zijn schitterend witte uniform en het achterliggende transformatorhuis met “levensgevaarlijk hoge spanning” dacht ik in eerste instantie dat het ging om een employé van de vestiging te Briltil van de Leeuwarder IJs- en Melkpoederfabrieken, oftewel de LIJEMPF. De man zou wel melkrijder of ijsboer voor die fabriek zijn, dacht ik.
Met de naam, zoals Zuidhorn in beeld die geeft, krijgen we via Alle Groningers wat meer over hem te weten. Deze Pieter Geerligs was in 1896 geboren in Sebaldeburen en woonde bij zijn trouwen in 1917 nog in Oldekerk. Nadien was hij naar Zuidhorn verhuisd, waar hij van beroep veranderde: van arbeider werd hij koopman. Dat kon natuurlijk van alles zijn, maar hij noemt zich in 1938, als hij een turfvoerwerk overneemt, chauffeur. In 1939 was hij groenteventer, maar voor de begrafenisvereniging bracht hij met zijn paard en wagen ook lijkkisten naar het kerkhof. In die rol moet hij vrij veel te maken hebben gehad mrt mijn overgrootvader Hindrik Vondeling, die bode en leedaanzegger voor die vereniging was. In 1945 heet Geerligs nog steeds voerman. Zijn paard en wagen zette hij dus voor vele doeleinden in, maar venten met consumptie-ijs van de LIJEMPF zat daar niet bij. Zo kan je je vergissen, enkel door een uniform.

Recente reacties