Rijk dorp, arm dorp in het Westerkwartier

Bij toeval stuitte ik op een lijst van kerspelen in het Westerkwartier, met de bedragen die deze in 1808 dienden te leveren bij een landelijke “repartitie” van 3 miljoen gulden.

Hoe deze bedragen tot stand kwamen, is me onbekend. Waarschijnlijk ging het – zoals meestal in de Napoleontische era – top-down en is er landelijk eerst een bedrag per departement bepaald, waarna men binnen het departement een verdeling over de landschappen en hun kerspelen opstelde. Er zal veel over geredekaveld zijn in achterafkamertjes. Bestuurders die onder het Ancien Régime al ervaring opdeden met vergelijkbare fiscale verdelingsvraagstukken (“quotisaties”) zullen hun invloed hebben doen gelden.

De sommen die ze voor het Westerkwartier per kerspel bepaalden, heb ik gerangschikt van laag naar hoog en vervolgens gedeeld op het aantal inwoners naar de volkstelling van 1795, om aan een gemiddeld bedrag per kerspelbewoner te komen. :

Som in repartitie 1808KerspelInwoners Vt 1795Gemiddeld/inwoner
150Opende1910,79
175Nuis1920,91
175Noordwijk + Lucasw.2160,81
200Sebaldeburen2190,91
200Oostum633,17
200Lagemeeden1011,98
225Lettelbert1821,23
250Oostwold1062,36
250Leek10700,23
250Niebert2411,04
250Faan723,52
275Marum3510,78
300Niekerk2731,10
300Dorkwerd1192,52
300Aduard3600.83
325Niezijl3251,00
350Saaksum1482,36
350Oldekerk2691,30
350Leegkerk2031,72
450Wierum1832,46
425Feerwerd2311,84
425Grootegast5820,90
450Fransum1273,54
450Tolbert4760,95
475Midwolde2172,19
550Garnwerd4431.24
550Doezum4361,26
700Lutjegast3961,77
750Hoogkerk2902,59
800Hogemeeden1954,10
900Ezinge4162,16
900Den Ham2373,80
1000Visvliet + Pieterzijl5012,00
1050Zuidhorn5851,79
1100Noordhorn5502,00
1200Niehove5192,31
1800Oldehove5873,07
2500Grijpskerk + 3 Waarden6603,79

De belastingdruk bij deze repartitie liep dus nogal uiteen van kerspel tot kerspel. De laagste sommen beurde het Koninkrijk van de kerspelen in het zuidelijk Westerkwartier nabij de grens met Friesland: Opende, Nuis, Noordwijk en Lucaswolde en Sebaldeburen. De hoogste sommen kwamen van Grijpskerk, Oldehove en Niehove. De gemiddelden per inwoner in de laatste kolom, vielen eenvoudig te klasseren:

  • laag: minder dan een gulden.
  • middelmatig: van één tot drie gulden
  • hoog: drie gulden of meer.

De middelmatige bijdragen buiten beschouwing latend, heb ik de kerspelen met lage gemiddelden op het volgende kaartje groen gemerkt en de relatief rijke goudgeel:

De kerspelen met lage gemiddelde bijdragen, zaten op één na allemaal in het zuidelijke Westerkwartier (“onder het Hoendiep”): zand en veen, met gemengde bedrijven van relatief kleine boeren en nog vrij veel woeste grond. De hoge gemiddelde bijdragen per inwoner kwamen van de klei, waar de boerderijen in doorsnee wat groter waren en de boeren een stuk rijker.



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.