Oosterdijkshorn, thans vaker Dijkshorn

Wilde enkele boerderijen in de buurt checken op paardensteentjes, maar dat bleek een vergeefse missie. Daarom de omgeving van Dijkshorn maar eens verkend.

Westerdijkshorn bij Bedum bestaat nog steeds voluit, en is bij menigeen bekend vanwege zijn eenzame toren zonder kerk. Oosterdijkshorn heeft kerk noch toren. Anders dan de zusterbuurtschap was het een verkeersknooppunt. Qua water had het een kruispunt van het Damsterdiep met enerzijds het Westerwijtwerdermaar, en anderzijds het Lustigemaar, een altijd tot enige blijmoedigheid stemmende naam. Verder kwam de Stadsweg erlangs tussen Ten Boer en Ten Post, met een klap (ophaalbrug) over de Westerwijtwerdermaar. Tegenwoordig kan je er ook nog banjeren langs een Banjerpad.

Boven en onder het Westerwijtwerdermaar richting het westen. Het dichtste bij zit de Stadswegklap. Daarachter is het Oosterdijskhornerverlaat nog net zichtbaar.

Dat verlaat is de grootste bezienswaardigheid in het huidig tijdsgewricht, nu er veel minder verkeer langs weg en water komt. Bedrijvigheid? Aan het overkant van het Damsterdiep zit Ruigstaal, het bedrijf van een kunstenaar die beelden maakt van cortenstaal:

Van staal zijn ook de twee ‘stoneyschuiven‘ van het Oosterdijkshornerverlaat:

De passerende scheepjes moesten niet een al te hoge deklast hebben, wilden ze onder de schuiven door kunnen. Dergelijke verlaten waren ooit vrij algemeen, nu zie je ze zelden meer ondat ze vervange zijn door sluizen met deuren tussen de waterpeilen:

Bij het nogal mager uitgevallen verlaatsmeestershuisje (ooit waren dat algemene, vaak goed beklante kroegen) hangt een bord met de tarieven van 1941 in het publicatiekastje: iedere doorvaart door het verlaat kostte de schipper 0,4 cent per ton , met een minimum van 30 cent voor trek- en duwboten die voorzien waren van een mechanische krachtinstallatie. Een vlot houtbalken kosstte 2 cent per balk. Kleine bootjes zonder mechanischevoortstuwing of motor waren vrijgesteld van het verlaatsgeld.

In de oorlog werd een van die opstaande schuifgeleiders door een Spitfire beschoten en getroffen, een feit dar het latere voortbestaan van dit Engelse erfgoed geenszins bevorderd heeft. Bij de restauratie van 2011 werd het memorabele gat door de aannemer verwijderd:

De Dijkshorner klap in de Stadsweg:

Aan de andere kant van het Damsterdiep zien we zo’n zwaar belast opduwertje:

Grazige weiden in de contreien:

Terug via de vrij drukke Stadsweg door Ten Boer:

Dodge vrachtwagen bij een vroeger onderkomen van gemeentewerken? Het kenteken lijkt van voren met een I aangevuld. Houden we het op A 1948, dan was het ooit van een graanhandelaar Vonck in de stad Groningen.


One Comment on “Oosterdijkshorn, thans vaker Dijkshorn”

  1. Attie. schreef:

    Mooie foto’s, de Dodge vrachtwagen is leuk, de Dijkshorner klap met mooi vergezicht.


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.