De Werdegang van de Palestijnensjaal
Geplaatst op: 24 november 2023 Hoort bij: autobio, De actuele wereld 2 reacties
Hoorde onlangs dat er in Duitsland voorstellen waren gedaan om de palestijnen-, Palestina-, Arafat- of PLO-sjaal (kefiah) te verbieden.
In België vroeg de politie al aan demonstranten om dit kledingstuk af te doen, dan wel te bedekken..
Het kan raar gaan: midden jaren zeventig kwam de kefiah in de mode bij linksradicale, maar nauwelijks partijgebonden types zoals je die zag bij derdewereldsolidariteitsmanifestaties en -demonstraties. Echt veel waren het er nog niet. Een impuls kreeg het gebruik, toen de sjaal rond tachtig ingang vond bij krakers en hun sympathisanten. Langzamerhand verdween echter de politieke symboolfunctie en kwam het kledingstuk in de mode bij mensen die er geen enkele politieke bedoeling mee wilden uitdragen en voor wie de kefiah slechts een commerciële commoditeit als alle andere mode-artikelen was.
Aan dit ’neutrale’ gebruik is nu dan ook een eind gekomen. Hoewel de zwartwitte versie minder met Hamas, dan met de nationalistische PLO te maken had (islamistische types droegen, meen ik, een groene versie, terwijl de rode weer in gebruik was bij socialistische volksfronters), lijken zulke subtiele verschillen nog niet doorgedrongen tot de tegenstanders die er hoe dan ook van gruwen en al die sjaals, van welke kleur dan ook, over één kam scheren.
Zelf heb ik een zwartwitexemplaar uit 1987, dus al 36 jaar. Duurzaam dingetje!
Ik kreeg hem van mijn broer die naar Israël was geweest, en hem in Oost-Jeruzalem had gekocht. Niet bij een Palestijnse neringdoende hoor, maar nota bene bij een joodse koopman. Die daarmee dus Palestijnse symboolpolitiek bevorderde. Hij is nog helemaal intact, er zit geen scheur of gat in. Al is de stof door alle wasbeurten sindsdien hier en daar wel wat dunner geworden. Maar door de laagjes zit hij in gevouwen toestand nog steeds erg lekker, en al zie ik mij er niet zo gauw mee demonstreren, ik blijf hem, mede vanwege de curieuze herkomst, gewoon dragen. Zij het niet diagonaal gevouwen, zoals meestal bij kefiahs, maar gewoon rechttoe-rechtaan, zoals je bij een Nederlandse sjaal van zo’n formaat zou doen.
Hoe Coco spel afdwingt
Geplaatst op: 24 november 2023 Hoort bij: Dieren Een reactie plaatsenElke ochtend, als ik mijn eerste koppen koffie gedronken heb en het getwitter alweer een beetje beu begin te worden, knikt er gekrabbel aan de deur van mijn studeerkamer. Het is Coco, die haar bedoeling kracht bijzet met klaaglijk gemieuw. Ze mag daar niet binnen komen, maar wacht rustig tot ik naar buiten kom, en trippelt dan naar het poezenspeeltje van haar keuze. De bedoeling is dat ik haar volg. Als ik bij het epeeltje van haar keuze arriveer, gaat haar kop omhoog: of ik met haar spelen wil. Haar zus Mimi, anders haantje de voorste, voegt zich meestal bij ons als we al even aan de gang zijn, bijvoorbeeld met een prop zilverpapier of met de touwtjes:




Bie ol scheerboas ien Tolbert
Geplaatst op: 19 november 2023 Hoort bij: Geschiedenis, Hoogkerk, Westerkwartier 6 reacties
Op de zolder van museumboerderij Cazemier annex Oudheidkamer Fredewalda in Tolbert staat een fors ‘kappersmeubel’, dat in de vorige eeuw dienst heeft gedaan in opeenvolgende Tolberter kapperszaken. Oorspronkelijk was het van een familie Boersma, die viavia van Vierverlaten bij Hoogkerk kwam waar ze het stationskoffiehuis uitbaatte, een établissement dat op zijn inventarris in 1927 nog steeds een kappersstoel had staan. De neringen van kapper en tapper gingen destijds niet alleen daar samen. Ook in Tolbert bleken het niches.
Het kappersmeubel zal van ongeveer 1900 dateren:

Bij die vierkante laadjes vroeg ik me af wat erin heeft gezeten; kappersblaadjes zoals in de jaren 60 De Lach? Of ‘kapotjes’ die onder de toonbank werden verkocht?
Heuker was zowel dames-als herenkapper. Bijbehoren zoals deze – iets waarmee je droogkappen aanstuurt, dunkt me:

Scheerbekken:

Onderdeel van droogkap:

Het kappersmeubel van opzij. Vooraan ligt een föhn? Het ding boezemde sommige kinderen nogal vrees in.:

Haarsnijmachinetje of tondeuse op handkracht van een degelijk Duits merk uit de befaamde messenstad Solingen:

Het briefje dat kapper Heuker ophing als zijn aanwezigheid even buiten de zaak gewenst was:

Het kappersmeubel van Heuker en zijn voorgangers vormde gisteren de aanleiding voor een goed bezochte donateursmiddag van Fredewalda. Deze lokaal-historische stichting had onder de titel ‘Bie de scheerboas’ een soort van bonte avond in elkaar gezet, met een historische, deels autobiografische lezing over ontwikkelingen in het kappersvak, lokale zangeressen, een schetsje van Max Douwes uit de RONO-serie Mans Tierelier en zien dwaellicht deur Drenthe, en een tweedelige film van Tjerk Bekius over het Tolberter kapperswezen. Tot besluit van dit programma zongen de ruim honderd aanwezigen staande enige coupletten van het Tolberter volkslied.
Na de Boersma’s was het kappersmeubel dus het eigendom van kapper Gerrit Heuker. Hij kwam in 1943 als jongmaatje/kappersbediende in de zaak van Boersma en leerde daar het vak, om midden jaren 50 als theoretisch en practisch volleerd grootknecht de zaak over te nemen. Meermalen verhuisde Heuker binnen Tolbert, om uiteindelijk tegenover de hervormde kerk terecht te komen. Toen hij er in 1993 mee ophield, had hij geen bedrijfsopvolger en dreigde het kappersmeubel verloren te gaan, maar kwam het via dorpsgenoten bij Fredewalda terecht. Als ik het goed begrijp was zelfs het eerste object in haar collectie.
Vroeger lieten arbeiders zich twee keer per week scheren, leerde ik uit de lezing. De openingstijden van de kapsalon waren tegen het weekend wat ruimer dan nu, begreep ik ook. Formeel was Heuker nog tot 9 uur op zaterdagavond open. Dan ging de deur op slot, maar de mannen die dan al binnen waren, konden zich nog tot ver na die sluitingstijd laten scheren. Als allerlaatste kwam dan de dominee aan de beurt, die er zondagochtend bij de preek immers piekfijn uit moest zien.
In Tolbert waren er voor en in de oorlog zeker drie kapperszaken: namelijk die van de families Hovinga, Wagenaar en Boersma. Drie kappers op een bevolking van ruim 3000 zielen, dat lijkt veel (1 kapper op ruim 1000 inwoners) en in dit verband vroeg ik mij af, of de verzuiling ook nog een rol speelde. Bediende elke kapper misschien de eigen zuil – hervormd, gereformeerd of vrijgemaakt? En kon je aan de kapsels dan de gezindheid zien? Helaas bleven die vragen onbeantwoord.
In elk geval mocht bij Heuker niet over geloof of politiek gesproken worden, onderwerpen die immers ook bij uitstek geschikt zijn om twist en tweedracht te veroorzaken. Verder was het de bedoeling dat de meer persoonlijke zaken niet buiten de salon kwamen en sub rosa bleven. De kinderen van de kapper kregen dit ook al vroeg ingeprent.
Nieuw uithangbord uit oude tabakszak
Geplaatst op: 14 november 2023 Hoort bij: Kunsten, Stad toen 2 reactiesDe mensen van Stoer Staal & Hout hebben voor mij het beeldmerk en uithangbord (ca. 1800) van tabakskoopman Jan A. Oosterhoff uit de Oosterstraat geëmuleerd uit zwart gecoat plaatstaal van 2 mm dik. Ben bijzonder ingenomen met het resultaat:

Rijk dorp, arm dorp in het Westerkwartier
Geplaatst op: 1 november 2023 Hoort bij: Geschiedenis, Westerkwartier Een reactie plaatsenBij toeval stuitte ik op een lijst van kerspelen in het Westerkwartier, met de bedragen die deze in 1808 dienden te leveren bij een landelijke “repartitie” van 3 miljoen gulden.

Hoe deze bedragen tot stand kwamen, is me onbekend. Waarschijnlijk ging het – zoals meestal in de Napoleontische era – top-down en is er landelijk eerst een bedrag per departement bepaald, waarna men binnen het departement een verdeling over de landschappen en hun kerspelen opstelde. Er zal veel over geredekaveld zijn in achterafkamertjes. Bestuurders die onder het Ancien Régime al ervaring opdeden met vergelijkbare fiscale verdelingsvraagstukken (“quotisaties”) zullen hun invloed hebben doen gelden.
De sommen die ze voor het Westerkwartier per kerspel bepaalden, heb ik gerangschikt van laag naar hoog en vervolgens gedeeld op het aantal inwoners naar de volkstelling van 1795, om aan een gemiddeld bedrag per kerspelbewoner te komen. :
| Som in repartitie 1808 | Kerspel | Inwoners Vt 1795 | Gemiddeld/inwoner |
| 150 | Opende | 191 | 0,79 |
| 175 | Nuis | 192 | 0,91 |
| 175 | Noordwijk + Lucasw. | 216 | 0,81 |
| 200 | Sebaldeburen | 219 | 0,91 |
| 200 | Oostum | 63 | 3,17 |
| 200 | Lagemeeden | 101 | 1,98 |
| 225 | Lettelbert | 182 | 1,23 |
| 250 | Oostwold | 106 | 2,36 |
| 250 | Leek | 1070 | 0,23 |
| 250 | Niebert | 241 | 1,04 |
| 250 | Faan | 72 | 3,52 |
| 275 | Marum | 351 | 0,78 |
| 300 | Niekerk | 273 | 1,10 |
| 300 | Dorkwerd | 119 | 2,52 |
| 300 | Aduard | 360 | 0.83 |
| 325 | Niezijl | 325 | 1,00 |
| 350 | Saaksum | 148 | 2,36 |
| 350 | Oldekerk | 269 | 1,30 |
| 350 | Leegkerk | 203 | 1,72 |
| 450 | Wierum | 183 | 2,46 |
| 425 | Feerwerd | 231 | 1,84 |
| 425 | Grootegast | 582 | 0,90 |
| 450 | Fransum | 127 | 3,54 |
| 450 | Tolbert | 476 | 0,95 |
| 475 | Midwolde | 217 | 2,19 |
| 550 | Garnwerd | 443 | 1.24 |
| 550 | Doezum | 436 | 1,26 |
| 700 | Lutjegast | 396 | 1,77 |
| 750 | Hoogkerk | 290 | 2,59 |
| 800 | Hogemeeden | 195 | 4,10 |
| 900 | Ezinge | 416 | 2,16 |
| 900 | Den Ham | 237 | 3,80 |
| 1000 | Visvliet + Pieterzijl | 501 | 2,00 |
| 1050 | Zuidhorn | 585 | 1,79 |
| 1100 | Noordhorn | 550 | 2,00 |
| 1200 | Niehove | 519 | 2,31 |
| 1800 | Oldehove | 587 | 3,07 |
| 2500 | Grijpskerk + 3 Waarden | 660 | 3,79 |
De belastingdruk bij deze repartitie liep dus nogal uiteen van kerspel tot kerspel. De laagste sommen beurde het Koninkrijk van de kerspelen in het zuidelijk Westerkwartier nabij de grens met Friesland: Opende, Nuis, Noordwijk en Lucaswolde en Sebaldeburen. De hoogste sommen kwamen van Grijpskerk, Oldehove en Niehove. De gemiddelden per inwoner in de laatste kolom, vielen eenvoudig te klasseren:
- laag: minder dan een gulden.
- middelmatig: van één tot drie gulden
- hoog: drie gulden of meer.
De middelmatige bijdragen buiten beschouwing latend, heb ik de kerspelen met lage gemiddelden op het volgende kaartje groen gemerkt en de relatief rijke goudgeel:

De kerspelen met lage gemiddelde bijdragen, zaten op één na allemaal in het zuidelijke Westerkwartier (“onder het Hoendiep”): zand en veen, met gemengde bedrijven van relatief kleine boeren en nog vrij veel woeste grond. De hoge gemiddelde bijdragen per inwoner kwamen van de klei, waar de boerderijen in doorsnee wat groter waren en de boeren een stuk rijker.
Waar Boerakker zijn naam aan dankt
Geplaatst op: 31 oktober 2023 Hoort bij: Veldnamen, Westerkwartier 3 reacties
In het rekest is geen sprake van bewoners. Die waren er destijds ook nauwelijks. Op de kaart van Beckering (1781) staat Boerakker nog niet. Op die van Huguenin (ca. 1820) al wel, maar alleen als wegnaam. Zo’n aanduiding is het ook nog op de kaart van Von Reilly (ca. 1790). Langs de daarop als Buir-Acker aangeduide weg liggen wat later twee klusters woningen, gescheiden door een dubbele kniebocht in de weg en een bosperceel. Ten zuiden van de slinger in de weg, dus aan der Nieberter kant, lagen er destijds 7 huizen, ten noorden van het bosperceel 3.
Ten tijde van het eerste kadaster, ca. 1830, blijken de aantallen huizen te zijn gegroeid tot 10 ten zuiden van de kniebocht en 6 ten noorden van het bosperceel. Ook blijkt het zuidelijke kluster woningen dan aan een kluster akkerpercelen te liggen. Ten noorden van de kniebocht en het bosperceel heb je die niet. Ik neem daarom aan dat het zuidelijke streekje het oorspronkelijke Boerakker zal zijn geweest (Boerakker 1 op de kaart). Het kluster voorbij de kniebocht en het bos, Boerakker 2, tegenwoordig het dorp Boerakker, lag onmiddellijk ten noordwesten bij een veencomplex en je zou kunnen aannemen dat het ontstaan ervan te maken had met dit veen, dat werk verschafte. In dat geval zouden de bewoners uit het noordwesten gekomen kunnen zijn, vandaar dat ze zich aan die kant vestigden.
Het rekest uit 1806 is vooral van belang omdat het laat zien dat de grond langs de weg particulier eigendom was. Dat sprak namelijk niet vanzelf. Want oorspronkelijk lag de meenscheer van Niebert in deze omgeving: een groot complex min of meer woeste grond dat gemeenschappelijk bezit was van de boeren van Niebert, die er jongvee, vleesvee, gustvee en paarden lieten weiden.
Verder duidt ook de naam Boerakker op collectief eigendom. Dat een akker door een boer of boeren bewerkt wordt weet zelfs een kind, en daarmee heeft die naam oppervlakkig beschouwd iets dubbelops, iets pleonastisch, iets zelf-evidents. De naam is dan ook alleen begrijpelijk, als je weet dat “de boer” of “de buir” in Nedersaksische streken, met name Drenthe, staat voor het collectief van boeren/buren uit een bepaalde nederzetting. De Boer-Akker ten noorden van Niebert stond dan ook voor collectief bewerkt akkerland.
Waarmee het meteen interessant wordt wanneer dat bouwland in particuliere percelen gescheiden is. In de achttiende eeuw was dat al het geval, waarschijnlijk moeten we daarvoor nog verder terug. Misschien nog wel interessanter is, wanneer dat akkerland van de meenscheer werd afgezonderd met houtwallen en/of sloten. (Want het op de meenscheer weidende vee moest natuurlijk wel uit het bouwland worden gehouden.) Maar op die vraag kan waarschijnlijk alleen archeologisch onderzoek antwoord geven.
—
Bron: RHC Groninger Archieven 726 (rekest)..
De kat als brandstichter?
Geplaatst op: 27 oktober 2023 Hoort bij: Dieren, Hoogkerk Een reactie plaatsenKatten komen maar zelden voor in archiefbronnen. Een van de uitzonderingen is een crimineel verhoor uit 1809, opgemaakt nadat in de pastorieboerderij (‘weem’) van Leegkerk brand was uitgebroken.

Het was mooi stil weer, die donderdagmiddag 5 oktober 1809. In Leegkerk werkte her en der volk op het land, tot om ongeveer half vier onverwacht de kerkklok begon te luiden. De mensen keken op. Van verre zagen ze dat er tegenover de kerk, boven de pastorie, een rookwolk hing.
Vanuit alle richtingen schoten mensen te hulp. De hele weem stond toen al vol rook. In de schuur reikte vuur langs een hooivak tot aan de dokken bovenin het dak. Doordat het toegesnelde volk onophoudelijk emmers water doorgaf, was men de brand al gauw meester.
Uiteraard zocht men naar de oorzaak van de brand. Er leek niemand in huis geweest, toen die uitbrak. Het bevoegd gezag hield zelfs de mogelijkheid open, dat een huisdier het vuur had overgebracht van de keukenhaard naar het hooi in de schuur. Nu liep er in het huishouden van dominee Koiter een kat rond, maar die bleek na de brand “geheel ongeschonden” en had geen “branderige stee aan sich”.
Bovendien, zo overwoog het bevoegd gezag, lag zo’n “buitengewoon geval” ’s winters veel meer voor de hand dan bij het zachte begin van de herfst. Bij felle kou kwamen huisdieren immers wel eens te dicht bij een haardvuur. Het “allerscrupuleust onderzoek” wees uit dat zo’n overbrenging van vuur van haard naar hooi uitgesloten was, omdat er vlak boven de vuurpot in de haard een theeketel hing, zodat de kat onmogelijk bij het vuur had kunnen komen.
Evenzo verwierp men het idee, dat het vuur door een kat (of hond) van buiten de pastorie kon zijn binnengebracht. De weem stond immers geheel vrij, zo ver van alle andere huizen verwijderd, dat zoiets ondenkbaar was. Men had ook niet “het allerminste spoor” van andermans kat (of hond) aangetroffen bij de pastorie.

De dienstmeid
Daarmee was een van de mogelijke oorzaken afgestreept. Ook andere werden uitgesloten. Bij het afsteken van het verbrande hooi vonden de buren bijvoorbeeld geen spoor van hooibroei. Wel vonden de buren onderaan het verbrande hooi een verkoold stukje turf. Ter plaatse was het vuur ook ‘t diepst in het hooi doorgedrongen.
Op verdenking van brandstichting werd de negentienjarige dienstmeid van het domineesgezin in arrest genomen. Deze Grietje Lammerts moest ’s middags zowel de as van het haardvuur als het zwijnehok vlakbij het hooi opruimen, maar zei dat ze in plaats daarvan bonen was gaan plukken in de tuin bij het voorhuis. Ze verklaarde dat ze daar niets van de brand merkte, terwijl ze die bij de heersende (noord)oostenwind toch had moeten zien of ruiken.
Pas toen dominee Koiter om hulp riep, had ze zich schoorvoetend gemeld om zich te belasten met het uitruimen van een kabinet. In alle consternatie waren daarbij wat gouden sieraden en zilveren lepeltjes uit zicht geraakt, die ze pas uit de zak van haar schort haalde, toen dominees moeder erom vroeg. Ook verdween er tijdens de brand wat linnengoed. Bij vroegere werkgevers had Grietje zich al eens aan diefstalletjes schuldig gemaakt. Bovendien was haar de dienst opgezegd, omdat ze haar werk niet goed genoeg deed.
Maar Grietje mocht dan wel eens boos zijn, ze had nooit gedreigd, laat staan met brandstichting. Het bij zich steken van goud en zilver kon ook goed bedoeld zijn. Ondanks alle indirecte bewijs konden de rechters, eerst die van het Westerkwartier en later die van het Departementaal Gerechtshof, haar niet schuldig verklaren aan brandstichting. Vlak voor kerst 1810 kwam ze daarom op vrije voeten.
Affectieve waarde
De eventuele brandstichting door de kat was binnen de hele procedure een irrelevant zijpad. Toch is het aardig om te weten dat er anno 1809 een kat in de weem van Leegkerk rondliep. Natuurlijk ligt dat voor de hand in een boerderij-achtig huis waar bijvoorbeeld haver opgeslagen lag, maar katten zijn hoogst zeldzaam in overheids- en rechterlijke archieven. Zo kom je ze vrijwel nooit tegen op boedelinventarissen. Waarschijnlijk komt dat doordat ze geen economische waarde vertegenwoordigden. Schaarste aan katten viel vrij eenvoudig op te lossen, en anders dan landbouwhuisdieren konden ze maar zo uit eigen beweging verdwijnen, waarbij hun eventuele affectieve waarde niet te ramen viel.
De passages over de pastoriekat leveren daarom hooguit een glimlach op. Ik zie er een predikant bij, die in zijn studeerkamer bovenin de pastorie bezig is met het voorbereiden van een preek, terwijl er een kat opgerold op zijn schoot ligt te snorren. Een tevreden man, die dominee.
Bron: Groninger Archieven, Toegang 136 (Hoge Justitiekamer) inv.nrs. 2170 en 1976 (procesbundel en vonnis Grietje Lammerts te Leegkerk, wegens brandstichting).
—
Dit stukje was vorig jaar mijn bijdrage aan Het Grote Groninger Poezenboek van Martin Hillenga, dat nog steeds voor een schappelijke cadeautjesprijs te koop is bij boekhandel Godert Walter.
Poes in doos
Geplaatst op: 25 oktober 2023 Hoort bij: Dieren 4 reactiesVanuit haar geheime schuilplaats voert Mimi onverhoeds een aanval uit op de weerloze draagriem van mijn camera:

Hetgeen noopt tot het hogerop en buiten haar bereik hangen van de belaagde draagriem:

Het gepoeste houdt het zodoende al gauw voor gezien:

Wie avonturen beleeft, kan verhalen vertellen:

Ommetje Engelbert
Geplaatst op: 24 oktober 2023 Hoort bij: Ommelanden, Stad nu 5 reactiesIn de Oosterhaven droogt de Jantje, in 1930 van stapel gelopen als viskotter, tegenwoordig een zeilschoener (charter voor groepen en eenzaten), haar zeilen na een trip door Noord-Duitsland:

Kruispunt Eemskanaal – Nieuwe Winschoterdiep, nabij Woonschepenhaven (rechts) en Abel Tasmanflat:

Viaduct bij Driebond. Henk is in de hoogte geschreven, maar ziet het met lede ogen aan:

Het pas geopende Mountainbike Skillspark Meerstad, met een parcours en een route door een heuveltjeslandschap. Onderweg naar Engelbert kwam ik meerdere puberjongens op mountainbikes tegen, die dan waarschijnlijk hier naar toe op weg waren, zodat te concluderen viel dat dit park in een behoefte voorziet. Helm is verplicht. Desondanks deze buitenissige waarschuwingsborden:

Meerstad, met dezelfde puntdaakjes die de gemeente medio jaren tachtig absoluut niet als vervangende nieuwbouw in de Oosterpoort wilde hebben, hoewel ze daar oorspronkelijk inheems waren:

Het voormalig stoomgemaaltje (van de Grote Harkstederpolder?), tegenover het streekje de Heidenschap aan het Slochterdiep:

De buurman waardeert bezoek, mits met mate:

De joker, stadsmarkering aan de A7, naar een ontwerp van John Hejduk, doet mij vooral denken aan galg en rad, eertijds opgesteld bij menige stadsrand tot lering en exempel van het vuig gemeen::

Kuil Banden in Engelbert sponsort blijkbaar een motorrace-team met een trailer:

Het aardbevingsmonument bij de A7, zoals ontworpen door Karel Buskes. Tevens een eerbetoon aan Meent van der Sluis, wiens profiel in de scheur verwerkt zou zijn:

Bloemenrand bij bietenveld:

Engelbert – Twee van de vier stengen die van boven de staanders loodrecht omhoog moeten houden, zijn verdwenen maar deze hooimijt met aanbouw staat er nog. Dit jaar zelfs een halve eeuw, want het vaantje op het dak meldt 1973 als bouwjaar:

Queuende koeien
Geplaatst op: 10 oktober 2023 Hoort bij: Ommelanden, Westerkwartier 3 reactiesMelktijd bij Hekkum aan de Reitdiepdijk (slideshow):
Ommetje Nienoord
Geplaatst op: 9 oktober 2023 Hoort bij: Kunsten, Uncategorized, Westerkwartier 1 reactieBrievenbus bij paardenfokkerij aan de Sandebuursedijk achter Roderwolde:

Landwegje bij de Oosteinderlaan, Leutingewolde:

Zwarte koe, Turfweg Leutingewolde:

Op Nienoord bleek in meerdere panden en buiten een kunstexpositie aan de gang, Everzwijn met biggetjes van plaatstaal, gemaakt door Stoer Staal en Hout uit Oostwold:

Van dezelfde makers deze tango:

Groepje koeien van Judith Nieuwhof:

Middenluik van een arcadisch landschap, door een schilderscollectief, meen ik:

Antoinette Vunderink – vrouwenportretten:

Weer buiten – voor het eerst zie ik de grafsteen van Does uit 1890. Does was de hond van jonkheer Johan Aemilius Abraham Van Panhuys, die Nienoord na de dood van zijn krankzinnige oom liet verbouwen en er in 1885 met zijn gezin en die hond kwam wonen:

Geschubde inktzwammen, net niet meer eetbaar, op een dam met steenslag van de Wobbesheerd tussen Engelbert en Oostwold:

Een paarminuten verder fietsen naar Oostwold lagen in het land enkele daken als op de foto, en er stond een soort van pleehokje naast. Gezien de stroomkabels had een en ander wellicht te maken met zonnepanelen. Wie het weet, mag het zeggen.

Ommetje Oostwold (Wk)
Geplaatst op: 5 oktober 2023 Hoort bij: Westerkwartier 1 reactieLandgeit met zijn vriendjes op dierenweide of kinderboerderij Minerva, Hoogkerk:,

Mestkar met opzetstukken en een los zadel, bij de opgang naar land van de Wobbesheerd in Lutje of Klein Oostwold, noordkant A7 bij Oostwold:

Puberaal gemaggel bij fietspad zuidkant A7. Zwart op wit verstopt zich voor een enge boer, maar telkens als hij of zij de boer kwijt is, meldt die zich zwart op rood opnieuw:

Opschrift op de rechter voorgevel van de directeurswoning (1915) van de vroegere strokartonfabriek Erica II aan de Munnikevaart. Je verwacht dan links een pendant, zodat er “Welverdiend geniet’n” of iets dergelijks ontstaat (ik doe maar een gooi), maar die pendant is er niet (meer). De komma in de lucht of apostrophe die een streektalige uitspraak doet vermoeden, is ook vervangen door een kleine j. Helemaal recht zit een en ander ook niet

Roodbont en zwartbont vee; huisvlijt op een voorgevel aan de Hoofdstraat in Oostwold:

Aan de Kerkeweg in Oostwold: de fraaie schuur van het type overhang fungeert als caravanstalling:

Bij boerderij De Erfgooier aan de Westerdijk, tussen Den Horn en Enumatil. Hoe die huisnaam hier ooit gekomen is, mag Joost weten:

Bij de spoorwegovergang in Den Horn waren de roodwitte planken die het publiek bij de spoorverdubbeling op afstand moesten houden, eindelijk opgeruimd:

Ommetje ’t Rieuw, Nuis
Geplaatst op: 25 september 2023 Hoort bij: Geschiedenis, Westerkwartier 5 reactiesQua voorgevel fraaie schuur aan de Kruiskamp, Roderwolde. Oorspronkelijk zal het een overhang voor materieel geweest zijn, met een open voorkant, zodat de machines droog konden staan, maar meer ook niet. Omdat dat blijkbaar niet beviel, is de voorkant vervolgens met een lappendeken aan hout dichtgezet. De deuren lopen in formaat op: links een toegang voor personen, midden een portaal met een provisorisch bovenlicht voor bijvoorbeeld personenauto’s en/of de mestkar, en rechts deels afwijkend gekleurde wagendeuren waar het hooi doorheen kon. Aangezien het dak en de zijgevels voornamelijk uit golfplaten van asbest bestaan, zal de schuur zijn langste tijd hebben gehad:

Carolieweg, tussen Leek en Niebert – pompoenenuitstalling. Ze waren € 6,50 per stuk:

Grouwweg achterop Nuis – varkenskraal. De mangalitza’s en tamworth zwijnen helpen hier bij het onderhoud van het bosperceel:

Museum ’t Rieuw, Nuis: klienbak voor het aanstampen en onderverdelen van baggelturf of baggelaar:

Accordeon mist twee bassen:

Arreslee van het type sjeesar, oorspronkelijk uit Marum, heeft als boegbeeld een wezen dat half paard en half zeemeermin is:

Bovenstuk van een rosmolen voor een karn of grutterij:

Een vaag plaatje moet duidelijk maken hoe het eeuwig rondjes draaiende paard de molen gaande moest houden (zie ook het zesde plaatje hier, voor een voorbeeld uit Marum):

Deel van een belgereide voor een paard dat een arreslee trekt:

Waaier of sorteermachine voor graan – laatst lag er zo’n ding bij de molenstomp aan de Munnekevaart bij Oostwold:

Geen europacup, maar een machine voor het branden van koffie, afkomstig uit een horecazaak:

TBC-verklaring van de veeartsenijkundige dienst:

Messing melkbus van de eerste generatie:

In de timmerwerkplaats: heiblok voor het inslaan van erfafscheidings en funderingspalen:

Assortiment booromslagen:

Houtdraaibank – vraag me af of een dorpstimmerman daar nou zoveel mee deed:

Rechts: houten gereedschap voor het aftekenen van maten. Hoewel ik er ook een heb (van mijn grootvader) weet ik helaas de naam niet (21-10-2014. Inmiddels wel: kruishout):

Buiten: kleine Gascoigne melkmachine:

Groepje acrobaten:

(Witrik?) stier bij het Wilgepad, Boerakker:

Lijsterbesbessen bij de Dijkweg voorbij Bakkerom:

Stoppelveld, gezien vanaf het Hoge Voetpad bij Niekerk:

En detail:

Bij terugkeer in Hoogkerk viel goed te ruiken dat de suikerbietencampagne weer begonnen was. Er stond alvast een hele batterij tankwagens klaar voor de suiker en melasse:

Stemchecker
Geplaatst op: 21 september 2023 Hoort bij: autobio, De actuele wereld 2 reactiesNet de Stemchecker van de Volkskrant gedaan voor de kamerverkiezingen 2023. Deze geeft geen stemadvies, maar kijkt naar werkelijk stemgedrag van de fracties in de Tweede Kamer.
Dit was mijn uitslag:

Redelijk verbijsterend dat Volt bovenaan eindigt, omdat ik er nooit op zal stemmen vanwege het kernenergie-standpunt. Met slechts een enkele vraag naar dat standpunt, en daarmee het onderscheid met GroenLinks, zou GroenLinks bovenaan zijn geëindigd.
Gelukkig komen er nog andere stemwijzers.



















Recente reacties