Portret van oom Harry
Geplaatst op: 29 januari 2011 Hoort bij: autobio, Familie 16 reacties
Uiteraard gaat het om een strikt persoonlijke interpretatie, waaraan wij niets willen afdoen.
Verhuisbericht 5
Geplaatst op: 23 januari 2011 Hoort bij: autobio 6 reactiesBen druk bezig met het opruimen van mijn archief. Wat vooral ook een confrontatie is met onafgemaakte projecten:
- Ontkerkelijking in het Oldambt
- Avondmaalsviering in Stad & Lande
- De herbergen van Groningen
- Et cetera.
Zoals Duco Kuiken ooit opmerkte: Jij hebt genoeg stof voor de rest van je leven. Ik vrees dat het erger is: ik heb stof voor twee levens.
De komende tijd zal het erg rustig zijn op dit weblog.
Verhuisbericht 4
Geplaatst op: 18 januari 2011 Hoort bij: autobio 10 reactiesOntdek zoëven da’k straks op 435,73 meter van Drentse grup kom te wonen.
Internationoaler ken sikkom nait.
Bin straks ’n Grentie.
Verhuisbericht 3
Geplaatst op: 17 januari 2011 Hoort bij: autobio 6 reactiesDe laatste keer dat ik een nieuwe adressenlijst maakte, was in 2003. Wat er sindsdien bijkwam vormde een berg losse briefjes en visitekaartjes. Het werd tijd om die eens te verwerken.
Ik heb er vrij veel weggegooid zonder dat ik de gegevens overnam. Vooral van professionele contacten van het werk bij buurtoverleg, wijkkrant en UK. Je kunt wel redeneren dat zo'n nummer ooit misschien van pas komt, maar in de praktijk gebeurt dat zelden of nooit. En dan is het volmaakte onzin om al die gegevens nog langer te bewaren. Bovendien verouderen ze rap. Als het om mensen gaat die nog steeds in hun oude kring werken, zijn ze meestal ook nog vrij eenvoudig bereikbaar.
De selectie herinnert aan de dood. Er zijn in mijn omgeving redelijk wat sterfgevallen geweest, de laatste zeven jaar, van mensen wier gegevens ik met enige moeite weggooi.
Maar het uitkiezen van degenen die straks een adreswijziging krijgen is toch ook een genoegen. Want er zijn mensen die je gelukkig nooit weer hoeft te zien. Dit is het moment om ze te lozen.
Verhuizen betekent dat je het puikje overhoudt.
Verhuisbericht 2
Geplaatst op: 15 januari 2011 Hoort bij: autobio 6 reactiesAls je verhuist leer je de wereld weer kennen op een heel andere manier. Zo dwingt de voorgenomen aanschaf van tien strekkende meter bordeaux-rode vloerbedekking, bouclé of geknipt, me tot het bezoeken van tapijtzaken. Inmiddels heb ik gekeken bij:
- Leen Bakker, Sontplein: 560 euro + 85 euro voor het leggen
- Woninginrichting de Oosterpoort: 750 euro incl. het leggen
- John Mast, Boterdiep: 850 euro incl. het leggen
- De Jongens Doornbos, Turfsingel: nog duurder dan Mast
Binnenkort nog even bij de Peizerweg en het Hoendiep kijken.
Ook de markt voor verhuisdozen blijkt tamelijk gedifferentieerd. Je kunt ze krijgen voor bijna een euro per stuk, maar eveneens voor drie-en-een-half.
Ben nog op zoek naar een mooi (tweedehands) bureau zonder laden(blok), of een ruime tafel. Dus als iemand iets weet…
Verhuisbericht
Geplaatst op: 14 januari 2011 Hoort bij: autobio 9 reactiesBen al druk aan het socializen met mijn nieuwe buren. Ze zijn behoorlijk oud, allemaal, ik word de benjamin van de flat. Terwijl ik in mijn huidige stukje straat verreweg de oudste bewoner ben.
De buurman die ik vandaag tegenkwam liet me raden hoe oud hij was. Altijd jonger schatten in zo’n geval, dan je denkt. Ik zei 75 à 80, maar dacht 86 en 86 was het. Hij glom dat hij er nog zo patent uitzag.
Ik vroeg of hij oorsponkelijk uit Hoogkerk kwam. Nee. Hij was van een veel noordelijker plaats. Ik moest opnieuw raden, maar zat er steeds naast in de driehoek Delfzijl – Termunten – Woldendorp. Uiteindelijk gaf hij het antwoord: hij bleek geboren en getogen in Heveskes, een dorp ten oosten van Delfzijl dat verdween voor industrieterrein. Alleen de kerk staat er nog.
Tot buurmans grote verwondering wist ik de Groningse naam van Heveskes: Heemskes. Ik zag dat ik het helemaal bij hem had gemaakt.
Het leek hier wel de omgekeerde wereld
Geplaatst op: 11 januari 2011 Hoort bij: autobio, Stad toen Een reactie plaatsen
Bij het opruimen van mijn keukenkast vond ik achter een al jaren niet meer gebruikte voorraadbus deze rijksdaalder. Er staan twee koninginnen op: Juliana en Beatrix. De munt is geslagen vanwege 30 april 1980, toen de kroning van Beatrix plaatsvond, terwijl Juliana tegelijkertijd afstand van de troon deed.
In Amsterdam ging het er die dag, zoals bekend, heet aan toe. Vooraf hingen er overal in die stad affiches met het motto ‘Geen Woning, Geen kroning’. Deze waren op de zeefdrukkerij van het Groningse Open Jongerensentrum Vera gedrukt. Op internet zie je alleen maar het exemplaar van Beatrix met een half gesloopte flat op de achtergrond, maar er was er ook nog een met allemaal bommetjes. Achteraf glommen de makers van trots dat hun affiches tot de geschiedenis hadden bijgedragen. Wel moest het naar buiten toe liever geheim blijven dat die posters van Vera kwamen.
De politieke vleugel van het kraakwezen, de Kraak Organisatie Groningen (KOG), had zijn hoofdkwartier in Vera. Al weken liepen de KOG-bobo’s zich daar te verheugen op Koninginnedag. Ze hadden hun zinnen gezet op de Faun, op de hoek van het Zuiderdiep en de Herestraat. Dat complex stond weliswaar al geruime tijd leeg, maar er hadden in de krant ook berichten gestaan dat kunstinstellingen als de Arthoteek erin zouden komen. Op de hoogte gesteld van die berichten, wilden de KOG-bazen echter van geen afblazen weten. De demonstratieve kraakactie ging dus door.
Aangezien ik als een van de weinigen tegen de actie gewaarschuwd had, was ik niet van plan me in de Faun te laten vinden. Ik bleef lekker op Vera. ’s Middags drongen er echter geluiden door, dat er een broeierig-agressief sfeertje rond de Faun ontstond. Dit door toedoen van Z-siders en andere voetbalsupporters die in een van de achterliggende straten een hang-out hadden. Een groepje mensen uit Vera ging alsnog naar de Faun om de bezetting te versterken, Uit nieuwsgierigheid ging ik mee.
In de Faun was de sfeer ongelooflijk opgefokt en paranoïde. Mensen ijsbeerden er rond met helmen op en dikke stukken hout in hun handen. Later die middag escaleerde de situatie. Er vloog van buitenaf een partij stenen door de ramen. Een van de krakers, ene Hans, een junk, werd aan zijn hoofd geraakt. Deze martelaar van de goede zaak is – meen ik – per ambulance afgevoerd.
Of iemand van binnen de politie te hulp vroeg, dat weet ik niet, maar zo stond het naderhand wel in de krant. In elk geval zagen we vanaf de bovenste verdieping hoe de Mobiele Eenheid het Zuiderdiep schoonveegde. Terwijl in Amsterdam krakers en politie slag leverden, beschermde in Groningen de politie de krakers. Het leek hier wel de omgekeerde wereld.
In De Faun bleef het de hele avond nog onrustig. De kamers werden verdeeld onder de mensen die er wilden blijven wonen. Maar daar werd niet geslapen. Dat gebeurde collectief, in een grote ruimte die niet bereikbaar was voor de stenen van buitenaf.
- Nieuwsblad van het Noorden 1 mei 1980 – voorpagina; Politie Groningen moet krakers beschermen;
- Nieuwsblad van het Noorden 1 mei 1980 – stadspagina: Grimmige sfeer in de stad.
Hornstraatje, ca. 1980
Geplaatst op: 9 januari 2011 Hoort bij: autobio, Oosterpoort 22 reacties
Het Hornstraatje, omstreeks 1980, toen ik nog maar een paar jaar in de Oosterpoort woonde. Dit stadsgezicht bestaat niet meer. Tegenwoordig staat hier een nieuwbouw-hofje van Patrimonium.
Rechts het pandje van de Heerenveensche Wasserij. Ik denk dat dat busje ook van die onderneming was. Al kan het ook van de buurman zijn: Kaper, die in groente en fruit deed. Zulke busjes – Ford Transits – waren populair bij studentenverhuizingen. Je huurde ze bij Gall, ergens bij het Oosterhamrikkanaal.
Achterin het straatje, dat met een haakse bocht linksaf sloeg, staat de gereformeerde kerk. Een tamelijk somber gebouw. Twee studentachtige types zitten tegen het muurtje in de zon.
Links en rechts had je wat kleine woninkjes. Begin jaren zeventig woonde in een daarvan Elske ter Veld, de latere staatssecretaris voor sociale zaken, maar ca. 1970 nog studente aan de Academie voor Sociaal Culturele Arbeid (ASCA). Ik heb me eens laten vertellen dat ze op een keer, toen het bij haar in huis ernstig lekte, wat dakpannen van buurmans dak ‘leende’, zodat die op zijn beurt met lekkerij te maken kreeg. Dit zou echter ook wel een kwaadaardige roddel kunnen zijn. Ik sta niet in voor de waarheid.
Het fotootje kreeg ik jaren geleden van Dick Kuil. Het kwam tevoorschijn bij een eerste opruimavond ter voorbereiding van een verhuizing. Ik ga weg uit de Oosterpoort.
Spoetnik was mijn drankje niet
Geplaatst op: 24 december 2010 Hoort bij: autobio, Geschiedenis 5 reactiesMocht je je vervelen, de komende dagen, dan hier een tip: de NOS heeft gister alle jaaroverzichten sinds 1956 online gezet, en wel hier.
Heb net de eerste drie bekeken. Veel is me natuurlijk van achteraf bekend, maar het wereldnieuws drong toch ook wel door in het leven van een peuter en kleuter.
Zo gold 1957 als het jaar van de Sputnik, de allereerste kunstmaan in een baan om de aarde, waarmee de Russen een voorsprong in de ruimte namen op de Amerikanen. Welnu, deze sateliet leende zijn naam aan een kinderdrankje. Volgens de recepten op internet maakte je het door een flinke schep suiker in een glas te deponeren, die te mengen met een scheut koffiemelk, om het glas vervolgens langzaam te vullen met limonadegazeuse of priklimonade. Het effect was dat er flink wat schuim in het glas omhoog kwam. Bij mijn grootouders in Dwingeloo kregen we op familiale hoogtijdagen dit drankje wel voorgezet en wat ik me nog herinner is dat ik er steevast misselijk van werd. Om die reden vond ik het eigenlijk helemaal niet zo lekker. De spoetnik was aan mij niet zo besteed.
In 1958 kwam de hoolahoop in de mode, een ronde plastic buis die je om je middel moest wentelen en met je heupen op gang moest zien te houden zonder je armen te gebruiken. Daar moet ik wat later kennis mee hebben gemaakt. Het was vooral een meisjesding, volgens mij. Ik had er geen en kon het ook niet goed, als ik er eventjes eentje mocht lenen.
Evenwichtskunstenaars
Geplaatst op: 22 december 2010 Hoort bij: autobio, Geschiedenis 3 reactiesDeze taferelen herinner ik me nog. Als kleine jongen was ik vervuld van bewondering voor deze mannen, die met volle dienbladen op schouderhoogte meeholden met de treinen en hun laatste kopjes koffie altijd nog net op tijd door die opengeklapte bovenramen wisten te krijgen. Nooit viel er een kopje, laat staan een kan of een dienblad. Altijd incasseerden ze zonder mankeren de betaling. Daar maakte ik me wel eens zorgen over, dat ze geen loon naar werken kregen. Dat de trein weg zou rijden voordat iemand zijn dubbeltjes uit de portemonnee had. Of dat iemand expres zou treuzelen met al dat kleingeld. Maar dat gebeurde dus niet, Iedereen stelde deze evenwichtskunstenaars hogelijk op prijs. En niemand deed ze tekort.
Bron van het filmpje: Drents Archief
Perton en het chanson
Geplaatst op: 20 december 2010 Hoort bij: autobio, Muziek 13 reactiesToen ik een jaar of elf. twaalf was, in het midden van de sixties, heb ik nog een poos gitaarles gehad. Ik kwam tot het zesde gitaaarboek van Ilja Croon. Daarna was de lol er voorlopig af.
Die Croon, ontdek ik vanavond, heette in werkelijkheid Theo Ettema. Hij schreef niet alleen lesboeken voor gitaar, maar ook voor harmonium, blokfluit en accordeon, en dat steeds onder andere pseudoniemen. Vraag me nu af of hij alles wel bij de belasting opgaf.
In elk geval zijn z’n gitaarboeken niet onomstreden. Terwijl de een het een “goede basis” noemt, vind een ander het maar oubollige draken. Tegenwoordig tref je ze nog regelmatig op Marktplaats aan. Ze moeten behoorlijk hoge oplagen hebben gekend.
Mijn gitaarleraar – ik ben zijn naam helaas kwijt, maar hij werkte voor de Meppeler Muziekschool – schreef in een apart bruin notenschriftje ook populaire liedjes uit. Nou ja populair, het moest vooral niet al te wild zijn. Mede daarom had hij een voorkeur voor het Franse chanson. Een specimen dat ik vrij vlot onder de knie kreeg was L’eau vive van Guy Béart, dat volgens mij ook een Nederlandse vertaling kende, die ik nu niet terugvinden kan. Béart speelt het zelf in bovenstaand filmpje. Gelieve dat behoedzaam tot u te nemen, want anders kleeft dat wijsje dagenlang in uw hoofd vast.
Op de middelbare school kwam ik Béart nog een keer tegen. Onze leraar Frans,de heer A.A.J.I.M. Smeele, vond het een goed idee om de meisjes bij ons in de klas via Béarts Fille d’aujourd’hui op bedekte wijze te waarschuwen dat ze beter niet al te vroeg aan de vrijerij konden beginnen:
“Tout s’est passé trop tôt et trop vite:
J’étais jolie et j’étais petite,
j’ai couru trop tôt et mon corps n’était pas prêt.
Je ne pouvais plus arrêter après”
(Alles kwam te vroeg en ging te vlug / ik was knap en ik was klein / ik liep te hard van stapel en mijn lichaam was er niet klaar voor / en ik kon er achteraf niet meer mee ophouden.)
Het mutsje van Per Ivar Moe
Geplaatst op: 2 december 2010 Hoort bij: autobio 13 reacties
Een veel jongere collega van me kwam binnen met zo’n schaatsmutsje op, maar dan voornamelijk uitgevoerd in groen. Die muts kreeg hij van zijn opa, vertelde hij.
Zulke mutsjes waren in de mode in de tijd van Ard & Keessie, midden jaren zestig. Ze hebben een puntje op het voorhoofd en vleugeltjes die je over je oren kon trekken, maar ook wel kon opklappen, wat een nastrevenswaardig nonchalant effect gaf, waar menige jongeman desnoods bevroren oren voor over had.
Tegen die collega zei ik dat ik er zelf ook nog zoeen had gehad als acht à twaalfjarige jongen. En riep: “Per Ivar Moe!”
Nu zijn er decennia voorbij gegaan zonder dat ik ooit aan Per Ivar Moe heb gedacht, sorry, maar ik wist nog wel dat hij goed was op de 5000 meter.
Als ik de Noorse stayer vanavond even google, valt me bij de plaatjes iets op: Per Ivar Moe droeg precies zo’n muts als ik had. Vandaar dat zijn naam beklijfde.
Mijn anderhalf jaar jongere broer, die veel beter kon schaatsen dan ik, had een mutsje als het bovenstaande uit het Schaatsmuseum, Zoeen droeg Kees Verkerk. Ik was stikjaloers op mijn broer vanwege het feit dat zijn mutsje veel mooier was dan de mijne.
Kook electrisch! (I)
Geplaatst op: 13 november 2010 Hoort bij: autobio, Stad toen 6 reacties
Propaganda van de Laagspanningsnetten, eertijds het distributiebedrijf voor stroom in Groningen en het grootste deel van Drenthe. Deze staat achterop een soort van girobetaal- of ponskaart uit de jaren vijftig.
Als dochter van een electriciën met een erkenning van de Laagspanningsnetten was mijn moeder altijd een verklaard voorstander van electrisch koken. Zij verdedigde deze afwijkende voorkeur met verve. Voordat het gas er in de jaren zestig in kwam, kookten de meeste huisvrouwen op het noordelijke platteland nog met petroleum, op van die groene stellen.
Vergeefse missie in Midwolde
Geplaatst op: 22 oktober 2010 Hoort bij: autobio Een reactie plaatsenIk heb er nog droge lippen van. En ik verbeeld me dat ik naar vleermuizenpoep ruik.
Voor ons blad moet er een foto komen van de luidklok te Midwolde, waarop volgens Pathuis’ Groninger Gedenkwaardigheden de tekst staat dat hij hergoten werd in 1704, dit nadat hij een paar jaar eerder gebarsten was bij het verluiden van de dood van koning-stadhouder Willem III.
Wij naar Midwolde in de auto van T. Het te bestijgen object vanaf de parkeerplaats:

Die toren staat scheef, als hij straks maar niet instort onder ons gewicht.
Terwijl T. de sleutel haalt monster ik de toren in mijn Quasimodo-modus:

Dat zijn een een stuk of wat ladders omhoog. Op de eerste verdieping meteen al het probleem dat het er pikkedonker is, zonder dat er een lichtknopje te ontwaren valt, T. gaat terug naar de sleutelmensen voor een zaklantaarn. Die vertellen dat er een lichtknopje in de keuken zit, dat de hele toren bedient.
Bij het karige licht komen we voorbij hoopjes vleermuizenpoep. Tevens ontwaren we de gewichten die het torenuurwerk op gang houden:

Er is zo weinig licht, dat het opschrift van de klok in situ niet te zien valt. T. voelt waar het opschrift zit en op zijn aanwijzingen flits ik er op los:

Buiten de toren kijken we nog even naar de foto’s op het kleine schermpje van mijn camera. Ook daarop is geen klokopschrift te zien.
Bij het overzetten van de foto’s merk ik vanavond dat het opschrift uit de klok een heel andere is, dan Pathuis geeft. Het is er een uit 1949. Deze klok is toen gegoten door Van Bergen, en dus niet door Fremy, zoals het exemplaar uit 1704. Conclusie: we hebben de verkeerde klok genomen. De goede bevindt zich waarschijnlijk nog een ladder of wat hoger…
Klein fietsmuseum Kerklaan
Geplaatst op: 21 september 2010 Hoort bij: autobio, Geschiedenis 6 reactiesBerend Duiker, een bejaarde fiets- en bromfietshandelaar en -hersteller aan de Kerklaan, heeft een klein museum in zijn etalage ingericht.

– Een bakkersbakfiets, zoals ze begin jaren zestig nog rondreden:

– De befaamde Piet Pelle met daaronder nog een stukje van de gratis PUCH-poster uit 1969:

– Een plank met alle rijwielplaatjes van 1924 tot 1941:

Zo’n ‘plank had mijn grootvader ook. Als dorpscommies gaf die de rijwielplaatjes af, uiteraard na betaling van de verschuldigde rijwielbelasting. Werklozen en andere armlastigen konden er gratis één krijgen, maar dan wel met een gat erin.

Recente reacties