Memo

Deze moet ik nog even wat nader bestuderen…

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA


Voortdurende computerellende

De computerellende duurt voort. Vanochtend was het nieuwe beeldscherm weer zo dood alls een pier. Andermaal naar de winkel ermee. Daar bleek hij het toch weer te doen. Desondanks een nieuwe  van hetzelfde type meegekregen, maar ook die bleef thuis zwart na aansluiting. Het ziet er nu toch naar uit dat het de videokaart is, hoewel  buurman, mijn vraagbaak in deze, me nog zo verzekerde dat het de monitor moest zijn.

Heb vanmiddag maar een ieniemienie Acertje gekocht, omdat je toch je mail wilt kunnen checken. Op dat gevalletje heb ik nu dit logje getikt. Op dat Acertje zit alks browser Firefox. Het komt straks vast nog wel van pas bij archiefonderzoek. Straks eens even kijken of ik er foto’s van mijn camera op krijg en of die zich dan tot het formaat voor dit weblog laten verkleinen.


Off day

Eerst wilde hij het na een herstart nog wel weer doen, maar gister kreeg mijn monitor eerst de hik, en begaf het vervolgens definitief. Hij was al eens gerepareerd, ruim een jaar geleden, nog net binnen de garantietermijn van drie jaar, en ik betwijfel eerlijk gezegd of de condensator die ze er toen in hebben gezet wel nieuw was.

Enfin, vanmiddag maar een nieuwe gekocht. Sluit ik het ding aan: niets, geen beeld, zo dood als een pier. Terug naar de winkel, waar hij het wel blijkt te doen. Weer naar huis, doet hij het daar toch ook. Alleen trok hij alles wat breed. Dat was niet de bedoeling, ook al is het een breedbeeld. Tot de ondekking gekomen dat je die 1440 x 900 pixels met de hand moet instellen.

En nu, na alle gehannes op beheerplekken waar ik anders nooit kom, blijkt dat Windhoos intussen al mijn bestandsmappen op de door hem geprefereerde volgorde heeft gezet. Wat vooral een ramp is bij mijn eigen foto’s, die op datum stonden: 1.2.2008 – 2.2.2008 – 3.2.2008 etc. Alle eersten van de maand van de afgelopen drie jaar heeft Windhoos nu keurig bij elkaar gezet, alle tweeden van de maand idem dito, etc. etc. Ben nog wel een avond zoet met weer op de goede volgorde zetten van alleen al die ruim duizend mappen, denk ik. Tenzij iemand me vertellen kan hoe je de oorspronkelijke volgorde weer herstelt. Want de helpfunctie bij Windows biedt in deze geen enkele hulp…


Een gewild werkje

Author: Harry Perton; Otto S Knottnerus; Harm van der Veen
Publisher: Meinders
Release Date: 1998
Seller Category: Foreign Languages::Other Germanic Languages
Qty Available: 1
Condition: Near Fine

Notes: In Dutch/in het Nederlands; Clean copy, no markings by previous owners; Corners lightly bumped – else Fine. *International Buyers Welcome!* (except for prohibitively heavy items, as noted). We ship quickly and guarantee satisfaction. Your purchase helps support a U. Chicago student.

……………………………………………………………………………………………

Ziehier de ebay-pagina. Die student wil er op een cent na 50 dollar voor hebben. Tien jaar geleden kostte het nieuw nog iets van een 15 gulden, dacht ik.

Eigenlijk speel ik al een hele poos met de gedachte om het boekje integraal op internet te (laten) zetten. Bij de UB kosten pdf’s 35 cent per pagina, en het zit dan meteen in een repository. Maar ik kan het natuurlijk ook zelf doen.


Een bibliotheek waar nog werd gerookt

Geplaatst op 14 juli 2008  a

Het Instituut voor Geschiedenis aan de Heresingel, mei 1975. De Aktiegroep Aktivering (AA) heeft de achterban bijeengeroepen in de bibliotheek. Er wordt gestemd over het voorstel om uit alle bestuurlijke raden en commissies te stappen. Een grote meerderheid is voor.

In die bibliotheek stonden de meest recene aanwinsten op de schoorsteenmantel. Linksachter had je een kamertje met naslagwerken. In de kast rechtsachteraan op de foto staat de gedegen pocketserie Fischer Weltgeschichte, waarvan ik ook nog vier deeltjes bezit. Die kreeg je aangeraden. Ik denk niet dat docenten dat nu nog doen, Duitse literatuur aanraden.

Achter de glazen scheidingswand met deur zie je de serre. Daar stond de IBM-typemachine met roterende letterbolletjes, één voor letters rechtop en de ander voor scheve. Op dat hypermoderne apparaat typte de Groniek-redactie de kopij in stroken uit, om die vervolgens met tussenkopjes en illustraties op modelpagina’s te plakken. Zowel in de serre, als in de bibliotheek was roken toegestaan. Er stonden nog asbakken op de tafels.

Van de aanwezigen herken ik een paar mede-eerstejaars, zoals Hans Meijer, Peter Stuart, en Saskia Rust. Meer tegen de achterwand en de deur naar de serre staan de big shots van de AA, de ouderejaars die op dat moment de raden bemannen: Michiel Baud, Wouter Hugenholtz, Paul van Tongeren, Jack Hofman, Klaas van Berkel en Frank van Vree. Ook zij steken merendeels een hand omhoog.

Tegen die achterwand stond ook altijd de projector op de filmavonden van de GHD Ubbo Emmius, de studievereniging. Andrei Rublev van Tarkovsky heb ik hier gezien. Bovendien organiseerde die studieclub hier geregeld lezingen. Daarvan herinner ik me vooral de voordrachten van Norman Cohn en Peter Burke, historici waar we als Groniek-redactie ook de nodige aandacht aan hebben besteed.

In 1981 verhuisde het Instituut voor Geschiedenis naar een schoolgebouw aan de Grote Rozenstraat. In het Zwitserse chalet op heresingel 13 kwamen de polemologen. Ik was dus in 27 jaar niet in dit gewezen onderkomenvoor de historici  geweest. Maar naar aanleiding van het logje over het te koop staan van het pand, kreeg ik een uitnodiging van de nieuwe eigenaar om rond te komen kijken. Samen met een oud-studiegenoot ben ik er vanmiddag geweest.

Er bleek veel veranderd. Zo was de vroegere bibliotheek in twee ruimtes verdeeld:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

En ontbraken op de monumentale schoorsteenmantel uiteraard de nieuwe aanwinsten:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Maar het parket leek nog hetzelfde en de serre was nog net zo aangenaam licht als toen:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Tim, bedankt!


Hoe deze zaterdag voorbij ging

De Coendershof, vanochtend. Het receptiemeisje wist niet of Anna er nog lag, dat moest ik maar op de verdieping nagaan. Anna’s kamer bleek inderdaad al door iemand anders ingenomen. Een verzorgende was nergens te bekennen, ook niet in het lokaal dat het personeel daar heeft. Weer naar beneden, waar het receptiemeisje toch maar even in het mutatieboek ging kijken, dat ze inmiddels in een kast had gevonden. Volgens haar was Anna naar haar eigen huis toe. Hè, iemand met longkanker die regelmatig flauwvalt en hooguit nog maar een paar maanden te leven heeft naar huis terugsturen? Er was wèl sprake van dat ze naar het Talmahuis zou gaan, zei ik. Goed, het meisje belde iemand die het weten kon, inderdaad bleek Anna vorige week naar het Talmahuis verhuisd. Het meisje maakte meteen een aantekening in dat boek van haar. Ik dus vervolgens van de Helperbrink naar de Rivierenbuurt gefietst. In het Talmahuis niemand achter de receptiebalie te bekennen. Drie of vier keer gebeld, zonder resultaat. Toch, na tien minuten duikt er iemand op. Hij vertelde dat de baliemedewerkers wegbezuinigd waren. Volgens hem lag Anna op de derde etage, daar moest ik maar verder vragen. Ook op de derde van het Talmahuis geen verzorgende te bekennen. Eindelijk door een patiënte in een rolstoel naar de juiste kamer geholpen. Anna bleek wel wat magerder dan de vorige keer, maar ze was redelijk monter. De dokter had haar vier maanden extra gegeven. Ook was ze nog zo mobiel, dat ze met de rollator boodschappen kon doen bij de winkel om de hoek. Ze had aangeboden om als vrijwilliger achter de receptiebalie te zitten, maar daar hadden ze geen oren naar.

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Vanmiddag, Kunst in de Kop. Ik vond het thema – De identiteit van de Nederlander – mager uitgewerkt, maar had ook niet het geduld om de video van Toos Nijssen te bekijken. Volgens Marcel Wichgers vormde die het hoogtepunt van de expositie. Het dominospelletje van Dirk-Jan de Graaf sprak me nog wel aan:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Eind van de middag, Pathé. Met mijn broer en zijn twee oudste kinderen naar de première van Snuf de Hond, waarvoor hij via de school gratis kaartjes kreeg. Een typisch Nederlandse film, met nogal matig acteerwerk. Zo werden de Duitsers erg zwaar aangezet. Als historicus ben je allergisch voor anachronismen zoals het maisveld waar de hoofdfiguren een paar keer hun toevlucht in moesten zoeken, maar de kinderen hebben zich vermaakt en dat is het belangrijkst. Na afloop mochten ze vragen stellen aan de acteurs:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Op de terugweg zag ik een paar meeuwen duikvluchten maken bij de Oosterbrug. Onder de brug zwommen een fuut en zijn jong, ik denk dat de meeuwen het op dat jong gemunt hadden. De futen bleven gewoon op het water zwemmen, in circeltjes rond de palen van het remmingswerk, en doken niet onder. Misschien kan zo’n jong dat nog niet?:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA


Universele opvoeding

“Wees blij dat je de oorlog niet hebt meegemaakt”, en: “Denk eens aan die kinderen in Biafra”. Martin Bril hoorde exact dezelfde zinnetjes als ik, vroeger. Blijkbaar was er een universele opvoeding in de jaren zestig en maakte het niet veel uit waar je opgroeide.


Langs Friese bezienswaardigheden

Geplaatst op 22 mei 2008

Die middelste is nu net gewoon hoogleraar Fries in Groningen geworden. Hij was het al in Amsterdam. maar dan bijzonder. En als hoogleraar ben je liever gewoon dan bijzonder.

De dia is gemaakt in de zomer van ’77 toen we werkten aan onze kandidaatsscripties. Ik geloof dat Franck Smit (rechts op de dia) de auto van zijn vader leende. Hij voerde Frans Westra (links), Goffe en mij met een gangetje van 180 kilometer per uur langs Friese bezienswaardigheden als Nijbeets (socialistisch broeinest), Sloten (met de roeiboot door de gracht), Wieuwerd (mummies in kerk) en Hindeloopen (IJsselmeerdijk), voordat we bij het skutsjesielen aanbelandden.

Filmpje met de prof


Kemenade

Ik ben geen dichter, maar heb wel gedichten geschreven. Deze is van omstreeks 1980 en gaat over de Kemenade. Dat was de ruimte op de eerste verdieping in het Groninger jongerencentrum VERA, waar indertijd de huisdealerij was.

Hier kouten twee meiden in oosterse kloffies,
daar prijkt de verveling op de smoelen van schoffies,
muziek, kopjes en glazen, gekonkelfoes,
men kijkt op naar een dame in doorkijkbloes,
ze weigert beslist een aangeboden koffie.

Hoe gissen hier consumenten
– de roes verteert wat centen –
naar onzen, ponden, kilo’s
in ondergrondse silo’s;
ganjah, sinsemilla.
Libanon in lila.
lila linnen zakjes,
terwijl ze pulken aan een takje.

Een deken vormt zich uit rook van hasj
– “Ik wou dat ik hier dealer was” –
cannabis vrijhaven keer op keer,
de plek waar een freak huist bij regenweer,
daarbinnen heerst baarmoeder reggaebas.


Omazoet

Geplaatst op 15 mei 2008

Het bestaat nog, en blijkt te koop bij de Milo in het UMCG. Het spul is dermate zoet, dat het glazuur je spontaan van de kiezen springt. Ik althans, vermoed dat het zeer heeft bijgedragen tot enkele extracties. Van degene die de foto maakte, Kokjebalder, kreeg ik daarom de raad om nu toch vooral goed groente en fruit te eten. Een boodschap die ik al een tijd niet meer had gehoord.


Het meest inspirerende hoorcollege

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Wim Vuyk heeft vandaag een logje over uitdagend onderwijs. Iets waar studenten naar snakken. Hij vroeg zich af, welk college hij zich nog herinnerde van zijn eigen studie Nederlands, zo’n 25 jaar geleden.

Hij kwam op een serie werkcolleges. Ikzelf kom op een individueel hoorcollege. Van Jan Willem Drukker, indertijd docent bij de sectie sociaaleconomische geschiedenis en nog steeds werkzaam aan de RUG, maar dan als hoogleraar. Daarnaast is Drukker sinds vorig jaar hoogleraar design-geschiedenis aan de Universiteit Twente, een functie die hij eerder lange tijd in Delft vervulde.

Om op dat college terug te komen, dat was in mijn eerste jaar, 1974/1975, laat op de middag, ik dacht dat de maandagmiddag was, in de Heymanszaal. Dat is een ouderwetse collegezaal, waar de houten stoelzittingen tegen het dito rugbeschot knallen als je opstaat.

Die middag gebeurde dat zeker niet voortijdig. Aan het begin van zijn college bezwoer Drukker ons dat we pen en papier maar in onze tassen moesten laten zitten. Hij zou zijn verhaal later nog wel op stencil zetten, en dan vormde het ook tentamenstof.

Hij vertelde met verve, breed gesticulerend en enige show en overdrijving niet schuwend over counterfactual history, een stroming in de geschiedenis die modelmatig onderzoekt, wat er gebeurd zou zijn, als een belangrijke sociale of economische ontwikkeling achterwege was gebleven. Zo behandelde hij het boek Railroads and American Economic Growth (1964) van Robert Fogel. Terwijl allerlei historici elkaar nawauwelden en de spoorwegen een grote rol toedichtten in Amerika’s economische ontwikkeling, debunkte Fogel dat finaal. Zonder de spoorwegen zouden er veel meer wegen en kanalen geweest zijn, en de Amerikaan zou hooguit een maand later hetzelfde gemiddelde inkomen hebben gehad, als mèt al dat treintjesgedoe.

Nog  dagenlang suisde het relaas na in mijn hoofd. Maar helaas kwam Drukker er nooit toe, om dat enthousiasmerende verhaal van hem, zoals beloofd, op stencil te zetten. Weken heb ik er naar uitgekeken, maar het kwam niet. Uiteindelijk werd het tot mijn teleurstelling zelfs van de lijst met tentamenstof geschrapt.

Neemt niet weg dat het zonder meer ’t meest inspirerende individuele hoorcollege van mijn opleiding was. Over werkcolleges een andere keer.


Draaiduizelingen

Vrijdagochtend draai ik me nog een keer om voor het opstaan. Er gebeurt iets raars. Het is net of een bel vocht zich binnen mijn hoofd verplaatst. Ook voel ik een druk binnen mijn hoofd. Ik draai me nog eens om, met open ogen en de wereld in mijn blikveld valt vertraagd, in etappes en herhaaldelijk op zijn plaats. Ik ben meteen klaarwakker.

Opgestaan, blijkt dat ik mijn hoofd maar het best zo rechtop mogelijk kan houden. Dan heb ik geen last van het vertragingseffect en de druk. Als ik buk om mijn schoenen op te pakken, of als ik mijn hoofd achterover leg om een haring weg te happen, is het gevolg dat ik een paar seconden sta te tollen op mijn benen. Ik kan mijn evenwicht nauwelijks bewaren en moet me staande houden door me aan iets vast te grijpen of ergens tegenaan te leunen.

Naar de dokter? Ik ben niet zo dokterig. Maar zaterdag is het nog niet over. In het Sterrebos zie ik een ronde plek met allemaal vogelpoep en automatisch gaat mijn blik naar boven. Hoog in de boom zit een reigernest. Ik wil weer verder, zet mijn hoofd weer in de normale stand en wankel.

Mijn vader is gestorven aan een hersentumor. Mijn broer valt op onverklaarbare wijze flauw. Ik denk dat ik hooguit nog maar een paar maanden te leven heb, en leg mentaal alvast de prioriteit bij een grote opruiming van mijn zooi. Zodat anderen dat karwei niet hoeven te doen.

Maar op zondag doen de verontrustende verschijnselen zich nauwelijks meer voor. Ik kan weer gewoon bukken en mijn hoofd achterover doen. Alleen als ik op mijn rechteroor ga liggen is er nog iets van de draaierigheid over. En zelfs daar is vanochtend, als ik toch maar even de huisarts bel, geen sprake meer van.

De dokter, zo spreek ik met zijn assistente af, zal me nog terugbellen. Als ik google op de symptomen. komt de ziekte van Ménière in beeld. De draaiduizelingen die er bij horen heb ik dus gehad, zij het voor heel korte perioden en alleen onder bepaalde condities. Van tinitus – een tuut in het oor – heb ik al last sinds de concerten op VERA en een klap op mijn oor, waardoor drie dagen doof was. En af en toe hoor ik tegenwoordig ook minder.

Achteraf heb ik het wel vaker in lichte mate gehad. Een milde duizeligheid, waarbij grillige zwarte vlekken in mijn gezichtsveld komen en ik vaag misselijk ben. Eén keer nadat die tinitus zo luid was, zo ‘electrisch-achtig drèngend’, dat ik er horendol van zou worden, als dat lang achtereen duren zou.


Protest hielp geen flikker

5

Wat nu nationaal en regionaal speelt, daar kreeg onze stadsbuurt drie jaar geleden mee te maken. Het postkantoor aan de Meeuwerderweg werd bedreigd en we voerden ouderwets actie, waarbij we de gemeenteraad en het stadsbestuur meekregen. Wat zeg ik, het CDA stelde er zelfs kamervragen over.

Op de ruïne van de Oosterpoorter-website staan nog wat tekstjes. Om precies te zijn verzamelden we medio februari 4336 handtekeningen voor behoud van het postkantoor. Die wilden we op maandagochtend de 21-ste aanbieden aan de districtsmanager van Postkantoren BV. Hij zou dan namelijk om 9.15 uur komen om de postkantoorhouder zijn nieuwe contract voor te leggen, dat ons postkantoor tot een kaal servicepunt zonder geldbalie ontmantelde. Het was de bedoeling dat er dan een flinke rij met mensen stond, waar de kerel mooi achteraan mocht sluiten. Geert H. zou hem de handtekeningen aanbieden.

Die ochtend stonden er, als ik op de berichtgeving mag afgaan, op het afgesproken tijdstip zo’n 60, 70 Oosterpoorters in een rij voor de deur van het postkantoor. We kletsten geanimeerd met elkaar, weet ik nog, maar de PostkantorenBV-er had van een afstandje toe staan kijken, durfde “de confrontatie met de menigte” niet aan en reed in zijn auto voorbij.

Daarom gingen we medio maart de handtekeningen aanbieden in het hol van de leeuw, op het hoofdkantoor van Postkantoren BV in Utrecht. Met een touringcar, die, tamelijk teleurstellend, nog niet halfvol zat. Van die dag zijn de onderstaande foto’s, gemaakt door reisgenoot Paul P. (Van de bovenstaande vergat ik helaas de maker.)

Om een lang verhaal kort te maken: ons protest hielp geen flikker, Postkantoren BV beloofde wel iets vaags – zodat we dachten dat we nog iets bereikt hadden ook – maar deed uiteindelijk gewoon waar het zin in had.

5e

5d

5c

5b


‘Dit is de man. Dit is zijn bier.’

Geplaatst op 26 februari 2008  a

Vlieland 1967. Let op het witte t-shirt van de stoere jongen rechts. Zo oud is die reclamespot dus.

Het betrof een vakantieweek van het dorpshuis, maar op de foto zie je bijna alleen middenstandskinderen, die zelf ook middenstanders werden. De stoere jongen met het witte t-shirt volgde zijn ouders op in hun verzekeringsbedrijf. De jongen op de voorgrond die zijn rode blouse omhoogtrekt is bakker geworden, net als zijn vader indertijd al was. En de jongen die het dichtst bij de vuurboets zit, met zijn hand voor zijn gezicht, heeft een schoenenzaak, net als zijn pa, maar dan in een ander dorp. Bij mijn weten is alleen de jongen die er met zijn blote bast tussenin zit, de zoon van een groenteboer, niet hetzelfde als zijn vader gaan doen.

Ik denk dat de crisis van de jaren zeventig het opvolgen van vaders in hun zaken behoorlijk gestimuleerd heeft. Zelf voelde ik daar helemaal niet voor, maar materieel had dat mijn leven er wel een stuk gemakkelijker op gemaakt.

PS: zie over de bierreclame van Amstel nog dit.


Procrastinatietest

Procrastination Scale

Scoring en commentaar:
“uitstelneiging (score = 70)
Jouw neiging tot uitstellen komt overeen met die van een gemiddelde student.”