Covers van Life
Geplaatst op: 22 april 2007 Hoort bij: autobio, Media Een reactie plaatsenHet Amerikaanse fotoblad LIFE ging deze week na ruim 71 jaar ter ziele. Maar de website blijft bestaan, de zeer waardeerbare Cover Search incluis. Met exemplaren van LIFE probeerde onze leraar Engels ons indertijd wat extra taalkennis bij te brengen, en vijf covers van 1969 riepen warempel herkenning bij me op. Amerika had nog het voordeel van de twijfel, want drie van die covers gaan over de maanlanding, en twee over Viêtnam en de anti-oorlogsprotesten. Zou een mainstream medium in Amerika de gesneuvelden van Irak nu nog even prominent onder de aandacht brengen? Ik vraag het me af.
En toch bestaan ze nog, de anarchisten!
Geplaatst op: 31 maart 2007 Hoort bij: autobio, Muziek Een reactie plaatsenOnze leraar Frans, A.A.J.I.M. Smeele, maakte propaganda voor het Franse chanson, door plaatjes van Georges Moustaki, Georges Brassens en Leo Ferré te draaien. Daarbij reikte hij dan de gestencilde teksten uit, die we moesten zien te verklaren. Meestal betrof het liefdes- en andere zachtaardige luisterliedjes. Hij bezondigde zich niet aan deze pep voor anarchisten:
In de jaren zestig viel Leo Ferré (1916 – 1993) in ongenade bij nogal wat linkse luistervrienden, omdat hij een oud kasteel kocht en er nog ging wonen ook, met een stel chimpansees. Tegelijkertijd bleef hij zingen op de jaarlijkse toogdagen voor Franse anarchisten. Later steunde hij bovendien nog een libertair radiostation.
De Friesland
Geplaatst op: 27 februari 2007 Hoort bij: autobio Een reactie plaatsen
Het schip, en zelfs dit ansichtkaartje herinner ik me van mijn eerste echte strandvakantie, Terschelling 1962. In de salon, ik dacht tweedeklas, veel geroezemoes tussen lambrizeringen van gelakt mahoniehout.
Die vakantie bleek een ramp. Het was koud en het regende bijna voortdurend. Er stonden grote modderpoelen op het terrein in Midsland. We bleven veel binnen zitten, in het houten vakantiehuisje dat mijn ouders voor een week hadden gehuurd. Met zijn vijven op zo’n kleine ruimte, dat moest wel leiden tot ruzie.
Op een van die zes dagen had mijn moeder geen zin in uitgebreid koken. Bij de open VW-winkelwagen die elke middag het terrein opdraaide, kocht ze conservenblikken nassi goreng van Koen Visser. Nou zouden wij het ook eens eten, dat exotische spul. De dampende borden kwamen op tafel, iedereen nam heel voorzichtig een hapje, maar niemand vond er wat aan. Integendeel, uit ieders gezicht sprak een boekdeel YUK. Het gros van de Koen Visser-nassi verdween in de vuilnisbak. Het leek wel net zo bedorven als ons humeur.
Tegenwoordig is de vijftigjarige Friesland een vrolijk partyschip, zie ik. Er zit nog een verhaal aan vast, want de vernoeming in 1956 lijkt een goedmakertje geweest te zijn van de Terschellinger rederij Doeksen.
Voor 1942, moet u weten (pagina 298 e.v.), hoorde Terschelling eeuwenlang bij Noord-Holland. Dat jaar echter, voegden de Duitsers het eiland om militaire redenen bij Friesland. Ondanks hun Friese dialecten was dat èrg tegen het zere been van de eilanders, bleek na de oorlog. Want hun gemeente raakte Noord-Hollandse subsidies kwijt, onder andere voor wegonderhoud. De provincie Friesland weigerde die subsidies te compenseren, omdat ze Terschelling niet wilde voortrekken op Ameland en Schier. Pas nadat Friesland financieel over de brug kwam, in 1948, legden de Terschellingers zich bij de annexatie neer. In 1951 werd die wettelijk vastgelegd. De doopnaam van de Terschellinger veerboot moet als het ware een zegel op de vrede zijn geweest.
Dag dei nait meer stukken ken
Geplaatst op: 17 februari 2007 Hoort bij: autobio Een reactie plaatsen

Ik doe er niets aan, hoor. Buiten dit stukje muziek van Woaromnait.
Inktpoëzie
Geplaatst op: 14 februari 2007 Hoort bij: autobio Een reactie plaatsenDit gedicht van Mark Strand deed me denken aan een dat ik zelf ooit maakte, omstreeks 1985:
Archief
Zeven meter onder de zomerzon
hikt de kou onverdroten aan
tegen vestingdik beton
vol TL-beschenen dozengrijs.De sores van opgeruimde doden
ligt stelling na stelling opgebaard.
Zand, van het voor eeuwen geschepte papier
gelopen
knerst tussen de tanden
tijdens de lunch
De meegelifte inkt
smaakt naar galnoot
Achteraf komt de adequate beschrijving
Geplaatst op: 8 februari 2007 Hoort bij: autobio Een reactie plaatsenIs mijn enkel net ingetaped door ome dokter zijn assistente, kom ik weer buiten, is de eerste auto die ik tegenkom van ……
Pootje verzwikt
Geplaatst op: 3 februari 2007 Hoort bij: autobio Een reactie plaatsen

Met het Tehuis, een zalencentrum aan de Lutkenieuwstraat, zijn er aan de A-kerkstraat wat panden gesloopt. Sinds de archeologen op deze lokatie hun onderzoek verrichtten, nu anderhalf jaar geleden, ligt de zaak hier helemaal stil. Geen spoor van bouwwerkzaamheden, wat vermoedelijk ligt aan een meningsverschil tussen de projectontwikkelaar en gemeentelijke dienst Ruimtelijke Ordening, want dat is heel vaak zo als er een bouwterrein braak blijft liggen.
Het vrij forse gat vulde zich met water, waarop men af en toe wat eenden ziet zwemmen, een vrij zeldzaam tafereel in de Groninger binnenstad. Maar zo’n schouwspel kieken vanaf de A-kerkstraatkant gaat moeilijk, want meestal staan hier hekken voor het bouwterrein. Gistermiddag bleken die echter opzijgezet, en benutte een bouwbedrijf het perceel om zijn auto’s te parkeren. Ik was onderweg van de Groninger Archieven naar de Universiteitsbibliotheek, had mijn camera bij me en zag mijn kans schoon, ook al ontbraken dit keer de eendjes.
Op de foto is niet te zien dat er op de zuidzijde van het terrein, achter de bult links, een groene schutting ligt, die wel omgewaaid zal zijn bij de laatste storm. Omdat ik ook vanaf die kant wat fotootjes wilde maken, besloot ik die platliggende schutting als looppad te gebruiken. Wat ik beter uit mijn hoofd had kunnen laten. Want halverwege de schutting zakte ik er een eind doorheen. Mijn rechter enkel ving de klap op, en protesteerde hevig:

Gelukkig neemt de zwelling nu af, maar dat je zo afhankelijk van een enkel bent, dat was ik behoorlijk vergeten. Het aantrekken van een broek, sokken en schoenen vergt nu enige omslag. En het loopje naar de supermarkt om de hoek, betekent opeens een wereldreis.
Radiodagen
Geplaatst op: 25 januari 2007 Hoort bij: autobio Een reactie plaatsen
Een van de mooie dingen van internet is, dat je er allerlei verloren bestanddelen van je persoonlijke geschiedenis bij elkaar kunt rapen. Zo vond ik op Wouter Nieuwlaats’ Antiekeradiosite het toestel terug dat mijn ouders in de jaren vijftig hadden. Dat was een Philips, want dat merk verkocht mijn opa in Dwingeloo en bovendien gold het motto: “Koopt uit andere landen niet, wat Nederland u biedt”.
Wat klonk er zoal uit dat toestel? ’s Ochtends natuurlijk de waterstanden en de dagopening van de VARA. Het hanengeschrei en ’t Morgenrood werden weliswaar pedagogisch niet geheel en al verantwoord geacht – mijn ouders waren lid van de AVRO – maar de knop ging niet om.
Zelf keek ik vooral uit naar Paulus de Boskabouter, een kort hoorspel dat ’s avonds om een uur of zes, zeven werd uitgezonden. Griezelen om Eucalypta en daarna onder de wol. Hier meer op een Belgische site.
Maar meestal klonk er volwassen muziek uit dat toestel en de liedjes die je onthield, heb je ook onthouden dankzij volwassenen. Achter het stuur van zijn Jeep en zijn Ford zong mijn grootvader bijvoorbeeld:
Twee oogen zoo blauw,
Kleine Greetje uit de Polder
en Daar bij die Molen,
liedjes die je respectievelijk kan aantreffen op verzamelsites als die van Lodewijk Steeman en Cultureel Brabant.
Pop-pop-pop-pop-peroppetoppetop
Geplaatst op: 22 januari 2007 Hoort bij: autobio Een reactie plaatsen
Dit was hem. Onze koffergrammophoon. De Philips AG2145. Hij is gemaakt van 1957 tot 1959 en je kon er in vier snelheden van die zwarte plaatjes op draaien: 16, 33, 45 en 78 toeren per minuut. In het deksel kon je ze opbergen, die plaatjes. Dat waren er heus niet zoveel hoor, bij ons. Hooguit zeven. De meeste met Sinterklaas- en Kerstliedjes, maar mijn ouders hadden ook een paar hitsingels.
Zoals de ‘Itsy Bitsy Teenie Weenie Yellow Polka Dot Bikini‘ van Brian Hyland – clip – uit de herfst van 1960. Lang geleden is dat hè? Die tekst vonden de mensen toen ondeugend. Pop-pop-pop-pop-peroppetoppetop.
Weet je, als je maar twee hits had, dan draaide je die net zo lang tot ze je als een taaie sliert snot de neus uitkwamen. Er waren wel meer mensen die Itsy Bitsy enzovoorts niet meer konden luchten, zien of horen. In One, Two, Three, een hele leuke film uit 1962, zetten gemene Oostduitse agenten het nummer rücksichtsloos en met succes in om een zogenaamde kapitalistische spion van zijn slaap te beroven en tot een bekentenis te dwingen.
De volgende keer iets over het andere hitsingeltje bij ons thuis. Nu doe ik eerst weer de deksel op onze koffergrammophoon. Zo, die zit dicht. Daag.

Pluim voor bijbelkennis
Geplaatst op: 21 januari 2007 Hoort bij: autobio, Webdinkies Een reactie plaatsenYou know the Bible 80%!
Wow! You are truly a student of the Bible! Some of the questions were difficult, but they didn’t slow you down! You know the books, the characters, the events . . . Very impressive!
Niet gek voor iemand die nooit naar de zondagschool is geweest. 😉
Kantoor aan huis (II) – Toletspree
Geplaatst op: 2 januari 2007 Hoort bij: autobio Een reactie plaatsenEen kennis vertelde me dat hij gaat verhuizen. Hij wil graag een kantoor aan huis, maar er fysiek los van. Een werknemer wil hij liever niet over zijn privé-vloer hebben.
Wat een luikje bij mij opende. Mijn vader had kantoor aan huis, en mensen die er werkten, of er als klant moesten zijn, kwamen ook in ons woongedeelte wel over de vloer. Daar had ik als jongen absoluut geen moeite mee, integendeel, tussen die werknemers van mijn vader zaten bijvoorbeeld best interessante types, zoals Narda de Lesbiënne.
Wat niet wil zeggen dat ik me niets kan voorstellen bij de woonwens van mijn verhuizende kennis. Mijn vader, moet je weten, verzorgde de boekhouding voor veel boeren. Ook had hij dezelfde boeren wel als klant bij zijn filiaal van de Nederlandsche Middenstands Spaarbank. En als sommige op dinsdagavond, donderdagavond of zaterdagochtend – de openingstijden van de bank – in de wachtkamer (onze keuken) hadden gezeten, kon het er nog uren ruiken naar mest. Nou viel dat nog wel mee als het om mest van paarden of runderen ging, maar er zaten ook varkensboeren tussen. Ik meen me zelfs te herinneren, dat mijn moeder dan achteraf de toletspree in stelling bracht.
Tom Poezen
Geplaatst op: 1 december 2006 Hoort bij: autobio, Geschiedenis Een reactie plaatsen
Volgens het DvhN van vandaag heette het Duitse smalspoorlijntje bij Havelte in de volksmond het “Tom Poeslijntje“. De naam verwees naar de NSB-burgemeester van het tien kilometer verderop gelegen Steenwijk,
“een klein iel mannetje dat door de inwoners van Havelte Tom Poes was gedoopt”.
De passage maakte een herinnering bij me los aan een andere Tom Poes. Dat was een klein dik mannetje dat in het dorp Havelte zelf woonde, aan de Brink naast de supermarkt. Officieel heette hij Hendrik Nijenhuis, en hij maakte zich omstreeks 1965-1967 verdienstelijk door de schuur achter zijn huis ter beschikking te stellen voor het oude papier, dat wij als leerlingen van de lagere school ophaalden, eens in de maand op een woensdagmiddag. In die schuur, soms tjokvol gestouwd, moest geen brand uitbreken. Ook hielp deze Tom Poes zelf wel eens mee met de oud papierophalerij. Hij zat dan op de bok van zijn paard en wagen – later had hij een vrachtautootje, geloof ik.
De bijnaam Tom Poes slaat dus altijd op een klein mannetje. Toen ik jaren geleden ouwe Groninger Couranten zat door te nemen, kreeg ik door waar die bijnaam – misschien met tussenkomst van de stripheld – uiteindelijk vandaan kwam. Medio negentiende eeuw vertoonde zich regelmatig een dwerg in de stad, Admiraal Tom Pouce. Diens werkelijke naam was Jan Hannema (1839 – 1878). Hij kwam uit Friesland, maar was in zijn tijd een internationale attractie.
Deze Friese Admiraal Tom Pouce was weer een deels in het Frans vertaalde variatie op en tegenhanger van de General Tom Thumb die in 1844 vanuit Amerika overkwam met Circus Barnum. Ook deze dwerg vormde in Europa een grote bezienswaardigheid.
Volgens de Nederlandse Wikipedia is het gebakje Tompoes naar die Amerikaanse ‘generaal’ genoemd, maar dat geloof ik niet zo. Het was de Friese ‘admiraal’ die zijn naam moet hebben geleend aan de lekkernij.
Het bastion van de fiscus
Geplaatst op: 29 november 2006 Hoort bij: autobio, UK + RUG Een reactie plaatsenEen collega had er al eens vergeefs achteraan gebeld en ik verspilde er ook al eens een half uur aan. Voor journalisten leek de belastingdienst een onneembare vesting. Je bent aangewezen op het algemene publieksnummer, krijgt dan eerst eens tweemaal drie voorkeuzemogelijkheden op een bandje voorgeschoteld, en als je dan eindelijk bij de telefooncentrale bent, weten ze daar niet eens dat er een afdeling persvoorlichting is. En als je daar na enig soebatten dan eindelijk toch belandt heeft degene die hier misschien wel wat van afweet toevallig net een snipperdag, terwijl die mevrouw dan de volgende dag niet terugbelt, grom.
En toen kreeg ik hem in de schoot geworpen, de naam van de accountmanager die ik moest spreken over een fiscale afspraak tussen de fiscus en de universiteit. De naam met het adres ook nog, maar zonder telefoonnummer. Na die twee maal drie voorkeuzemogelijkheden weer helemaal afgeluisterd te hebben, pompom, wilde de telefoonmeneer dat telefoonnummer niet geven. Op enige aandrang gaf hij wel een faxnummer. Ik moest mijn vragen daar maar schriftelijk heensturen.
Nou liggen telefoonnummers vaak dichtbij faxnummers. Het faxnummer eindigde met een drie, ik verving dat door een twee, maar ving bot: nog een fax. Maar een nummertje overslaan en meteen naar de nul op het eind bleek bingo, ik zat op de afdeling. En de secretaresse schakelde nog door ook. 🙂
Helaas, de accountmanager zei dat hij me niet kon helpen: “U heeft het heel dapper geprobeerd, maar mij hoort u niets zeggen. Wij hebben een geheimhoudingsplicht tegenover onze klanten.” Ik: “Ook als die klant een rijksinstelling is, die zich voornamelijk met overheidsgeld bedruipt?” Hij: “Ook als het een overheidsinstelling is. Alleen de staatssecretaris mag hier wat over zeggen.”
Op naar het ministerie van financiën. Helaas, de staatssecretaris bleek vandaag niet te spreken. Ik belandde bij een vrouw van persvoorlichting. Ook zij begon over de geheimhoudingsplicht: “Over individuele belastingplichtigen mogen we niets zeggen, de correspondentie is vertrouwelijk en het is strafbaar als we daar mededelingen over doen.” Ik: “Ook als het een rijksinstelling betreft, die zich voornamelijk met overheidsgeld bedruipt?” Zij: “Ook als het een overheidsinstelling is. En de staatssecretaris is daar eveneens aan gehouden, behalve in héél dringende gevallen voor de Tweede Kamer.”
Een prooi voor kindervingertjes
Geplaatst op: 14 november 2006 Hoort bij: autobio Een reactie plaatsen
Dit moet zo’n beetje de allereerste tijdschrift-cover geweest zijn die ik van mijn levensdagen zag. Vlak nadat ik mijn oogjes opende was dat. Het jongste kindje lijkt ontzag te hebben voor het logo, het oudste kijkt er stralend naar op. Ook ik had diep respect voor het blad. Vooral de gratis knippatronen vonden een dankbaar onthaal in mijn grijpgrage vingertjes, als ze uitgespreid lagen over de JaBo vloerbedekking.
De cover maakt deel uit van de tentoonstelling Magazine!, over 150 jaar publiekstijdschriften uit de collectie van de KB. De NRC schreef er al over.





Recente reacties