Ranja-party met drank, banket, zang en praatje

Het was me het Ranja-dagje wel, bij de Groninger Archieven. Op de Ranja-party voor de lokale erfgoedsector, tevens seizoensstart, kon men zich tegoed doen aan ranja uit een heuse ranja-fontein en diverse soorten ranja-banket, onder de vrolijke tonen van de Zingende Broeder die onder meer het Ranja-lied van Koos Speenhoff en Ranja met een rietje van Johnny Lion zong.

Mijn eigen bijdrage bestond uit een praatje over Ranja en over C. Polak Gzn. NV, het Groningse bedrijf dat in 1920 Ranja op de markt bracht, een produkt dat indertijd vrijwel meteen een rage werd. Een nijvere vakbondsreporter vond mijn verhaal wel iets voor de lokale FNV-leden, zodat mijn spiekpapier nu ook te lezen valt voor mensen die het feestje niet konden bijwonen.  Zie de derde link in de middenkolom op deze pagina.

NB (28 maart 2015): Aangezien de FNV het praatje als niet meer actueel van zijn website heeft gegooid, plaats ik het hier maar even onder deze link:

ranja praatje voor 13 september 2012


Mijn kamerlid (tenminste dat mag ik hopen)

Het zal er om spannen of Linda Voortman opnieuw in de kamer komt. Volgens de peilingen valt ze net buiten boord. Wat jammer zou zijn. Ook omdat ze onlangs verkozen werd tot beste webpoliticus van Nederland.

De foto is van de Haagse fotograaf Roel Wijnants.


Ganzenschade

Sinds een dag of wat zitten er vijftig, zestig, zeventig ganzen aan de Peizerweg. Ze zijn nogal eenkennig en houden het op één strook weiland, terwijl ze de belendende percelen mijden. Op die ene strook lijkt het gras ook nog korter, dan op die ernaast. Kennelijk houden deze ganzen niet van al te lang gras? Of zou dat vanwege de dauw ’s ochtends zijn, als ik ze zie?

Ik herinnerde me het verschijnsel opeens weer, door het bericht dat boeren die geen schade van ganzen hebben, ook geen vergoeding van ganzenschade meer kunnen krijgen.

 


Bij de Stemwijzer

Ik dacht even dat het in de hogere regionen weer hetzelfde plaatje zou zijn als de vorige keer, maar bij nader inzien blijkt dat niet het geval. De PvdA is duidelijk gezakt, terwijl de Partij voor de Dieren nu naast GroenLinks op 1 staat. Toch zie je mij niet gauw op de dierenpartij stemmen: teveel van de schattige beestjes in plaats van het milieu in bredere zin, en mevrouw Thieme lijkt me ook een dictator van jewelste.

Het aantal natuur- en milieupunten in deze Stemwijzer was overigens minimaal. Vermoedelijk ligt daar het volgende mechanisme aan ten grondslag. Omdat de PVV een hekel aan het milieu heeft en de agenda min of meer bepaalt, willen veel andere partijen er ook niet meer over praten. Wezenlijk opportunistische media volgen hierin. Zo verdwijnt het milieu ook bij de Stemwijzer zachtjesaan uit beeld.

Politieke urgentie heeft dus weinig te maken met werkelijke urgentie. Maar enfin, de harde werkelijkheid rukt de oogkleppen vanzelf af.

 

 


De opgetogen poppetjes van Onnen

Het dorp Onnen heeft sinds kort een shared space:

Waar gemotoriseerde en ongemotoriseerde weggebruikers elkaar heus niet in de weg gaan  zitten en waar zelfs een leeuw voorrang zou geven aan een lam.

Toch lijken ze maar wat blij dat je het dorp heelhuids verlaat. “Mooi dat je er geweest bent”:

Hoewel: heelhuids? De blije poppetjes op de borden blijken bij nader inzien gehandicapt. Immers, beide hebben nog maar drie vingers aan beide handen:

Veelzeggend? Of is al dat vertoon van verkeerskundig idealisme dan toch echt geen dun alibi voor het recht van de sterkste?


Eureka over de grup

Ik las eerst “gras” en dacht: “Fryslan heeft het energie-probleem opgelost”:


Bijgezet op het koor van de Farmsumer kerk

Ik ging vanmiddag naar Farmsum om de pas ontdekte graven in de kerk te zien. Het was er een beetje druk. Enkele honderden mensen waren op hetzelfde idee gekomen.

Archeoloog Ko Lenting als explicateur:

Het graf van Frouke Onsta, van voorname Ommelander Hoofdelingenkomaf, in 1475 de bruid van Focko Ripperda en twee jaar later in de bloei van haar leven overleden. Een zerk uit de 15e eeuw dus. Dat zoiets tevoorschijn komt is van een grote zeldzaamheid:

Detail helm met vederbos:

Ook ruim een half millennium oud, zij het iets jonger, is de zerk van Hayo Ripperda II, die in 1504 overleed, vlak voordat hij Abraham zou zien. Van hem stammen alle latere heren Ripperda van Farmsum af. Op de steen draagt hij een harnas, heeft hij een zwaard opzij en ligt zijn helm aan zijn voeten:

In de media ging de aandacht uitsluitend uit naar de oudste grafstenen.  Maar ook die uit de zeventiende en vooral de achttiende eeuw zijn interessant:

Zoals de zerk van de Convooimeester Jan Sissingh, die in 1733 overleed. De steenhouwer gaf hem een gekroonde zandloper mee::

De volgende steen was getuige het grafdicht van een bevindelijke predikant:

Wiens leven was vol strijdt
vol elend vol onwaerde
Diens ziele rust by Godt
diens Lichaem in dees aerde
Godt heeft my nu bevrydt
van boos en sondigh volck
Twelck Christum ick voordroeg
als een getrouwe Tolck

De lokatie van deze graven moet het koor van de in 1869 gesloopte middeleeuwse Farmsumer kerk geweest zijn, want op zo’n plek, vlakbij de kansel, lagen meestal de predikanten en andere hotemetoten van een kerspel.

Nog een laatste blik op het geheel. Goed te zien is hoeveel grond er in en sinds 1869 over de graven heenging. Doordat de houten vloer vermolmd was en vervangen moest worden en dit keer wèl een kruipruimte gewenst werd, kwamen de graven aan het licht.


Kikkerorgie bij de Paddepoelsterweg


Nieuwsblad nu compleet op internet

Goed nieuws. Zonder veel ruchtbaarheid is de KB Krantenbank aangevuld. In elk geval staan er vandaag opeens jaargangen van het Nieuwsblad van het Noorden op, die er tot nu toe aan ontbraken, zoals 1888-1910, 1954-1956 en 1965-1967. Daarmee lijkt het Nieuwsblad nu helemaal compleet op internet te staan. De leggers van 1888 tot 1968 dus bij de KB, die van 1968 tot 2002 bij de Krant van Toen.

Een hoeraatje waard: Hoera!

Zo, en nu gauw verder sneupen.

Naschrift, uurtje later:

Blijkt er toch nog een aantal jaargangen te ontbreken. In elk geval uit de jaren 1890. Nou ja.


Museumweekend zet op digitaal dwaalspoor

Mooie campagne met een foutje: het internet-adres staat verkeerd op de posters. Dat nationaal zit namelijk niet in de echte url.  Terwijl Henk & Ingrid nog wel zo dachten ook eens aan hun trekken te komen, moeten ze nu alwéér verstek laten gaan.


Langs twee waterbergingen

De tweede helft van de middag een rondje Peizermade-Roderwolde-Matsloot gemaakt. Zo kom je langs twee waterbergingen. De hoeveelheid geborgen water viel me nog mee,  er kan veel meer bij! De campinghouder van de Matsloot, die van de week op radio Noord jammerde dat hem droge voeten beloofd waren, heeft die droge voeten nog steeds.

Deze slideshow vereist JavaScript.


Vruchten des velds als alternatief

In zijn stukje van vorige week vertelt Tony van der Meulen hoe hij als  jong verslaggever van het Nieuwsblad van het Noorden bij een perslunch eens naast Molly Geertsema mocht zitten, in die jaren niet alleen fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer, maar ook, net als Rutte, ” het prototype van de goedgemutste VVD-er”. Bij die lunch hield Geertsema een pleidooi voor de afschaffing van alle uitkeringen. Op de vraag hoe de mensen dan aan eten moesten komen, luidde zijn antwoord: “Van de vruchten des velds”.

Ik weet niet hoe Geertsema zich dit heeft voorgesteld, want de plantkundige kennis zal bij veel uitkeringsgerechtigden vast niet hoog ontwikkeld zijn geweest, ook toen al niet. Twee eeuwen eerder, in een tijd dat er nog nauwelijks uitkeringen bestonden, en mensen wat vaker noodgedwongen hun toevlucht moesten nemen tot de “vruchten des velds””, vergisten ze zich ook wel eens deerlijk in de eetbaarheid daarvan. Giftige planten willen nog wel eens sterk lijken op consumabele, zoals een bericht uit de Groninger Courant van vrijdag 12 april 1743 duidelijk maakt:

“Groningen den 11 April. Deezer daageni is hier een zeldzaam dog teffens ongelukkig geval gebeurt, door het eeten van groen Moes, waar door twee Jonge Kinderen van ses tot agt jaaren schielyk gestorven zyn en de lichaamtjes op ordre van de Regering geopend zynde, heeft men het binnenste vlies van de maag zeer geïnflammeert, en het gedarmte uyttermaaten geëxtendeert of opgeswollen bevonden; de Ouders die er meede van gegeeten hebben bevonden zig zeer ongemakkelyk; er word gepresumeert na men uyt het overschot van het moes kan verneemen, dat er Cieuta of dulle kervel onder geweest is; Deeze kruyden waaren door de vader zelfs opgezogt.”

Een van de gezichtsbepalende figuren van het Occupy-kampje hier in Groningen, hoorde ik laatst beweren dat hij wilde proberen om zonder uitkering te leven, van produkten die hij in de natuur kon vinden. Dan mag hij eerst wel even zijn warenkennis opvijzelen. Voor honderdduizenden mensen lijkt het me helemaal geen optie. Jaarlijks zullen er tientallen en wellicht zelfs honderden doden vallen. Geertsema was gelukkig alleen een virtuele borreltafelmoordenaar.


Mijn glanzende OV-kaartdebuut

Laat ik vanmiddag 50 euro op mijn ov-dalurenkaart zetten, zegt de dame achter de kassa dat die kaart niet meer geldig is als dalurenkaart. Hetgeen betekent dat ik geen recht meer heb op 40 % korting en dat ik het volle pond voor iedere treinreis moet betalen. Het beste kon ik maar klantenservice bellen.

De NS trekt ieder jaar met oud en nieuw volautomatisch 50 euro van mijn bankrekening af, het ongeldig verklaren van mijn dalurenkaart kan ik derhalve niet anders zien dan als diefstal. Dus in een opperbeste stemming klantenservice gebeld. Blijkt dat ik weer naar het station toe moet, om daar bij een kaartjesautomaat “een bestelling op te halen”. Ik heb geen bestelling geplaatst, sterker nog, ik heb al lang en breed voor mijn nu waardeloos blijkende “NS-produkt” betaald, maar enfin, ik laat me maar weer naar het station sturen en doe braaf wat er van me wordt gevraagd.

Doet de ene automaat het niet. Geeft de raad om maar naar een andere automaat te gaan.  Die lijkt aanvankelijk mee te werken. Halverwege de procedure heet het echter: “”Er staat geen bestelling voor u klaar”.

Wel #%^&*&()(+_*_*(&%(&$%^# Heb het nog eens geprobeerd, maar helaas: lauw loene. Dus met een wederom blakend humeur thuis nogmaals klantenservice gebeld. Dit keer neemt een overduidelijk Groningse naam op.  “Ja meneer, zoiets komt in enkele gevallen voor.” Een collega van hem zal regelen dat mijn ongevraagde bestelling alsnog voor me klaar staat. Over drie dagen moet die automaat het dan doen. En daarmee mijn kortingskaart.

Voor het intussen moeten reizen voor het volle pond, de tijd die is gaan zitten in deze van-het-kastje-naar-de-muurstuurderij en de hieruit voortgevloeide humeurverbetering krijg ik nog twee NS-dagkaarten toegezonden. Dat dan weer wel. Binnenkort maar eens naar Zeeland en Limburg.


Foute focus

Nog een herinnerinng van vandaag. Een eind voor me fietst een jochie van een jaar of zeven, acht een paar meter achter zijn moeder aan. Hij heeft al zijn aandacht gericht op een schermpje in zijn hand, kijkt niet op of om en steekt plompverloren de weg over. Een auto stopt nog net op tijd. Wat er gebeurd zou zijn als die auto al iets dichterbij was geweest, daar moet ik maar niet aan denken.


Waar is oma? Waar is de jager?

Waar is oma

Dat Friesche Vlag voor een pakketje van vier plastic knijpzakjes à 90 gram halfvolle kwark bijna 2 euro in de winkel durft te vragen, is tot daar aan toe. De wereld wil nu eenmaal graag bedrogen worden. Onvergeeflijk echter, is de revisionistische versie die de Friesche Vlag van Roodkapje geeft.

Zo noemt de Wolf in deze versie Roodkapje meteen al Roodhapje, waarmee hij zijn vileine bedoelingen èn de algehele plot van het verhaal bij voorbaat prijsgeeft. Ook blijkt Roodkapje zijn naam reeds te weten. Ze kent hem ook qua karakter al langer dan vandaag, want hij heeft weer eens honger. Dankzij al deze voorkennis weet deze Roodkapje waar de Wolf op uit is en troeft hem af met een kwarksnack. Zodoende wordt zij zelf geen Roodhapje, aldus de versie van de Friesche Vlag.

Van het enorm naïeve wicht in het oorspronkelijke sprookje, maakt de Friesche Vlag een gisse meid, die op alle eventualiteiten is voorbereid. Waar Roodkapje in het echte werk onverbiddellijk opgepeuzeld wordt door de Wolf, die haar als lekkerste voor het laatst bewaart, valt er in deze tandeloze remake geen druppel bloed. De Wolf wordt ook niet opengesneden, er gaan geen stenen in zijn maag en hij kiepert niet voorover in de put, om er nooit meer uit te komen, zodat niemand ooit nog wat van hem hoort. Nee, de Wolf blijft leven. En er valt warempel ook mèt hem te leven. Het is weliswaar een vervelende kwast, maar met een kwarksnack heb je geen kind aan hem.

In zekere zin zou je dit aspect van de herziene versie ook wel kunnen duiden als een vorm van gerechtigheid, omdat de Wolf in de oorspronkelijke versie met bijna bewonderenswaardig geduld het vervullen van een noodzakelijke behoefte tot het uiterste wist uit te stellen. Hij had immers Roodkapje ook wel dadelijk in het bos kunnen verorberen, maar dat wilde hij duidelijk niet en dat is maar goed ook, want dan hadden we helemaal geen verhaal gehad. Met de genade voor de Wolf, toegepast door Friesche Vlag, zouden we eventueel nog wel vrede kunnen hebben.

Wat echter zwaar op de maag ligt, is dat de zuivelgigant oma en de jager helemaal uit het verhaal heeft geschreven! In plaats van vier personen zijn er in de versie van Friesche Vlag nog maar twee. Nu was de rol van oma, toegegeven, in de oorspronkelijke versie al een tamelijk passieve, zij het dat haar personage naderhand nog werd opgeroepen door de Wolf, die zijn acteerwerk met een dusdanig talent deed dat Roodkapje er met huid en haar in stonk. Van deze passieve, maar cruciale rol van grootmoeder blijft nu niets over. Bovendien merken we niets meer van de jager, die met zijn handelende optreden een zeer gelukkige wending aan het oorspronkelijke verhaal wist te geven.

Het uit de vertelling mikken van oma en de jager, lijkt ons symptomatisch voor de huidige tijd. Mannen als de jager doen er niet meer toe met hun probleemoplossende vermogens. En het negeren van oma is de zoveelste manifestatie van de gerontofobie, waarmee onze samenleving, treurig genoeg, steeds meer behept is.

3729658f29