Kind in Zuidhorn
Geplaatst op: 16 november 2015 Hoort bij: Familie 3 reactiesEen van de vroegste foto’s van mijn moeder:

Ze zet het hevig op een brullen, staande boven een speelgoedpaard op wieltjes. Moest ze het paard afgeven aan haar anderhalf jaar oudere broertje? Die er wat opgelaten bijzit op die stoof van hem?
Of is het verhaal anders en wilde hij haar het paard afpakken? En zit hij er daarom wat schuldbewust en bedremmeld bij?
Andere foto, van een paar jaar later. Ze draagt een hoedje volgens de mode en heeft een wandelstok:

Beide foto’s zijn gemaakt in Zuidhorn, waar ze de eerste acht jaar van haar leven woonde. Ze had er maar heel weinig herinneringen aan. Ik ken niet meer dan twee verhalen van haar uit die tijd, terwijl ze grossierde in verhalen, vaak ook gestold in hun vorm.
Haar geheugen voor wat betreft Zuidhorn was bijna volledig overgeschreven door de latere herinneringen aan de oorlogsperiode, doorgebracht in Dwingeloo.
Naschrift 24 november 2022:
Joop Cley lokaliseerde de onderste foto als: op de hoek van de Nieuwstraat en Hoofdstraat op nr. 16. Later zat hier de groente- en fruitzaak van Pieter Stavasius en nu een makelaardij. Met dank!
Trots poseren voor de winkel
Geplaatst op: 15 november 2015 Hoort bij: Familie Een reactie plaatsenAan het begin van de oorlog, toen haar dubbele huis met de winkel er nog maar pas stond aan de Heuvelenweg in Dwingeloo, poseerde de familie Vondeling enige malen voor de winkeldeur en etalage. Later gebeurde dat niet meer. Toen was het winkelhuis een gegeven en niet meer iets om trots op te zijn. Het nieuwtje was er ook af.
Tweede van links mijn grootmoeder en vierde mijn grootvader, met zijn onafscheidelijke sigarenpeuk in de mond. Zijn broer Klaas en diens gezin uit Assen zijn op bezoek. Mijn moeder zit bestrikt en in een wit jurkje bij de twee jongste neven op de richel van het gazonnetje. Boven haar broer en tussen mijn grootvader en zijn broer in zie je een opschrift op het raam: Electrotechnisch Bureau A. Vondeling, Tel. 27. Links naast het pad staat een later verdwenen houten fietsenrekje:

De kinderen poseerden ook nog even apart. Tante staat op de hoek van het huis toe te kijken. Achter het etalageraam onderscheiden we een paar buizenradio’s, vermoedelijk van het merk Philips:

Een paar jaar later – mijn grootmoeder (tweede van links) is aanzienlijk verouderd door haar nierziekte, hoge bloeddruk en diabetes. Mijn grootvader is weer de zelfverzekerde man die hij wel vaker op foto’s is. Rechts naast hem staat zijn oudere broer Anton, die dan misschien net verkering heeft met wijkzuster Aukje van der Heide, de kostgangster van mijn grootouders. Zij is het die getuige de hand voor haar oog het meest last heeft van de lage zon uit het westen (het loopt tegen de avond). Mijn moeder – opnieuw met strik in het haar – kijkt wat gemelijk, terwijl haar broer juist vrolijk oogt. Op het fietsenrek reclame voor de zaak – mijn grootvader noemt zich nog junior om zich te onderscheiden van zijn broer Anton, die in het naburige Diever electriciën is:

Nog weer wat later – mijn moeder, nu zonder strik, en mijn grootmoeder voor het winkelraam

Achterop de derde foto staat met potlood een romantitel genoteerd: Muggendans, door J.P. Zoomers-Vermeer (Van Holkema en Warendorf, 1932). Een boek met een fraai art déco omslag. Waarschijnlijk schreef mijn grootmoeder de titel achterop de foto omdat er verder even geen papier in de buurt was.
Wat je niet op de foto’s ziet, zijn de radio’s die mijn grootvader vanaf het voorjaar van 1943 voor mensen onder de winkelvloer bewaarde, met een register dat na de oorlog totaal verschimmeld uit het gat kwam.
Men had zich dit uitje toch anders voorgesteld
Geplaatst op: 13 november 2015 Hoort bij: Drenthe, Familie Een reactie plaatsenEen gemengd reisgezelschap, ergens in de jaren dertig of vroeg in de oorlog. Men heeft zich netjes opgedoft en er speciaal de zondaagse kleren voor aangetrokken. Weliswaar zijn de haren droog en komt de zon er net door, maar duidelijk is dat het net flink geregend heeft en zo bevindt men zich dan met de glimmend gepoetste schoenen op een zandweg verzadigd van het vocht, waarop ook een plas is blijven staan. Reden om niet al te vrolijk te kijken – men had zich dit uitje toch anders voorgesteld:


De locatie is hoogstwaarschijnlijk ergens in Drenthe (of anders in Appelscha). Helaas komt geen van de afgebeelde personen me bekend voor. Mocht u iemand herkennen – ik hou me aanbevolen!
Oom Sikke en zijn monumentale bouwtoestanden
Geplaatst op: 11 november 2015 Hoort bij: Familie 2 reactiesSikke Bauke Postma (1899-1973) was voordat hij als weduwnaar met mijn vrijgezelle oud-tante Annie trouwde (1963), en wellicht daarna ook nog een poosje, bouwkundig tekenaar en opzichter bij restauratieprojecten. Opgegroeid in de omgeving Kollum-Oudwoude-Zwaagwesteinde-Veenklooster, woonde hij vanaf 1930 bijna veertig jaar in de stad Groningen. Hier werkte hij onder andere mee aan de restauratie van het Huis met de Dertien Tempels in de Oude Boteringestraat. In de omgeving van de stad was hij bijvoorbeeld betrokken bij de restauratie van de havezathe Laarwoud in Zuidlaren.
Van hem bevond zich een plakboek in de boedel van mijn moeder, waarin deze foto zit van de Leeuwarder ambachtsschool in 1915:

De banken, waarop tekenspullen als linialen en driehoeken liggen, zijn georiënteerd op het licht, dat links door de ramen komt. De fotograaf heeft voor het overzicht de leerlingen en hun docent naar achter gedirigeerd. Op het bord daar staat de draagconstructie van een balkon getekend. Rechtsachter staan kozijnprofielen en voorbeelden van metselverbanden tegen de muur. De jonge Sikke Bauke Postma valt maar moeilijk aan te wijzen. Ben geneigd te kiezen voor de jongen vooraan in het centrum, maar het kan net zo goed een andere zijn.
Ik ben er ook nog steeds niet uit, wat ik met dat plakboek moet doen. Er bevinden zich familie- en schoolfoto’s in, ouwe ansichten van Kollum, Staveren, Buitenpost en Zuidhorn en knipsels over historische toestanden en monumenten in Zwaagwesteinde, Oudwoude, Veenklooster, Deinum, Kollum, Westergeest, Peins, Groningen en Zuidlaren. Ik denk dat ik de Groninger zaken eruit haal en voor de rest een Friese bestemming zoek.
Oom Sikke was zo’n beetje de enige bouwvakker onder de oudere familieleden waarmee mijn ouders warme betrekkingen onderhielden. Je bent dan geneigd de afgedwaalde losse foto’s, waarop monumentale bouwtoestanden te zien zijn, ook aan hem toe te schrijven. Op deze staat hij zeker, als derde van links op de achterste rij. Als enige heeft hij een pen in zijn borstzakje:

Gezien de petten dateer ik deze foto op omstreeks 1930. Linksachter staan grafstenen, het betreft een stuk nieuwbouw aan of bij een onbekende kerk. Er ligt sneeuw, ook op de stapel stenen rechts, maar kennelijk is er geen vorstverlet. Een stuk of wat schilders komen mee op de foto, net als, rechtsachter, een stukadoor. Het project zit in zijn eindstadium, de foto sluit als het ware een periode van prettige samenwerking af.
Van de volgende twee ben ik minder zeker of ze van Sikke Postma komen. Achterop beide staat als locatie “Termunten” aangetekend en dat is nou net het dorp waar de familie van mijn moeders vader oorspronkelijk vandaan kwam. Op de eerste zijn mannen hoog op een steiger doende bij een spitsboog. Mogelijk wordt de houten steunconstructie verwijderd:

Op de tweede voeren vijf bouwvakkers een soort van circusact op. Drie zitten er op een kruiwagen – de middelste en oudste lijkt dermate bestoven dat hij stenenbikker, voegenverwijderaar of opperman moet zijn geweest:

Net als op de vorige gaat het hier waarschijnlijk om de Termunter kerk. Die kerk is in de oorlog zwaar beschadigd geraakt en nadien weer opgeknapt, maar in elk geval de onderste foto lijkt ouder.
Op de Huishoudschool in Hoogeveen
Geplaatst op: 10 november 2015 Hoort bij: Familie 1 reactieIn de week voor de dood van mijn moeder kwam ik er nog langs: de ‘Volkshuishoud- en Industrieschool voor Hoogeveen en omstreken’ waarop ze leerling was geweest. Het gebouw stond leeg. Het dateert van 1916-1917 weet ik nu:

Een kiekje uit mijn moeders collectie:

Men merke op dat de donkere kleuren van de vooroorlogse kozijnen na de oorlog plaatsmaakten voor wit. Dat gebeurde na de oorlog op vrij grote schaal met architectuur van voor de oorlog.
Mijn moeder kwam in 1946 op die school, nota bene als veertienjarige. Of ze is een keer blijven zitten op de lagere school, waar ik haar nooit over gehoord heb, of ze heeft door de oorlog een poos geen onderwijs kunnen volgen. Overigens bestond er destijds maar voor zes jaar leerplicht, lang niet alle meisjes gingen dus naar een vervolgopleiding. De meesten bleven na de lagere school eerst thuis om daar in de huishouding en/of in het boerenbedrijf te helpen.
Wat me verbaast is dat mijn moeder destijds nog een poezie-album bijhield. Dat zie je meisjes van die leeftijd nu toch niet meer doen? Al haar vriendinnen staan erin. Ze had wel verhalen uit die schooltijd, precies herinner ik me er geeneen, maar de rode lijn was: algehele joligheid.
De Huishoudschool was een drie- of vierjarige opleiding, waarna je als leerling een getuigschrift kreeg. Dit is het exemplaar van mijn moeder, uitgereikt op Juliana’s eerste Koninginnedag:

Die dag poseerde haar klas achter de school op het schoolplein – de aangebouwde lokalen uit 1928 die je op deze foto ziet staan, zouden wel eens gesloopt kunnen zijn

Ingezoomd – ze staat op de achterste rij, maar buigt zich voorover naar twee hurkende klasgenoten:

Een negatieve ervaring was de ontmoeting, onderweg naar school op de Kralose hei, met een potloodventer. Hij werd later in Friesland opgepakt, en om tegen hem te getuigen is ze nog achterop een motorfiets naar Leeuwarden gereden.
Na de primaire klassen volgde ze nog een meerjarige cursus ‘huisnaaister’ – daarbij moet deze foto gemaakt zijn:

En deze met een Pfaff:

Terwijl de primaire klassen afsloten met een getuigschrift, kreeg ze voor die toegespitste cursus een heus diploma uitgereikt:

De l van tel. ontbreekt
Geplaatst op: 6 november 2015 Hoort bij: Familie 1 reactieDe stempels van mijn vader lagen op een donker, moeilijk toegankelijk plekje in de overvolle provisiekast van mijn moeder.
Mijn vader was boekhouder, hij had een eigen administratiekantoor. Eerst vooral voor boeren in de wijde omgeving, later kwamen er meer middenstanders in het klantenbestand.
Stempels met hele cijfers en breuken:

Ze waren zeker tien jaar niet gebruikt, maar gaven nog af:

Allerlei korte boodschappen voor fiscus en klant:

Er zat ook een regeltje loodzetsel bij met het telefoonnumer van zijn kantoor (en ons huis). De 1 kwam ervoor toen elk abonneenummer in het dorp viercijferig werd (ergens begin jaren zeventig?) De l van Tel. ontbreekt.

Hoe Juliana aan wal stapte in Stavoren, daarbij gadegeslagen door mijn oud-tantes
Geplaatst op: 5 november 2015 Hoort bij: Familie 5 reactiesTussen de foto’s van mijn moeder zat ook deze persfoto:

We zien koningin Juliana en prins Bernhard. Ze staan op een soort plankier bij een schip en nemen iets in ontvangst van een dame met een puntmuts. Links vooraan zien we een meisje in een Friese vlagjurk. Het volk, waaronder een dolenthousiaste tante Annie herkenbaar is, kijkt op de achtergrond vanuit de laagte toe. Nog verder weg liggen er meerdere binnenvaartschepen naast elkaar. Dit speelt zich af in een haven.
Om wat voor gebeurtenis het gaat, staat niet achterop de foto vermeld. Maar met betrekkelijk weinig moeite viel dat te achterhalen.
De foto is gemaakt op maandag 25 september 1950 aan het begin van een tournee door Friesland van het koninklijk paar, dat vanaf de Piet Hein in Staveren, waar tante Annie bij het domineesechtpaar Bange inwoonde, aan wal stapte. De puntmuts stelde het Vrouwtje van Stavoren voor. Zij gaf Juliana een gedenkbord voor aan de muur. Het kleine wicht schonk onze geliefde vorstin een mooie bos bloemen.
Naast de persfoto zijn er wat kleinere kiekjes. De setting is een boot in een haven, her en der staan er wat persfotografen, de mode is gelijk – me dunkt dat het om dezelfde gebeurtenis gaat. Op deze foto’s is steeds tante Trijn te ontwaren, mogelijk zijn ze dus gemaakt door tante Annie, haar zus.
Hier luistert men aandachtig naar een toespraak:

Wie die opvallende vrouw in het wit was, dat zou ik ook eens wel willen weten:
Einde plechtigheid, men praat nog wat na:

“Ter herinnering aan mijn diensttijd”
Geplaatst op: 4 november 2015 Hoort bij: Familie 5 reacties
Een landarbeiderszoon kwam gewoonlijk nooit bij peerdevolk. Die was voorbestemd om zandhaas te zijn, infanterist bij het voetvolk. Maar Geert Perton, mijn overgrootvader, werd uitgeloot voor militaire dienst en vervolgens plaatsvervanger voor iemand uit Leens. Dat bracht hem naast een fiks geldbedrag een plaats op bij de ruiterij.
In elk geval herinnerde hij zich zijn diensttijd graag. Anders zou hij deze prent met de ingeplakte foto van zijn gezicht, hem ten geschenke gegeven bij zijn afzwaaien rond 1885, ook niet hebben ingelijst met glas ervoor en als zodanig levenslang hebben bewaard. Met genoegen dacht hij terug aan zijn tijd bij het peerdevolk: “As we ’s mörns bie peerdestal kwammen, frènsden de peerden al”.
Peuter voert loeigrote ganzen bij de Hamburgervijver
Geplaatst op: 3 november 2015 Hoort bij: autobio, Familie, Stad toen 2 reactiesWe schrijven augustus 1957. Ben ruim twee jaar oud, net geopereerd aan mijn luie oog, heb dientengevolge mijn eerste bril op en maak kennis met de loeigrote ganzen van de Hamburgervijver, waarvoor ik als peuter wel enig ontzag heb. Want stel je toch eens voor dat ze je in de handen bijten:

Levenslange vogelliefhebber als ik ben, wilde ik ze maar wat graag voeren. En dus stak ik mijn hand uit toen mijn vader een stuk oud brood losscheurde voor mijn moeder. Ik wil ook papa, ik wil ook. Achternicht Jansje kijkt toe:

We logeerden bij de ouders van Jansje aan de Hamburgerstraat. Of haar vader of haar moeder zal de foto’s hebben gemaakt.
Van die ganzen weet ik dus nog hoe beducht ik er voor was, Maar er is nog een veel pregnantere herinnering verbonden aan dit korte verblijf in Groningen. Bij het naar bed gaan werd er op de gang van de flat een rooiig nachtlichtje in het stopcontact gestoken, Dit gebeurde, zoals werd gezegd, tegen de angst voor het donker. Dit lampje fascineerde mij mateloos omdat we thuis niet zo’n lampje hadden. Bovendien was ik helemaal niet bang in het donker. In het besef dat de veel grotere Jansje dus wèl bang was voor het donker, sliep ik tevreden in. Dit moet ook zo’n beetje de oudste herinnering van me zijn.
Op de achtergrond van de foto zien we de CICSA of school voor Maatschappelijk Werk van Marie Kamphuis (later de sociale academie ASCA), die hier in 1954 nieuwbouw kreeg, tegenover de laatste, flatachtige bebouwing aan de Korreweg, die ook nog net zichtbaar is. Een jaar of tien geleden werd het schoolgebouw, een creatie van Jo Vegter (wiens Groningse oeuvre nogal vergankelijk bleek) gesloopt voor nieuwbouw van appartementen.
Brengen we Hamburgervijver, blikrichting fotograaf en schoolgebouw in kaart, dan blijkt dat de fotograaf keurig netjes de zon in de rug hield. Hij of zij kiekte recht naar het noorden, zoals het hoorde:

Met dank aan Wilte Mulder voor de globale positiebepaling.
Noaberschap aan de Heuvelenweg
Geplaatst op: 2 november 2015 Hoort bij: Familie 5 reactiesEen foto waar ik ook erg blij van werd, toen die bij het sorteren van mijn moeders kiekjes- en paperassenberg tevoorschijn kwam, was deze:

Mijn glunderende grootmoeder (links), met buurvrouw Albertie van der Helm gezeten voor de baanderdeur van het echtpaar Van der Helm, Heuvelenweg 18 Dwingeloo. Het moet ochtend zijn, want de zon kwam alleen ’s ochtends op die plek. Buurvrouw schilt boven een aardappelschilmandje de eerpels voor het middageten. Mijn grootmoeder houdt een gele pruim in haar hand. De foto moet omstreeks 1960 gemaakt zijn – op Sinterklaasdag 1962 stierf mijn oma.
Van tien jaar eerder is er deze foto van buurvrouw Van der Helm, die het vlintenpad voor de baanderdeur aanveegt:

Het was werkelijk een schàt van een mens. Zij en haar man waren gereformeerd, wat bij de Vondelings gewoonlijk niet bepaald als een aanbeveling gold, maar met buurvrouw Albertie konden ze heel best opschieten.
Met de buren van de andere kant was ook alles koek en ei. Mijn grootmoeder mocht graag koken en deed dat goed. Daarbij probeerde ze ook wel nieuwe dingen uit, zo leerde ik mondkost als tutti frutti en sputnik door mijn oma kennen, wat je toch niet van zo’n oud mens van boerenkomaf zou verwachten. Ze deelde ook graag. De buren van de andere kant, de onderwijzer Roelof Benus en zijn vrouw, wisten daarvan mee te praten, want uit dezelfde tijd als beide bovenstaande foto’s dateert dit Sinterklaasgedicht van Benus’ hand:
Ergens in Dwingeloo
Heb je een zaak van lampen en zo
Daar woont Vondeling met z’n vrouw
En weet je Piet, wat ik nu wou,
dat we daar eens even langs gingen
’t Zijn heel aardige mensen, die VondelingenZe zijn erg hartelijk en gul
Met het geven van koffie en pittiger spul
B.v. de reizigers die daar gaan en komen
Kunnen er uren zitten bomen
Onder het genot van thee en sigaar
Want dat kan daar allemaal maarEn als buren zijn ze werkelijk uniek,
Want is er bij Benus één weg of ziek,
dan komt Mevr. Vondeling zo tegen ’t etensuur
Zo maar met iets lekkers, heet van ’t vuur
Een lekker hapje, groente of een vis
En weet je Piet, wat voor Roelof nog ’t heerlijkst is,
Wanneer er komt erwtensoep met kluif
Dan glundert hij van z’n tenen tot z’n kuif.Zoiets is toch geweldig, Pieterbaas
En daarom mèt dit relaas
brengen wij haar ’n kleinigheid
Misschien vindt zij ’t leuk, zo, voor de aardigheid!Sint en Piet
Hoe mijn grootvader zijn motor voor de moffen verstopte
Geplaatst op: 1 november 2015 Hoort bij: Drenthe vrogger, Familie 2 reacties
Mijn grootvader Harm Perton op zijn motor, met mijn vader achterop en diens jongere broer Geert voorop, ca. 1940. Gezien de moestuin en het roggeveld op de achtergrond is de foto gemaakt aan de Dorpsstraat in Havelte, waar ze in het najaar van 1939 vanuit Uffelte naar toe waren verhuisd omdat mijn opa er een nieuwe “ambtenaarswoning” kon huren voor ƒ 270,- per jaar. Achter het achtererf van dat huis begon toen nog de Havelter es, met bouwland.
Volgens de kentekenwebsite van het Drents Archief had mijn grootvader de motor gekocht in 1927, het geboortejaar van mijn vader. Het was een Ariel, destijds een zéér populair merk, made in Birmingham, Engeland.
Er zit nog een verhaal aan vast. In de oorlog waren de Duitsers sterk aanwezig in Havelte vanwege een militair vliegveld dat ze er aanlegden. Toen ze allerlei voertuigen gingen vorderen, verstopte mijn grootvader de motor in het schuurtje bij huis. Maar mijn grootmoeder was bang dat ze hem daar zouden vinden en dus verborg opa zijn motor toen achter in zijn bijenstal tussen Uffelte en Havelte. Volgens zijn taxatie durfden de Duitsers daar toch niet te komen, wat inderdaad bleek te kloppen. Althans, de hele oorlog heeft het ding daar, mede dankzij een afdoende camouflage, onaangeroerd gestaan.
Na de Bevrijding echter, kreeg de plaatselijke afdeling van de BS er lucht van dat Perton nog over een motor beschikte. Mijn grootvader wilde hem echter ook niet voor dit doel afstaan: “Ik heb gien motor om um deur de BS aof te loaten raggen” (of een motivatie van soortgelijke strekking). Razendsnel heeft hij hem toen verkocht. Tegen de BS zei hij dat de motor hem afgestolen was. Tenminste, zo vertelde mijn moeder het verhaal – via de Drentse kentekenwebsite is dit natuurlijk niet verifieerbaar.
Naschrift 14 mei 2016:
Van Michiel Huisman, archeoloog en secretaris van de Veteraan Motoren Club kreeg ik via andere weg de volgende reactie:
“Het provinciale kenteken is inderdaad in 1927 afgegeven, maar ik denk niet dat dat voor deze motorfiets was. In die tijd waren kentekens persoonlijk (ipv voertuiggebonden) en kon je ze dus meenemen naar een volgend voertuig.
De motor op de foto dateert niet uit 1927, maar eerder uit de periode 1932-1934. Het is een snelle en in die tijd dure motorfiets (kopklepper, met dubbele uitlaat). Ariel had in die tijd nogal wat modellen in verschillende uitvoeringen. Daardoor is het lastig van een foto exact het model te bepalen. De motorfiets lijkt op het beroemde Red Hunter model, maar die hadden meestal omhoog gebogen uitlaten. Maar niet altijd, zoals ook blijkt uit dit vergelijkbare exemplaar.
De Red Hunter en afgeleiden bestonden in versies van 250 tot 500 cc, ik denk dat opa een 350 of (waarschijnlijk) een 500 had. Vanaf 1935 werden andere remmen gebruikt met een chromen randje. Dat ontbreekt op de foto, dus het model is van ’34 of eerder.”
Kleurrijk naaigerei
Geplaatst op: 31 oktober 2015 Hoort bij: Familie 10 reactiesMijn moeder beleefde ooit veel plezier aan diverse handwerken en hoewel ze er sinds haar verhuizing, bijna tien jaar geleden, volgens mij niet meer aan heeft gedaan (of kunnen doen), bewaarde ze wel alle spullen die ze daarbij gebruikte. Een kleine, kleurrijke impressie.
Ouderwets naaigarnituurtje, helaas incompleet:

Kaartjes met stopgaren, wie gebruikt zoiets nog?:

Kleine haakwerkjes, voltooid en onvoltooid:

Ontelbare knopen, gemengd met andere dingetjes die misschien ooit nog eens van pas konden komen:

In die knopenbak mocht ik graag graaien als kind.
Tante Alie als flapper-girl
Geplaatst op: 30 oktober 2015 Hoort bij: Familie 5 reacties
Achterop de foto staat een stempel van Foto Lux, Heerestraat 96 Groningen. Afgaande op advertenties bestond dit bedrijf van 1923 tot 1926 – daarna ging het waarschijnlijk op in CapiLux van Joris Ivens zijn vader.
Aaltje Vondeling, die in Zuidhorn graag aan toneel deed, moet destijds een jaar of zeventien à twintig geweest zijn. Ze is nooit getrouwd, werkte altijd als verpleegkundige, eerst in ziekenhuizen, later bij de gemeentelijke gezondheidsdienst van Leeuwarden. Ik heb haar natuurlijk alleen een paar keer gezien toen ze al op leeftijd was en vond haar een beetje streng. Ik was zelfs een beetje bang voor haar.
Nu ik wat foto’s van haar op verschillende leeftijden heb gezien, denk ik: sterke vrouw, interessant mens.
Warempel, een miss in de familie!
Geplaatst op: 29 oktober 2015 Hoort bij: Familie 5 reacties
Deze kwam vandaag tevoorschijn uit de berg familiefoto’s die mijn moeder naliet. Haar nicht Coby blijkt Miss Flint 1962 te zijn geweest. Flint was de stad in Michigan waar de broer Eltjo/Jo van mijn grootvader Vondeling naar toe emigreerde, vlak na de oorlog. Als selfmade zakenman werd Joe daar op-en-top een Amerikaan. Bij gelegenheid vertel ik wat meer over hem.
Overigens schijnt Flint heden ten dage de gevaarlijkste stad van de VS te zijn, met relatief de meeste geweldsmisdrijven.
Tante Annie gered dankzij haar bontjas
Geplaatst op: 27 oktober 2015 Hoort bij: Familie, Media 5 reacties

Dit is de DAF van tante Annie. Of liever gezegd: wat ervan over was.
Die zaterdag vierde ik thuisthuis mijn verjaardag, want ik was nog een hele brave student, die door de week bij een hospita woonde. Het was vrij helder en koud, maar het vroor niet. Tante Annie, de jongste zuster van mijn grootvader, bleef echter uit. Tussen Dieverbrug en Wittelte bleek ze op de verkeerde weghelft bijna frontaal op een tegenligger gebotst. Haar DAF schoot de Drentse Hoofdvaart in, maar door de opengescheurde kant kon ze eruit komen. Een passant haalde haar uit het ijskoude water, ze was zwaar gewond en ging per ambulance naar het hospitaal. Wonder boven wonder mankeerde de mensen in de tegenligger bijna niets.
Zo ongeveer stond het verhaal in de Meppeler Courant en de Drentse editie van het Nieuwsblad van het Noorden op 17 februari 1975. Geen van beide kranten is op internet te vinden, maar mijn moeder bewaarde de knipsels. Zonder datering, maar door een berichtje op de achterkant is dat geen probleem.
Achteraf vertelde tante Annie dat ze haar leven te danken had aan haar bontjas. Door die jas was ze namelijk op het water blijven drijven.
Dit aspect ontbrak nu juist aan de krantenberichten. Als zoiets vandaag de dag naar buiten zou komen, zou het ten volle door de media zijn uitgebuit.



Recente reacties