Nieuwigheden in Openluchtmuseum Het Hoogeland

Was er dertien jaar niet geweest, in Openluchtmuseum Het Hoogeland. Maar nu is er een tentoonstelling over lager onderwijs.

Eerst maar even in de kosterij en het bijbehorende klaslokaal gekeken. Schoolbord:

Voor mij het topstuk op de expositie: een van de drie of vier houten schooltassen:

Dat Garnwerd niet bekend staat om zijn voetballers, is louter te danken aan het schoolplein, dat de aanwezige talenten in de knop brak:

Sommige schoolboekjes blijken pure poëzie:

Alle eendjes:

Naar buiten – dit houtzaagmolentje, de David, stond er nog niet, bij mijn laatste bezoek:

Er kwam net een boer voorbij:

Detail model potschip in het schippershuisje:

Het wasgebeuren:

Interieur (ben vergeten van welk huis):

Exterieur:

In de drukkerswerkplaats was de vrijwilliger net bezig met het drukken van een levenswijsheid:

Vaak vind ik zulke musea de keukens het mooist:

Stilleven van een wrijfsteen met pigment in de ververswerkplaats:

Ook hier staat alles in bloei, wat de charme sterk vergroot:

Ook nieuw voor mij: het TBC-huisje. Zo’n patiënt had alle tijd om de krant te lezen:

Volgende maand wordt er een smederij en fietsenmakerswerkplaats van rond de Eerste Wereldoorlog geopend. Komt dat zien!


Boerderij, Tinallinge

K. kocht een voormalige boerderij op de grens van Tinallinge en Menkeweer en nodigde me uit om te komen kijken.

Dampaal:

Het gewezen kippenhok langs de ree:

Bongerd op sprang:

Levensboom:

Voorkamer:

Maarzicht:

Achter het huis:

Werkbank met oud ijzer:

Geluksvangers (volgens een school onder de hoefijzerwatchers)::

Achter is er een heel bosperceel, een waar vogelparadijs in het lege land:

Het gewezen kippenhok van de andere kant:

Kruis in de rimboe (nee, hier ligt niemand begraven, het is een sierobject):

Veel oud hout in het bosje, de eerste specht heeft zich ook al laten horen:

Omgevallen boom met stapeltjes oude bakstenen:

Terug bij het huis – aangereden haas:

Hoe de boerderij er uitzag voordat de vorige bewoner er kwam wonen:

Met dank aan de rondleider!


Veenkoloniaal toertje

Transformatorhuis op de Kalkwijk, ten zuiden van Hoogezand:

Metaaldetectorist in het veld – in de zeventiende eeuw ging er vrij veel stadsdrek naar deze streek, en er kwam wel eens iets van metaal mee: muntjes, knopen, etc.:

Kiel-Windeweer:

Kiel – bovenlicht met paard:

Klap, Kiel:

De Amshoff:

Wegje achter de Amshoff:

Op de dakruiter staat een windvaan met het wapen van de stad Groningen:

Veenboerderij, nog steeds Kiel-Windeweer:

Schuur werd door afbraak afdak; vraag me af of er geen asbest in die bult zit:

Kielsterdiep:

Annerveenschekanaaal:

Op de kop van dat kanaal staat het Grevylinkhuis (1785):

Het werd volgens de gevelsteen in zestien dagen gebouwd:

Begraafplaats Annerveen, midden in het veld:

Veenboerderij Annerveen:

Jugendstil-dampaal, Oud-Annerveen of Zuidlaarderveen:

Dorpsstraat:

Met kalk bemest land, Zuidlaarderveen:

De vier Heemskinderen zijn er nog of weer, Zuidlaren:

Achter de kerk van Zuidlaren:

Bij Noordlaren in de Oostpolder weinig weidevogels. Toch nog een kievit gezien:

Raar waterplantje in sloot bij De Punt:

Een exoot? Iemand die de naam weet?

Bij de Punt reed ik mijn achterband lek door een scherpe steen op het pad. Band was meteen leeg. Ik besloot verder naar huis te lopen, maar het was een tijdje geleden dat ik op die manier ruim 13 kilometer heb afgelegd. Nu dus behoorlijk stijf in de benen en met beste blaren op de voeten.


Rondje Hoornsedijk – Stad

Onze nieuwe caravan. Trots! :

Het ooievaarsnest aan de Hoornsedijk bleek betrokken door een stel dat er werk van maakte. Helaas was er iets aan mijn camera-instelling verschoven, zodat het moment-supreme niet geheel en al scherp in beeld kwam:

Het stel trok zich in elk geval weinig aan van de herinrichting der polder aldaar – op de achtergrond de veenboerderij die een aantal jaren geleden gerestaureerd werd en zo behouden bleef:

Reiger, azend op iets in de wallekant:

Was me niet eerder opgevallen, dit meisjesportret onder het Van Iddekinge-viaduct (2017):

Het nieuwe onderkomen voor ADO-supporters:

Nee hoor, het Van Mesdagasiel wordt deels opgeknapt:

Een driemensionale droedel van Chihuly onder de blote hemel bij het Groninger Museum:


Lutje hoeske an de diek (2)

Er was de laatste tijd wat meer belangstelling voor het logje over ’t lutje hoeske an de diek, hetgeen erop zou kunnen duiden dat de sloop begonnen was. Vandaar dat ik vanmiddag maar eens naar de Hoornsedijk ging om poolshoogte te nemen. Inderdaad viel vanuit de verte al op dat de skyline ter plaatse er anders uitzag. Voorlopig beperkte de kaalslag zich tot de bijgebouwen op het achtererf, maar of dat afstel van executie betekent voor het huisje zelf, waag ik te betwijfelen:

Op de laatste foto valt op dat de achtermuur van de hoofdschuur naar twee kanten verzakt. Het middendeel met de deuren staat nog wel in het lood.


Naar de bollen bij de Ennemaborg

Dit is MIDWOLDA, ziet daar gintzen staat de kerk,
En hier de hofstee van den raadsheerlyken HORA,
O cierlyk bloemhof daar de Goddelyke flora!
Godts wysheit meine ik, uit een rei van bloemen straaldt,
O aardsche regenboog, die met meer kleuren praaldt!
Als ’s hemels boog; hoe brandt de gloeyende ranonkel
By Persische Yrias, elk krokus een karbonkel
Vertoont als peers en blauw en wit en helder geel,
Wyl purperen narcis hier sluimerd op zyn steel;
De schoone tulpen ook hun vlammig hooft ontluiken
Terwyl de geurge roos op haare scherpe struiken
Te pronk staat. Ziet hier lis dat ’s hemels booge afmaalt,
Ook bloem van eenen dag ver uit Peru gehaaldt;
Den schoonen hyacinth, en geurige filetten,
En witte lelyen, gezicht en reuk hier wetten,
De bloeme van damast, de roode martagom,
Annemos en fiool, de wondre passiblom,
Den Raadsheer met haar kleur en zoeten reuk verblyden,
Zyn oogen feest aandoen, en ’s Heeren handt belyden;
Ja d’alderkleinste bloem in zynen ryken hof,
Op haare blaadtjes voerdt des grooten Scheppers lof.

Bronnen: Het poeem komt uit Quintyn Pabus, Lof der Stadt Groningen (1741) 14; de tekening van Ennema (1772, door mij bewerkt) uit de collectie van RHC Groninger Archieven: 818-9953.


Retour Stedum – kleur op een grauwe dag

Bloementuin even voor Thesinge:

Het is een behoorlijk grote:

Achterin ligt het accent op de zonnebloemen:

Een impressionist zou zich hier de vingers bij aflikken:

Het voortuintje van Angela in Stedum is wat gelijkmatiger qua kleur met zijn vele Afrikaantjes:

Stoppelveld bij Lellens:

Bij Ten Post:

Wat dichterbij:


Monumentendag 2018 (2) : Sappemeer en Hoogezand

In Sappemeer eerst naar de veenborg Welgelegen. In de hal stond een stoel met snijwerk uit de zeventiende eeuw:

Het pand is tegenwoordig in gebruik als onderkomen van de Odd Fellows, een afsplitsing van de Vrijmetselaars. In de zaal panelen met symboliek, die in veel gevallen verwant is aan astrologische zinnebeelden. Uiteraard sprak de bijenkorf (voor vlijt) mij het meest aan:

Bij de trap hangen nog steeds jachttrofeeën, zoals deze eekhoorn die even vergrijsd lijkt als de Odd Fellows zelf:

Achter het huis een formele tuin:

De koepelkerk van Sappemeer:

Een geschenk van het stadsbestuur namens het volk van Groningen (1655):

“Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden”:

Op een herenbank het alliantiewapen Star (de wildeman) Lichtenvoort (kandelaars) – er liggen ook wat grafstenen bij de kansel met deze wapencombinatie. De ondernemersfamilie Star Lichtenvoort, onder andere eigenaar van houtzaagmolens, bewoonde in de achttiende eeuw Welgelegen::

Er staat een enorm orgel op vrij dunne gietijzeren zuiltjes – eronder bevindt zich de bank voor de heren van de Stad:

De gerestaureerde oude Rijks HBS staat helaas nog steeds leeg. Hier ging in 1870 Aletta Jacobs als eerste meisje naar een HBS, nog wel als toehoorder (ze mocht dus haar mond niet opendoen):

Koor en altaar van de neogotische rooms-katholieke Sint Willibrorduskerk, in 1872-1873 gebouwd naar een ontwerp van Pierre Cuypers:

Een herder met zijn kudde:

De pastorie van de hervormde Damkerk (1669):

Zijpaneel van de stadsherenbank in de Damkerk:

Uiteraard is het baldakijn voorzien van het stadswapen. Doet de dubbelkoppige adelaar wat vreemd aan, de kleur groen is de verkeerde:

De barokke kansel is in 1729 geschonken door de veenborgheren William Butler (op Overwater), Adriaan Jozef Trip (op Vredenborg) en Jan Duirsema (op Stadwijk). Deze sponsors lieten hun logo’s, pardon familiewapens op de kansel zetten – hier het wapen Trip met drie trippen, een soort van houten schoeisel:


Monumentendag 2018 (1): Garmerwolde, Ten Boer, Schildwolde en Slochteren

In een voormalig coöperatief stoomzuivelfabriekje in Garmerwolde kon je verzamelingen zuivelbereidingsgerei en puddingvormen zien:

Er zat wel mooi licht in die ruimte. Foto vanaf de keldertrap:

Op de voorgrond het zuivelgerei, zoals karnen, botervaten en melkbussen, op de achtergrond de puddingvormen met diverse soorten pudding die je kon proeven:

Tussen Garmerwolde en Ten Boer deze populierenlaan:

Kloosterkerk Ten Boer, hoog en smal:

Op de grafsteen uit 1674 van Geertien Jacobs, vrouw van Allert Reynders “in de Bawers” staat dit dubbele wapen, met in het linker exemplaar een dubbel doorschoten hart:

In een verenigingszaaltje naast de kerk hangt dit schilderij van de kerk in vroeger tijden:

Buitenmuur, romanogotisch detail:

In een zijstraat kom je langs dit borstbeeld van de onderwijzer en schoolhervormer Hindrik Wester:

De fraaie vlag van Ten Boer bij de brug over het Damsterdiep:

Ansichtkaartje van de houtzaagmolentje Fram in Woltersum:

Op de werf waren mannen bezig met de bewerking van een natte boomstam:

Aan de Grauwedijk bij Overschild zit een reuzenradbouwer:

Schildwolde – juffertoren in jubelstemming:

Wapen Weiarda (Wiarda?) op grafsteen. De vogel op de helm zal de duif van de zondvloed zijn, hij draagt immers een takje. Het eigenlijke wapen doet denken aan dat van de stad:

Oud gevelsteentje met lichte averij op de smederij naast de kerk: Si Deus pro nobis, quis contra nos?, oftewel: Als God voor ons is, wie zal er dan tegen ons zijn?

Er was Oogstfeest in Schildwolde:

Slochteren, het Politiepettenmuseum van de onlangs overleden Hilbrand Buurma, een geweldig aardige politieman die me in mijn Oosterpoortperiode wel eens met iets heeft geholpen. Dit is de Engelse afdeling:

Helm van de MP (Militaire Politie):

Er liggen politiepetten uit alle hoeken en gaten van de aardkloot. De allerhoogste hoera-pet bleek die van Turkmenistan:

De kerk van Slochteren was vandaag eindelijk eens open:

Binnen was het vrij donker. Rouwbord van Henric Piccardt (1712), waarschijnlijk afkomstig uit de kerk van Harkstede:

De kerk, die al op een bult ligt, heeft een merkwaardig hoge entree:

Muur met patchwork:


Zuidbroek – Schildwolde – Slochteren – Woudbloem enz.

Was gisteravond even te druk bezig met een onderzoekje, zodat het niet kwam van foto’s posten. Had ’s middags in Zuidbroek een afspraak, vandaar ben ik tegen de wind in terug naar de stad gefietst via Slochteren en Woudbloem.

Dit billboard met pictogrammen voor zaken als molen, tompoes, koe, waterijsje, hipsterbakfiets, windturbine en joint, hing op een veenkoloniaal station, hetzij Hoogezand, hetzij Sappemeer-Oost. Kennelijk gaat het eerder om kunst dan reclame – iemand die weet wie de maker is?


Loerend gevaar op het kerkhof van Zuidbroek:

Grafzerk met muzikale engelen, van Yke Oomkes, wed. Waldrick Eppes (1666):

Nog meer muziek, maar dan op een recente grafsteen:

De toren van Zuidbroek blijkt aan de buitenkant opgeknapt – nu maar hopen dat ze de binnenkant hebben gelaten zoals die was:

Halfweg Noordbroek en Siddeburen – een rechtgeaarde Groninger vlag mist altijd een reep, want het waait hier altied ja:

Ridder te paard met lans, als windwijzer op een villa die Schattersum heet, naar een voormalige borg in Schildwolde:

In Slochteren eerst wezen kijken bij de expositie van kinderportretten in de Fraeylemaborg. Zonder meer een aanrader! Een hoogtepunt vond ik dit portret van de eenjarige, zeer levendige Edzard Lewe van Middelstum, dat in 1784 gemaakt werd door de stad-Groninger schilder Hindrik Lofvers. ’t jochie is ook gehuld in stad-Groninger kleuren – in zijn ene hand heeft hij een rinkelbel:

Een aandoenlijke tegenhanger is dit portret van een overleden kind door Jan Jans de Stomme uit 1654. Het meisje (?) draagt een takje rozemarijn in d’r gevouwen handjes. Op het doodskleed het anagram van Christus en mogelijk haar eigen initialen:

Ook nog even in de borg zelf gekeken. De hazewindhond als schildhouder boven het front blijkt duidelijk een reu:

Nieuw voor me – deze rariteitenkast met opgezette vogels, zoals een wielewaal, een vlaamse gaai, ijsvogel en hop. Onderin zit nog een wezel:

Blokkendoos met klassieke zuilen:

Het bureau van meneer:

De keuken:

Met de nog redelijk goed gevulde waterkelder – bij droogte kreeg de elite niet zo gauw last van dorst:

Balsemienen met hommels bij de Scharmer Ae:

Woudbloem – achterzijde schuur voormalige scheepswerf:

De meest mefistolische geitebok van heel Groningerland vindt men zonder meer in Woudbloem:

Op een slootwal bij Harkstede:

Waarschuwingsbord langs de hoofdweg in Engelbert:


Naar het vernieuwde MuzeeAquarium

Vanmiddag even rondgekeken in het vernieuwde MuzeeAquarium in Delfzijl, waar het niet zo koel was als me werd voorspeld.

Bij een expositie over het dijkwezen – shovel van hout, kinderspeelgoed, ik denk uit de jaren zestig:

Op de foto: man met kraite of slikslee op het wad, met ervoor het echte werk. De mand diende om garnalen en/of platvis in te bergen. Op deze manier verdienden voorouders van me, de Bottinga’s (van bot) uit Finsterwolde en Termunten, de kost:.

De Wagenborgzaal is nog mooier geworden dan hij al was. Spoelenlijstje van Radio-Holland, 1927:

Model van het smakschip of de smak, Groningens belangrijkste zeewaardige schip in de tweede helft van de achttiende eeuw. Voer langs alle kusten tussen Bordeaux en Petersburg zowel met stukgoed als bulkladingen hout, graan en wijn:

Meen dat dit een schoenergaljoot is, maar hou me ten goede – het model was midden negentiende eeuw courant:

Maquette van een scheepswerf, type dwarshelling:

De afdeling archeologie is er aanzienlijk op vooruit gegaan, qua ruimte en vormgeving. Zo staat er de middeleeuwse waterput van Heveskesklooster die gemaakt is van stukken Bentheimer zandsteen:

Die ut was nieuw voor me. Het hunebed van Heveskeresklooster staat er natuurlijk weer, nu met evocaties van het dagelijks leven in het Neolithicum op de achtergrond:

Bij de afdeling geologie fraaie stukken gesteente:

En de onderkaak van een wolharige mammoet:

Buiten viel de warmte ontzettend tegen. Nog even bij dijk en zee gekeken. De Delfzijlster middenstand is maar wat blij met de nieuwe parkeergelegenheid:

Het paviljoentje staat er nog steeds, maar mocht niet beklommen worden:

De hele strook langs de zee is ontoegankelijk zolang het dijkwerk duurt. Overal staan hekken. De associatie die het museum met de Atlantikwall maakte, is zo gek nog niet. De Delfzijlsters moeten zich aan die kant opgesloten voelen. Het “lekker leven aan zee” is hier even opgeschort, en dat met deze warmte.


Naar Usquert en Warffum

De achterkant van het Forum, gezien vanaf het Schuitendiep oostzijde:

De Wolddijk bij Noorderhoogebrug:

Stookhut of zomerkeuken van boerderij De Poel, Wolddijk:

De bijbehorende boerderij staat te koop voor een half miljoen:

Bij de Wolddijk vrij veel koren, ook hier met vogelverschrikkers:

Tarwestro:

Tarwe-aren – de oogst moet vrij goed zijn, de prijs is dat helemaal:

De afgemaaidorste wierde van Eelswerd, tussen Kantens en Rottum:

Rozetraam, Havenstraat Usquert:

Het Usquerdermaar ten zuidwesten van Usquert, met in de verte de Kruissteeklap:

Het vooreind van boerderij de Kruisstee, volgens een gevelsteentje uit 1607:

Ten zuidoosten van Warffum – regen op til?:


Delfzijl – Stad

Dijkverzwaring, Delfzijl bij de Kustweg:

Dorpsgezicht Uitwierde:

Kerkhof Uitwierde:

Put met putemmer, kerkhof Uitwierde:

Portretzerk terzijde van ingang kerk, Uitwierde:

Bij Nansum – koeien en dijkverzwaring:

Nansum:

Bij Oosterwijtwerd – boerenerf met Zweedse bus:

In de kerk van Oosterwijtwerd, die zo gerestaureerd is dat je zo min mogelijk van de restauratie ziet:

De kroonluchter van onderop:

Bij Eenum in de buurt – oude tractor in strook gerst:

Boerderij bij Eenum (Oosterwijtwerderweg):

Detail droogschuur steenfabriek Winneweer:

Damsterdiep bij Winneweer:

Garmerwolde – ernstige waarschuwing voor oma en haar hond:

Oosterhaven met brug I, Stad:


Westerwoldambtster toertje

Melancholieke duivel op dampaal voor boerderij tussen Scheemda en Midwolda. Vraag me af of hij uit een tuincentrum komt, of dat het een origineel maaksel is:

Eindelijk de Nortonpomp van de Oostwoldiger Mozes gevonden:

Boerderij aan de Finsterwolder kant van de Goldhoorn krijgt een nieuw dak – zouden dat nou zonnecollectoren in de vorm van dakpannen zijn? Zoja, dan zit de boer er straks warmpjes bij:

Oud boerenvoorhuis in Finsterwolde:

Ik ging naar Finsterwolde omdat ik een seintje kreeg dat er een Perton in december 1904 zijn handtekening had gezet op een zolderbalk van het nu voormalige gemeentehuis. Helaas betreft het hoogstwaarschijnlijk een Jurrien Jans Perdon (met een d in plaats van een t), destijds een jongeling van veertien jaar en dus pas aan het werk. Maar verder was het bijzonder aardig om daar eens rond te mogen kijken (met dank aan de bewoners!):

Dorpsgezicht van Finsterwolde gezien vanaf natuurgebied De Tjamme. Vrijwel overal staat de tarwe nog op de wortel, hier lijkt ze al aardig rijp, maar bij Oudeschans en Bellingwolde zag ik ze ook nog in diverse tinten groen.:

Aan de rand van een akker:

Tussen Beerta en Ulsda bij de spoorlijn:

Bij Ulsda ligt de grens tussen de gemeente Oldambt en de nieuwe fusiegemeente Westerwolde, en daar staat deze nageltjenieuwe grenspaal – het gemeentewapen werd op 23 oktober vorig jaar goedgekeurd:

Bugatti zonder tomtom bleek de weg kwijt in noord Bellingwolde:

Aan de andere kant van de weg – oude, zeer vervallen boerderij wordt van top tot teen opgeknapt. Het dak is al nieuw en die tympaan met zuilen zit ook al strak in de verf:

Een ander paleisje staat nog steeds te koop. Het tuinonderhoud gaat er onverdroten door – met de tractor:

Object bij Museum de Oude Wolden:

Ezel van oude metalen tussen Bellingwolde en Vriescheloo:

Zelden zie je nog rogge – maar er is een veld bij Wedde:

Waar herberg de Hongerige Wolf herleefde met dit fraaie uithangbord:

Tussen Wedde en Pekela hele stroken met Sint Jacobskruiskruid:

“Doar bluit mien eerappellaand”:

Haver, suikerbieten, tarwe:

Oude aardappelmeelfabriek, Zuidwending:

Schuur, Zuidwending:

Niet meer functionerende boerderij, Zuidwending:

Kapiteinshuis met kunststof kozijnen, Zuidwending.

In deze omgeving staan nogal wat huizen te koop, nog steeds.

De Ommelanderwijk heeft thans een mestkarrenbrigade:


Ommetje Gaaikemadijk – Sprikkenburg

Grazend zwartbont vee bij het Aduarderdiep, met op de achtergrond de Martinitoren:

Paarden op een rijtje aan een kalmoesbuffet

Wat dichterbij gehaald:

Populierenlaan, Gaaikemadijk:

Verbaasde me dat er met deze droogte nog water over dat stuwtje heenkwam, maar dat zal het IJsselmeerwater zijn dat bij Gaarkeuken de provincie binnenkomt:

Tractor van een wat ouder model bij schuur Gaaikemadijk:

Roodbonte schrikt van mij op dam bij de Sprikkenburg (fietspad langs het Van Starkenborghkanaal):

Dobberend op het Reitdiep bij de Dorkwerdersluis:

Relaxte aalscholver:

De oude heer S. en zijn kameraden op het leugenbankje bij de Paddepoelsterbrug:

Agent 327 in tunnel tussen industrieterrein De Hoogte en de Westindische buurt:

Nog even een ijsje gehaald bij de Zuiderhavensluis: