Scheemda, Termunten, Delfzijl door de polders
Geplaatst op: 7 april 2018 Hoort bij: Ommelanden 4 reactiesDe eerste boerderij aan de Polderweg, Oostwolderpolder, tegenwoordig een varkensmesterij:

Hoe ze aan die naam Princehoeve komen en aan die distel als logo – wie het weet mag het zeggen:

Het piepke over de Oude Geut, op de plek waar zich ooit de zijl van Oostwolderpolder bevond:

Boomgaard op sprang:

Nergens voor nodig, dat hij op de loop ging:

Reiderwolderpolder:

Schuur, laan, land:

Van alle bruggen die ik van mijn levensdagen passeerde, behoort de dr. Botjesbrug (uit 1948, links) tot de merkwaardigste. Er zit namelijk geen water onder die brug. Oorspronkelijk wel, een afwateringsdiepje, maar dat is gedempt. De brug bleef staan als eerbetoon aan een huisarts van Termunten:

Eigen erf! Verbonden toegang! Privéterrein! De eigenaar lijkt niet erg gastvrij. Toch verzoekt hij de mensen ook om hun snelheid te matigen op zijn laan. Terwijl hij ze tevens waarschuwt voor een onveilige situatie als ze weggaan. Van hondeneigenaren verwacht hij bovendien dat ze hun honden aan de lijn houden en hun hondenpoep opruimen. En of de mensen vooral ook zijn in- en uitrit niet willen blokkeren:

Doorkijkje met dakenlandschap, Woldendorp

In Woldendorp is vorig jaar wegens essentaksterfte een heel bos rond de kerk weggekapt, waardoor de kerk nu van alle kanten vrij zichtbaar is. Ik moet zeggen dat ik dat qua beeld helemaal niet betreur:

De zijkant met een romaanse en een romanogotische bouwfase:

Scholletjes gegeten bij Landman, Termunten:

De kerk van Oterdum op het monument voor dat verdwenen dorp, bovenop de Eemsdijk:

De sleephopperzuiger Amazone diept het Zeehavenkanaal uit:

Deel van de constellatie, de buis rechts voert het slib naar de andere kant van de dijk:

En daar ligt de experimentele kleirijperij die van de week officieel van start ging:

De bedoeling is dat de ontzilte klei gebruikt wordt voor de dijkverhoging die hier nog moet plaatsvinden.
Op de dijk nog steeds de Oterdumer grafstenen, waarvan deze de oudste zal zijn:

Grafstenen, monument, kleirijperij:

Aan de andere kant een industrieel landschap met de sodafabriek (?):

Het spoor loopt hier dood, ook voor degene die van richting wisselt:

Grappig ding trouwens, zo’n wissel – het lijkt wel wat op een mannetje met een puntmuts en een grote hamer:

Het kerkje van Heveskes met geknakte hooiwagen:

Station Eemshaven staat al op de stationskaart in Delfzijl, waar ze trouwens een Ommelander reis moeten ondernemen om er per trein te komen (via Sauwerd):

Spriknust, Vreet Op, Leegschuddel, Volhaand
Geplaatst op: 19 maart 2018 Hoort bij: Geschiedenis, Ommelanden 6 reacties
Heel bevredigend, zoiets. Op het zeer fraaie kaartje dat Theodorus Beckeringh in 1759 tekende van het kerspel Zeerijp, staan zowaar allerlei boerderijnamen, waaronder de Lege Schottel en de Volle Handt.
Lang geleden, in het pre-internettijdperk hield ik me eens bezig met de kasteleinsfamilie Volhandt, uitbaters van herberg het Oldambtster Wapen aan het Winschoterdiep bij Groningen. Naar een doorgewinterd genealoog me verzekerde, kwam die familie uit de buurt van Loppersum, om precies te zijn van de heerd die de Volle Hand heette.
“Deze boerderij vormde een stel met de Lege Schuddel en er zit een verhaal bij over een bedelaar: bij de Lege Schuddel ontving die niets, terwijl hij bij Volle Hand zijn handen volgestopt kreeg.”
Nu ik echter even digitaal ga zoeken, blijkt het verhaal uitgebreider. Ten eerste zat er volgens Van der Aa (1846) tussen de Lege Schotel en de Volle Hand nog een boerderij: de Vretop (of, met aangepaste spelling: de Vreet-Op). Via het Groninger Woordenboek van Ter Laan, kom ik vervolgens terecht bij de ‘Schooiersraais‘, een volksverhaal dat mevrouw Huizenga-Onnekes in de jaren 20 noteerde en dat ook te vinden is in een bundel van Ter Laan. Voor wie het Gronings achter de links niet kan lezen – dat verhaal gaat ongeveer zo:
In de ouwe tijd kwamen er drie bedelaars vanaf Loppersum lopen. Ze bereikten eerst een boerderijtje dat niet veel voorstelde, want de pannelatten staken takkerig uit het dak: “zoo’n spriknust” was het. Daar wilden de bedelaars hun hand niet bij ophouden, die mensen waren veel te arm. Dus liepen ze dat huis voorbij. Bij de tweede boerderij gingen ze wel aan, maar daar kregen ze niets, omdat de mensen daar alles al hadden opgegeten: “de schuddel was leeg”. Ook bij de derde plaats was alles al op. Pas bij de vierde boerderij konden ze aanschuiven en zich zat eten, want de schotel was er nog vol en de mensen gaven er met volle hand. Het gevolg:
“Van dij tied òf hebben dij vaaier ploatsen heur noam droagen, dij ze ja nou ook nòg hebben: ’t Spriknust, Leegschuddel, Vreet op, Volhaand.”
Als de bedelaars van Loppersum kwamen, dan was de dichtstbijzijnde boerderij inderdaad ’t Sprikkenust, bovenaan het kaartfragment. Tussen die armetierige boerderij en de Lege Schottel, heeft Beckeringh een boerderij niet benoemd, terwijl er volgens hem tussen de Lege Schottel en de Volle Handt geen boerderij stond. Zou het niet zo zijn dat die onbenoemde boerderij de Vreet Op heette? En dat daarmee de volgorde een ietwat andere was?
Hoe dan ook lijkt het vreemd dat namen die bedelaars aan boerderijen gaven, overgenomen werden door andere mensen en daarmee minstens anderhalve eeuw lang konden beklijven. Maar in de volksmond waren het natuurlijk spotnamen, geen officiële. Volgens de Bijdragen tot de kennis van de gemeente Loppersum (Uithuizen 1960) van Muntinga en Brongers heette de Leege Schuttel eigenlijk de ‘Jonge Sikkensheerd’, terwijl de Volle Hand oorspronkelijk getooid was met de naam ‘Godekensheerd’. De laatste was provinciaal bezit – misschien dat daar de toegedichte vrijgevigheid vandaan kwam?
Overigens zagen deze boerderijen er niet bepaald jofel uit, de laatste keer dat ik ze passeerde. Ik meen dat er al een paar zijn gesloopt. Dit is hartje aardbevingsgebied.
Lutje hoeske an de diek
Geplaatst op: 11 maart 2018 Hoort bij: Ommelanden 7 reactiesEen poos geleden hoorde ik in het buurtje dat het huisje zijn langste tijd zou hebben gehad. Ik verwachtte dan ook min of meer dat het gesloopt zou zijn. Dat bleek niet het geval – het staat er nog, het hele ensemble:

Met de langzaam inzakkende, asbestbedekte schuren:

Met de boomgaard opzij van het huisje zelf:

Aan de voet van de Hoornsedijk:

Het vooraanzicht heeft het wel vaker op dit weblog gestaan. De plastic geraniums voor de ramen vormen een onheilspellend omen:

De scheefgezakte schuur:

Aan de achterkant:

Weer bij de dijk – de snel gegraven goot duidt erop dat de afwatering hier ook niet helemaal voldeed:

Wel prima tuingrond trouwens.
Hoe ome Joop in Veendam de loop op zijn apentent kreeg
Geplaatst op: 1 februari 2018 Hoort bij: Dieren, Geschiedenis, Ommelanden 2 reacties
Albert Eckhout – Ara.
Na de Tweede Wereldoorlog stond ome Joop Groninger vooral met dierententen op kermissen. Je kon er apen, vliegende honden, beverratten en exotische vogels aanschouwen. Als het slecht met die nering ging, dan hing Joop bijvoorbeeld een kooi met een papegaai op bij de ingang van de tent. Er kwam een klein bordje naast: “Gelieve Lorre niet aan te spreken, daar hij alleen vieze woorden zegt.” Dan tippelde het volk bij drommen de tent binnen.
In Veendam haalde hij eens een andere stunt uit, met een aap:
“Vlak voor de kermis in Veendam wordt er een jong aapje geboren. Dat is in Veendam vast en zeker nog nooit gebeurd, denk ik. Joop, hoe pak je dat aan? Ik hou me mooi van de domme en stap naar het bevolkingsregister.
– Meneer, ik kom een nieuwe wereldburger aangeven.
– Gefeliciteerd mijnheer Groninger, een jongen of een meisje?
– Jongen of meisje? Hoe komt u erbij? Een aap.
– Een aap?
– Ja, een aap.
– Maar dat kan helemaal niet, mijnheer.
– Oh, ik dacht…
– Luistert u eens, mijnheer Groninger. Mag ik een bevriende journalist bellen?
– Nou, meneer als u denkt dat dat iets is…”Jongens, ik ben als een haas teruggehold naar de wagen. Amper was ik thuis of die college van je stond al voor mijn neus. Ja meneer, op weg naar het ziekenhuis in een taxi geboren…
Wil je geloven dat ik in Veendam goed heb gedraaid?”
Rondje Lagemeeden
Geplaatst op: 1 oktober 2017 Hoort bij: Hoogkerk, Ommelanden 9 reactiesKruisspin voor het raam van mijn fietsenschuurtje:

De Hoogkerker Matterhorn (met dank, Harmien), bij bedrijventerrein Westpoort (daar moeten geen kinderen tegenop klimmen):

Schuur, Lagemeeden:

Oranje-blanje-bleue hekafsluiting:

Populierenrij aan het westelijke uiteind van de Nutweg:

Een Kleima op het kerkhof:

Ook daar – dit russisch-orthodox bedevaartsmonument voor de heilige Marina:

Aan de Weersterweg legde een wilg het loodje bij de eerste najaarsstorm:

Naar juffer Odilia in Wittewierum
Geplaatst op: 17 september 2017 Hoort bij: Ommelanden 8 reactiesEuvelgunnerweg – het witte tolhuisje in de verte staat te koop, maar niet via een makelaar. Je moet de eigenaar mailen als je gading maakt:

Lageland, brug over het Slochterdiep:

Je ziet steeds meer van dit soort frèle molentjes bij boerderijen; ben benieuwd wat voor rendement die opleveren:

In weerwil van de vrij sombere weersverwachting de hele middag geen drup op de kop gehad. Luddeweer of daaromtrent – links van de weg een steeds donkerder bewolking, terwijl rechts van de weg de zon scheen:

Hier en daar toch nog best veel appels aan de boom :

Een voorbeeldig geparkeerde auto bij Wittewierum:

Doel van de reis was een expositie in het kerkje aldaar. Centraal stond juffer Odilia Amelia Rengers (1779-1805), van wie een portret uit familiebezit getoond werd:

Over freule Odilia viel eigenlijk niet veel meer te vertellen dan dat ze geboren werd, een mooie partij trouwde, en drie kinderen baarde die later de naam Rengers Hora Siccama voerden. Verbreding van de expositie was vooral gezocht in dat nageslacht, waarvan er eentje door een al te uitbundige levensstijl bankroet ging en in armoe stierf.
Maar goed dat Odilia’s flegmatieke papa daar geen weet van had – ziehier het portret van deze Duco Gerrold Rengers (1750-1810):

De Rengersen liggen hier in het koor begraven en het is een wat vreemde sensatie over hun grafstenen te lopen, terwijl je naar hun portretten en -spullen kijkt. In tegenstelling tot de rouwborden speelden die grafstenen verder geen rol in de expositie (dacht ik):

Potloodschets van een familiebezoek:

Met alle aandacht voor de rijkdom op diverse exposities in de provincie, wil de armoe nog wel eens uit zicht verdwijnen. Zo was de diaconiekist van Wittewierum naar een wat minder prominent plekje gedirigeerd:

Een van de boerderijen bij de kerk:

Hut, nog steeds Wittewierum:

Stedum in de verte, over een veld met geel mosterdzaad, een groenbemester (met dank aan Maico):

Peerdje te Hemert, een oud exemplaar:

Tuin met wilgen en drogende bonen tussen Garrelsweer en Wirdum:

Rondje Zuidlaren
Geplaatst op: 26 augustus 2017 Hoort bij: Drenthe, Ommelanden 5 reactiesBij het Foxholstermeer aan de zuidkant van het spoor:

Het kennelijk nogal voedselrijke water kleurt rood van de grote kroosvaren:

Rozebottels bij de Leine, onder Kropswolde:

Leeuw in bovenlicht, Kropswolde:

Hiervoor ben ik maar even de berm ingereden. Ze groetten hartelijk, maar ik vrees dat mijn groet terug wat knorrig klonk, want eigenlijk vindt ik zo’n combinatie niet thuishoren op het fietspad (net zo min als 45 km/u autootjes, waarvan ik er gister een tegenkwam op het fietspad langs de Peizerweg):

De Kruierij bij De Groeve houdt op bij dit vermoedelijk vrij nieuwe hek, waarvan de verticale spijltjes, uitmondend in druppelachtige knopjes, echter Jugendstil-achtig aandoen:

Bij Zuidlaren – uitgebloeide bereklauw:

Nog even gekeken bij het hunebed in Midlaren:

Noordlaren – zonnebloem in berm laat kopje hangen:

Iemand in Noordlaren heeft dit Kappie-achtige sleepbootje naast zijn boerderij staan. Gezien het trappetje zal het wel worden opgeknapt:

Stier bij de Pollseweg:

Hij vindt mij, geloof ik, niet leuk:

Bij natuurgebied de Vijftig Bunder wordt er 8 hectare bos gekapt om heide ervoor in de plaats te krijgen. Ook is het de bedoeling historische sporen weer zichtbaar te maken: celtic fields, grafheuvels, middeleeuwse karresporen en een tankgracht uit de Tweede Wereldoorlog:

Het hele stuk wordt ook afgeplagd – over een jaar of wat moet dat hier een paars tapijt opleveren:

Nu is dat paars teveel weggedrukt, al is het er deels nog wel. Badderende Hooglanders:

Bij Natuurmonumenten aan de Onlander kant van Eelde ligt een terrein waar rollen hooi overgroeid raken met gras. Altijd een merkwaardig gezicht, zoiets:

Hoe monumentaal steenhouwerswerk in Scheemda naar de verdommenis gaat
Geplaatst op: 23 augustus 2017 Hoort bij: Kunsten, Ommelanden 11 reactiesVoor wat foto’s bij een artikel over de begraafplaatsenenquête van 1808, bezocht ik gistermiddag zes Oldambtster kerkhoven, namelijk die van Noordbroek, Zuidbroek, Scheemda, Midwolda, Finsterwolde en Beerta. Op dat van Scheemda kan je door de bank genomen de oudste en meest monumentale grafstenen vinden. Maar nergens ook, is de verwaarlozing groter. Men laat er prachtig steenhouwerswerk uit de zeventiende en achttiende eeuw doodgemoedereerd verkommeren. Je kunt daar je schouders over ophalen en zeggen dat het nu eenmaal zo gaat. Het is ergens nog wel romantisch ook. Maar van de aanleiding voor die romantiek blijft straks niets meer over. En dat is ook: gewoon doodzonde.








In en om de kerk van Thesinge
Geplaatst op: 20 augustus 2017 Hoort bij: Ommelanden 6 reactiesBen gister in Thesinge ook nog bij en in de kerk wezen kijken.
Variant op de zwaan van gister:

In het lijkenhuisje naast de kerk liggen fragmenten van sarcofaagdeksels uit de twaalfde eeuw, gemaakt in het Rijnland, met primitief-romaanse motieven. De onderliggende sarcofagen waren niet aangetroffen bij de opgraving. Conclusie: ze werden eeuwen later hergebruikt als grafdeksels op het kerkhofje van het goeddeels verdwenen veendorp Steerwolde/Stuirwold:

Op het kerkhof ook iets zeldzaams – de beschilderde houten grafpaal van de dagloner Kornelis van Eerden en diens vrouw uit 1892. Het kan haast niet anders of dat ding moet een aantal jaren geleden gerestaureerd zijn:

Aan de achterkant begint het helaas (alweer) te rotten:

Gezicht op het kerkje vanaf het kerkhof – het rechter deel is het koor van een middeleeuwse kloosterkerk, het linker is in de zeventiende eeuw aangebouwd:

Dat middeleeuwse koor:

Het deel uit de zeventiende eeuw – soberheid troef, al lijken de zuilen onder het orgel van marmer (kunnen ook gemarmerd zijn):

Hergebruik van grafstenen is niet alleen iets van de Middeleeuwen, zo blijkt in Thesinge. Onder de grafsteen uit 1664 van Claes Drews Stuirwolt, werd nog in 1825 Trientje Gerrits Elema bijgezet. Begraven worden in de kerk, een privilege voor de absolute bovenlaag van het dorp, was toen al niet meer zo in de mode. Ik denk dat Trientje hier de laatst begravene was:

Net als Anna Cnol in Westerwijtwerd voerde Claes Stuirwold een wapen met een edelhert dat uit een bos tevoorschijn springt (naar Psalm 42?):

Een beetje strenge herenbank zonder tierelantijnen – die kandelaars zijn een overbodige toevoeging, want er werden bij donker eeuwenlang geen diensten gehouden:

Kluisje voor het builgeld?

Nog een keer over het kerkhof – strijklicht valt over de achtermuur van de kerk:

Windmeeritje Delfzijl via Stedum
Geplaatst op: 19 augustus 2017 Hoort bij: Ommelanden 7 reactiesDe nieuwe Stadsweg, gezien naar het noorden:

Met een nieuw straatnaambordje bij Garmerwolde – Van de Nadort Betonallee: 
Boerderij met zonnebloemenveld even voor Thesinge:

De windwijzer op de kerk van Thesinge – een zwaan:

Stedumermaar:

Bij Stedum – de vlag mag uit, maar het mag geen naam hebben:

Microreliëf bij Stedum, met op de achtergrond elementen van het stadssilhouet van Groningen:

Angela’s bloemen:

Jack Russell:

De honing is ingepakt en de bui weer voorbij

Gezicht op Loppersum:

Schaif stait laif, behalve als het van de NAM komt:

Verfomfaaide (of zo u wil doorleefde) Statenbijbel in de kerk van Wirdum:

Dorpsgezicht Wirdum met opgeknapt Jugendstil grafhekje:

Dorpsgezicht Wirdum:

De steenfabriek in Delfzijl net over de grens bij Appingedam staat nog steeds te koop, de schoorsteen is opgeknapt:

Op de dijk bij Delfzijl:

In het slik waren wat pierewuppers bezig

Laag water in de Eems:

Terug met de trein:

Capriolen van de Onlander hermelijn
Geplaatst op: 15 juli 2017 Hoort bij: Dieren, Ommelanden 5 reactiesTerwijl ik een kokmeeuw op de leuning van een Onlander brug aan het fotograferen was – bepaald geen zaak van wereldschokkend aanbelang: 
Zag ik opeens iets bruin-wits met een zwarte staartpunt heen en weer flitsen en buitelen over de volle breedte van de brug – de beroemde Onlander hermelijn!:

Helaas aan de andere kant van de brug, op een plek waar ik qua foto’s niet goed bij kon (een crop, de rest doe ik jullie maar niet aan):

Gelukkig bleef het beest adhd-achtig bezig, ook toen ik de camera op filmstand zette. De hermelijn deed nog drie toertjes, na 20 seconden verdween zij of hij definitief tussen de spijlen (schakel het geluid maar uit, want ik zat te filmen via de zoeker en vergat de microfoon bovenop de camera):
Voor Vakantie! moet je in Veendam zijn
Geplaatst op: 18 juni 2017 Hoort bij: De actuele wereld, Ommelanden 9 reactiesStation Veendam. Bij de spoorwegovergang passeert net een Duitse loc van de museumspoorlijn STAR, die, naar ik hoorde, ook passagiers met fietsen vervoert, zodat je vanuit Stadskanaal heel mooi Westerwolde afpeddelen kunt:

Doel van de reis was intussen het Veenkoloniaal Museum, waar de tentoonstelling Vakantie! er op uit, 1900-1980 geopend werd. Voor de gelegenheid stond daar deze BMW-caravancombinatie uit de jaren 60 voor de deur:

De eigenlijke tentoonstelling is boven:

Hotels, pensions, huisjes en groepsreizen blijven (goeddeels) buiten beschouwing, het accent valt duidelijk op het kamperen dat voor het gewone volk mede mogelijk gemaakt werd door het vakantiegeld, dat vanaf 1968 werd uitbetaald. Camping-ameublement uit de jaren 70 – de noppen-vloerbedekking van vinyl komt me heel bekend voor:

Bungalowtent met zitje:

Een van de fraaie affiches op de tentoonstelling, stammend uit een tijd dat er nog een waas van idealisme rond het kamperen hing:

Het is verwonderlijk wat men niet al aan bric-à-brac bewaart – een hele wand is gereserveerd voor historische souvenirs:

Franse plaat over het kamperen:

De samensteller van de expositie, Fred Ootjers, ontdekte dat er in Oost-Groningen destijds ettelijke caravan- en vouwwagenbouwers zaten. Reclame voor het merk Tezet, uit Zijlstra’s carrosseriefabriek in Zuidbroek:

Ook nog even bij de vaste opstelling van het museum gekeken – veenkoloniaal winkeltje:

In de belendende veenkoloniale knijp deze fraai vormgegeven reclame van distilleerderdij Van Calcar te Hoogezand:

Tarief van sluis- of bruggelden met inningsklomp aan touw:

Terug op het station bleek dat de trein pas over een half uur kwam. Beetje rondgekeken – curieus kunstwerk van Limburgse kunstenaar:

Detail van het stationsgebouw:

Dat gebouw wordt weer geëxploiteerd door de STAR, na een periode dat het verpacht werd. Er is een kleine expositie met treinspullen ingericht:

Te zien is onder meer dit jubileumbord van Arie Gijsbertus Kenemans uit 1938, met al diens standplaatsen, o.a. Musselkanaal:

Windmeeritje Usquert – Stad
Geplaatst op: 17 juni 2017 Hoort bij: Ommelanden 2 reactiesUsquert, een waar woord van dichter Jan Boer:

Wierde en kerkje van Rottum:

Rottum – antiek fietsenrek van Niemeijer:

Rottum, ’t Hoeske van Theis Joapke, met linksvoor het borstbeeld van Jan Boer::

Wierde bij Eelswerd – als akkerbouw zo’n archeologisch monument erodeert, vind ik een opgraving in de rede liggen:

We hebben al ruïnes zat in Groningerland:

Landschap bij Kantens:

Engel op grafsteen, begraafplaats Toornwerd:

De toren van Toornwerd is eigenlijk een wat groot uitgevallen folly:

Dorpsgezicht Middelstum, van de Toornwerder kant:

De klap van Fraamklap – het oude café daar, Tuitman, is helaas voortdurend dicht:

Bij boerderij De Groote Haver, Ter Laan achter Bedum:

Kalkoen op het fietspad bij Ellerhuizen:

Landschap bij Zuidwolde:

Graan dat oefent op het wuiven:

Damsterdiep, stad Groningen:

Even naar Veendam
Geplaatst op: 16 juni 2017 Hoort bij: Ommelanden Een reactie plaatsenWas vanochtend even naar Veendam, voor een bezoek aan het historisch archief van Waterschap Hunze en Aa’s (folder).
Vanaf het station onderweg ernaar toe dit bruggetje (Bocht Oosterdiep):

Voor de deur van het Waterschapsgebouw plakken cortenstaal die golven voorstellen, met daarop de regels van een gedicht, namelijk ‘Beek’ van Rutger Kopland:

Waarom de reis begonnen was – stukken van de Oostwolderpolder, o.a. de oudste rekening (1772-1774):

Op de terugweg valt in de Sarastraat een gevelsteen van (waarschijnlijk) Anno Smith op:

Langs zeven Oost-Groninger kerken
Geplaatst op: 10 juni 2017 Hoort bij: Ommelanden 13 reactiesVandaag waren alle kerken van de gemeenten Menterwolde, Pekela, Oldambt en Bellingwedde open. Een aantal had ik nog nooit van binnen gezien, dus maar eens van de gelegenheid gebruik gemaakt.
Meeden, kansel met allegorische vrouwenfiguren (1802):

Op de flanken van het orgelfront engelen met bazuinen zoals deze:

Absoluut topstuk: de romaanse doopvont van Bentheimer zandsteen die eind 2013 bij een graafklus achter de deur tevoorschijn kwam. Ze stamt uit ca. 1250, deed dienst tot ca. 1600 en moet toen in een gat gekieperd zijn:

Ze berust op vier leeuwenpoten met grijnzende leeuwenkopjes:

Op het kerkhof was een merelvrouwtje druk bezig met het peuren van voedsel uit de spleet tussen twee grafstenen:

Anders dan verwacht was er in Westerlee geen open kerk – dat kwam door een verbouwing, zoals elders werd gezegd. Dit is de weg van Westerlee naar Oude Pekela. Je ziet hem omlaag lopen – voor 1800 lag hier een van de laatste rauwe veencomplexen, een gebied waar hevig gesmokkeld werd met contrabande (vooral tabak en jenever) uit de Westerwoldse gedeelten van de Pekela:

Wiedsters van een uitzendbureau bezig op een veld van een boomkwekerij. Sommige doen het werk liever staand of hurkend dan op hun knieën en ik kan ze geen ongelijk geven, maar of het werk dan net zo hard opschiet?:

Gevelsteen boven de kerkdeur van Oude Pekela. Het Groninger stadsbestuur liet de kerk in 1739 herbouwen door stadsbouwmeester Verburgh en ik vermoed dat het bestek nog wel ergens te vinden is:

Het pronkstuk hier, ’t orgel:

Met een paar klapwiekende adelaars er bovenop”:

Op het terrein van een voormalige strokartonfabriek de evocatie van een plaggenhut. Een deel van de ‘voorgevel’, die bestaat uit turf, is naar buiten gestort:

In de voorgevel van diezelfde oude strokartonfabriek zitten nu drie werkjes van Anno Smith, waaronder dit mozaïek van een vlucht ganzen:

Naast de opgang naar de kerk van Blijham:

Waar het orgel bekroond wordt met trompetten en bazuinen:

Tussen Blijham en Vriescheloo berookt een imker een van zijn vier bijenvolken:

Het kerkje van Vriescheloo:

Kansel uit 1560 met formeel snijwerk:

Vlakbij de kerk staat een voormalige school, met boven het portaal deze sluitsteen:

Het orgelfront (1797) in de kerk van Bellingwolde:

Grafsteen of deksel van een grafkelder? Eronder liggen Henricus Addens (1606-1678) vanaf 1634 de richter van Bellingwolde, diens vrouw en twaalf van hun zestien kinderen (een dertiende stierf bij hun leven te Heidelberg):

Voor het hele verhaal zie hier, nr. 920:

Dit charmante GADO-bushokje eindelijk ook maar eens gefotografeerd. Het mag wel eens worden schoongemaakt, trouwens:

De kerk van Oudeschans heeft een geschilderd nep-orgel:

Exit Oudeschans, op weg naar station Winschoten:


Recente reacties