De laatste ree bij de Lagemeedster Nutweg
Geplaatst op: 22 september 2024 Hoort bij: Westerkwartier 5 reacties
Met Monumentendag was ik er na een ongelukje even bij wezen staan, maar eigenlijk wilde ik de hele ree verkennen. Durfde dat niet goed, maar zag het pad op een topografische kaart officieel als (openbare) weg gemarkeerd staan. En dat gaf me naderhand het zetje. Aan het eind van het pad, dat ongeveer 200 meter lang was, stond een vervllende boerderij die (deels) bewoond leek:

Op het perceel van ongeveer 200 x 50 meter stonden ook nog bijgebouwen. Er was geen vee, groentertuin of fruitboomgaard te zien:

Halverwege de weg terug:

Dezelfde locatie

Afgedankte afrastering:

Kraal van metalën damhekken voor schapen en kalveren:

Vanuit een andere hoek:

Wrakke badde:

Niet alleen wrak, maar ook glad; ik zou er niet zo gauw overheen gaan.

Afgedankte acrobaat:

Boomstomp op de wal, bootje in het land:

Dorpskerk Zuidhorn
Geplaatst op: 15 september 2024 Hoort bij: Kunsten, Westerkwartier 8 reactiesMet Monumentendag was ik nog nooit in de kerk van Zuidhorn geweest, terwijl mijn overgrootmoeder en enkele van haardochters (oud-tantes van mij) deze kerk erg trouw bleven. Via de Historische Kring Zuidhorn gaf ik me dus op om er op Monumentendag een paar uur op te passen. Waarbij ik van de gelegenheid gebruik maakte om het camera-oog goed de kost te geven.
Bijvoorbeeld onderweg bij deze rijk belommerde boerenree in Lagemeeden:

In de kerk van Zuidhorn is de kansel het mooiste object met zijn snijwerk. Het pastoorsgestoelte trekt bij binnenkomst meteen de aandacht:

En met zijn gehalsbande en van voren geringde windhondekop, ontleeend aan het wapen van de jonkersfamilie Siccama (op Klinckema aan de zuidkant van het dorp):

Qua ornamentiek op herenbanken lijkt de familie Clant van de Hanckemaborg wat beter vertegenwoordigd dan de Sikkema’s. Hier bijvoorbeeeld met verzwagerde geslachten zoals de Ripperda’s (Oosterwijtwerd) en de Lewes (van Aduard):

Terwijl de Clanten zich in een volgende herenbank lieten vergezellen door onder andere de huppelende geitebokken van het geslacht Coenders.. NB: het hartschild is met zijn lelie en sterren ook in dit geval dat van de Hanckemaborg:

Engelen voeren geloof, hoop en liefde in hun schild:

Glas-in-lood naar de geometrische Stijl. Het lijkt me dat de kruisiging kubistisch of zo is uitgebeeld. Het rode ruitje staat voor de neus vana Christus miden op zijn gezicht:

Terug naar de 17e eeeuw met de figuren van haar tijd. In de ovaal staat een wapenschild met hangende druiventros met naar boven gerichte bladeren. Soortgelijke druiventrossen willen ook nog wel eens het Land van Belofte (Kanaän) symboliseren.

Engel onderaan rouwbord uit de achttiende eeuw:

Datzelfde rouwbord van opa Maurits Clant uit 1734:

Het familiewapen Clant met zijn griffioenen en vissen:

Twaalfpuntige ster op het koor (nu consistorie of kerkeraadskamer) aan de oostkant van de kerk:

Op de torenspits staat als windvaan een draak (volgens Pathuis 4543) of een griffioen met opgeheven vlucht (lokal zegsman), de vleugel beladen met de schuinbalk van het wapen Clant waarop drie rechtop. staande vissen te zien zijn.

inde consistoriale predikanten-galerij hangt dit aquarelletje van dominee Johannes Ernestus Winter, die van 1778-tot zijn dood in 1841, dus maar liefst 63 jaar lang, op de preekstoel van Zuidhorn stond. Deze recordhoudende preektijger fungeerde tevens als beleidsbepaler van de classis Westerkwartier:

Zitbanken bleven nog lang verhuurd in de kerk van Zuidhorn. Ene J. Offeringa erfde of kocht de bank van de familie Posthumus, maar zijn nazaten lieten het emaille eigendomsplaatje gewoon zitten:

Rouwbord uit 1704 voor Bauwina Clant-Clant (34 jaar).

Ook hier weer de dansende geitebokken van de familier Coenders (rechtsboven)!

Vroegere collega, archiefman, Zuidhorner en organist Hans B. kwam op Monumentendag het orgel van Schnitger en diens kleinzoon Freytag uit 1793 uitproberen. Hij had geen poestentreder bij zich en oogde daarom een beetje vermoeid. Het valt niet mee zo’n eeuwenoud kavalje aan de praat te houden:

Bij terugkeer in Hoogkerk was net de Eritreesche kerk uitgegaan en wahtten hun kerkgangers bij alle bushaltes:

Eesterweg Doezum v.v.
Geplaatst op: 2 september 2024 Hoort bij: Westerkwartier 5 reactiesEr stond een straffe Oostenwind, een uitgelezen gelegenheid om voor een westelijke bestemmig te kiezen. De keuze viel op Doezum, waar ik zelden kom.
Eerst meters maken langs het Hoendiep:

Witblatten met hun zaailingen op de diepswal tussen Oostwolmerdraai en Enumatil:

Achter Enumatil groeit gestaag de wilgenlaan als ree naar een boerderij op de Dijkstreek:

Toegang vanaf de Maarsdijk onder Niekerk naar ’t Fanemerland:

DE entree tot Sebaldeburen – bij café Het Haventje hier had ik een verversing willen nuttigen, maar de gelegenheid bleek helaas dicht:

Aftakelende boerderij aan de Eesterweg achter Doezum:

Beetje dichterbij: de rechter schoorsteen staat een Pippi Langkousachtig scheef; het dak welft golfachtig; de rollaag boven de deuropening vervalt; de blinden raken in het ongerede; en of de dakgoot tegen een klimaatregenbui bestand is, lijkt nog maar zeer de vraag; alleen de muren zijn van puik voegwerk met hun gesneden voegen:

Wat meer naar rechts krijg je zicht op de de deplorabele zijkant; daar mag wel iets anders komen:

Verderop heeft een belligerente bewoner zijn domein met een afschrikwekkende palissade versterkt:

Uitzicht op de diervoederfabriek in Stroobos:

Een boer in Dorp, vlakbij Stroobos en het Van Starkenborghkanaal, viert zijn zeventigste verjaardag met een staatsieportret waarop hij zelf de bruine lievelingskip op zijn knie in zijn schetsboek portretteert;

Beetje groter mag wel:

Met een vrijwel boomloze oostenwind kracht 4 terug naar Hoogkerk Dat viel een beetje tegen. Had een hardhouten kont na afloop van de tocht.
Rondje Middagsteradeel
Geplaatst op: 19 augustus 2024 Hoort bij: Westerkwartier 6 reactiesMoestuin in de luwte van boerderij Van Zanten te Leegkerk:

Verfomfaaide rozengaard met pluktuin op diepswal Aduarderdiep bij Nieuwbrug:

Het voormalige heem van beide Waschhuizen aan het Aduarderdiep. Hier kregen de Aduarder abdijbewoners hun vervuilde pijen schoon gewassen. Misschien ging er ook wel eens een paard het diep in voor een schrob-beurt. En er was een overzet, met een veerman die je graag naar de andere oever bracht, waar je als argeloos passagier waarschijnlijk net als bij de Schifpot een eind verderop (tussen Garnwerd en Feerwerd), een borrel kon drinken tegen de schrik van de overvaart.

Kalvertjes bij Fransum:

Voorbij Fransum loopt vanaf de Fransumerweg een ree naar een boerderij die om de een of andere reden Altenaauw heet. De boer tracht zijn inkomen aan te vullen met eendeneieren en boeketten op een plat fietskarretje

Om de bocht van de Zuiderweg is de berm aardig opgesierd:

Wat dichterbij Hardeweeer heb je aan de westkant van de weg een omvangrijk perceel met rode klaver. Mijn grootvader had hier maar wat graag zijn bijenkasten neergezet:

Vlinders vlogen er al volop, zoals gehakkelde aurelia’s en distelvlinders:

Met (meidoorn?)heggen omheind plaatsje waarop een huis, lage hokken en een hooimijt staan:

Te Hardeweer is het huis van de huiswierde afgegaan:

In de hoek van Oldijk (Suttum) heb je een bosje en terwijl ik dat passeerde vloog me opeens een zwerm atalanta’s tegemoet. Het ging om enkele tientallen stuks. Het leken wel de birds van Alfred Hitchcock. Vroeg me natuurlijk af hoe dat kwam. Welnu, de greppel onder het bosje lag vol rotzooi: met name pruimen. Kijk, dat vinden ze woest aantrekkelijk, dat ik al vaker eens gemerkt.

Een enkel exemplaar:

Terwijl ik de vlinders bestudeerde, kwam me achterop de rug een geruis naderbij. Het bleek een heuse schaapskudde onder schepersbegeleiding:

+

Verderop landgeiten die deze passanten ook wel interessant vonden. De voorste is een enkelhoornig exemplaar:

Kalvertjes bij de Oldijk met op de achtergrond de opgedoekte zuivelfabriek van Ezinge:

Wat meer naar rechts dit kerkelijk landschap, bestaande uit bedehuis, kosterij en toren:

Tussen Feerwerd en Ezinge stroomde ooit het Peizerdiep naar zee. Boer houdt van witte koeien, op de achtergrond de populierenlaan van Beswerd:

Ezel bij Feerwerd heeft dolle pret:

Paardjes bij Oldenzijl onder Winscum:

Hekkum:

Hekkum – koeien trekken naar de melkstal:

Een eind verder in het land bij een sloot zitten eenden, een kievit en een zilverrreiger vreedzaam tesamen:

Een peerdjessteen in Fransum
Geplaatst op: 19 augustus 2024 Hoort bij: Kunsten, Ommelanden, Westerkwartier Een reactie plaatsenZaterdag langs het Harkema-pad voorbij Fransum fietsend, viel me vanuit de verte op dat aan de oostkant van het Fransumer kerkhof nog een boerderij stond, die ik nog nooit gecheckt had op peerdjesstenen of andere ornamenten in de achtergevel. De boerderij bleek zelf een monument uit de zeventiende eeuw: kop-halsromptype onder zadeldak tussen topgevels, Met binnen gesneden en meer eenvoudige bedstee-wanden en toegang gevend via een rococo-deur. Stenen met tekst of figuren werden niet genoemd door het Aduarder boerderijenboek (pag. 195-197), hoewel er eentje volgens een foto uit 1816 dateert. Aanemend dat de aanwezige stenen er gedrieën in serie zijn gemaakt, zullen de twee andere dan ook (ongeveer) uit die jaar stammen. Alle drie sluiten ze aan de bovenkant ook portaalbogen af. Het eerste geeft de initialen JMW en SKM, welke staan voor Jan Meinderts Wieringa en Stijntje Klasens Meinema, die in 1787 te Fransum trouwden, maar er achtereenvolgens in 1828 en 1827 zouden sterven. Intussen bestierde het echtpaar Wieringa-Meinema dus deze plaats, waar 91 + 12 = 103 grazen land onder beklemming bij hoorden. In 1799 kochten ze er nog een belendende boerderij met 41 gras bij, waarna ze enige verder afgelegen percelen weer van de hand deden. Naar toenmalige maatstaven waren het in elk geval grote boeren. 100 gras komt nu neer op ongeveer 45 hectare, al verschilt de grasmaat in de Ommelanden van plaats tot plaats..

Tot mijn verbazing zat er dus ook een peerdjessteen in de achtergevel. Hoewel de renovatie misschien wat onbeholpen is geschied, was de vormgeving dus oorspronkelijk van ca. 1816. Hoewel die Biedermeyerperiode ons wel meer peerdjesstenen heeft nagelaten, ontwaarde ik helaas nog geen specifieke stijlkenmerken. Het peerd vind ik relatief elegant.

Marum V.V.
Geplaatst op: 12 juli 2024 Hoort bij: Westerkwartier 4 reactiesFoto’s van vorige week vrijdag, toen ik na thuiskomst softwaregedoe kreeg, zodat ik ze niet meteen kon downloden.
Bij de Roderwolderdijk had een bezorgen zijn ladig folders gedumpt. Waarschijnlijk van de dichtstbijzijnde buurtsuper. En bedankt nog!

Kamilleplantage bij de Londenweg op bdrijventerrein Westpoort:

Van der Wiel, bekend van grondsaneringen, was iets in open weiland aan het storten. Weet niet of het zuivere koffie betreft:

Bij Oostwold was de bedding van het vroegere riviertje De Gave juist gehooid:

Zo te zien rozen:

Lettelbert – vanuit de verte leek het vanwege de staarten dat er een stel vossen tegen de makelaar opklommen, naderhand bleken het toch paarden te zijn:

Jugendstil Toegangshek in Midwolde:

Fraai metselwerk (Amsterdamse school) te Tolbert:

Een glasvezelkabelaar eerde Oranje met twee runderen:

Prille mais:

Het bordje ter ere van Ate Doornbosch bij de kroeg tegenover de kerk van Nuis:

De oprijlaan bij de Coendersborg:

Toeristische bordje bij de ingang van De Kruisweg in Marum:

Op visite bij een oude collega:

De Pierswijk vanaf het bruggetje in het Malijksepad:

Het langzamerhand met inasieve waternavel dichtgroeiende uiteind van de Pierswijk:

Overgang van Malijksepad naar de Holm, of de grens tussen Marum en Nuis:

Doorzonheerd bij het Malijksepad:

Frame van lokale landschapsridders die de National Geographic na-apen:

Het kerkje van Lettelbert, met dichtgemetselde romanogotische vensters:

Middagster rondje
Geplaatst op: 27 juni 2024 Hoort bij: Dieren, Westerkwartier 3 reactiesEn route. De Jonge Held, ontwiekt, staande en gelegen aan zijn kromme molentocht met zijn Slaperstil:

Bij de Zijlvesterweg tussen Slaperrstil en Dorkwerd liep een ooievaar in het land te fourageren. Op de achtergrond de Stad met Vinkhuizen:

Herbouw van boerderij aan de Meedenrweg, iets ten noorden van Aduard. Zo te zien blijft het grondplan gelijk:

Bij de ree van boer Harkema, iets verder in het land. Replica van Vrijheidsbeeld op miniformaat, met de onafhankelijkheidsverklaring van 4 juli 1776. Niet gekeken of de regel Give me your tired, your poor er ook te bekennen viel. Nou ja, het gebod tot gastvrijheid zijn de meeste mensen toch liever vergeten, behalve als ze er zelf een beroep op moeten doen:

Op het kerkhof van Fransum:

Driearmige kandelaar van klei in de kerk:

Op het koor ligt een rijtje lokale hotemetoten hun opstanding te verwachten. Hier de fraai gecaligrafeerde zerk vaan Pieter Jansen, die in 1680 op de boerderij Nyenhuis in het kerspel Fransum overleed. “Al hoe wel ick hier legge beneden en een ander gaet over my treden, en ben niet als de aerde en slick, noch hoop ick te koomen int hemelrick.”

De gepleisterde kansel van bak- en natuursteen, die rust op een gotisch kapiteel.

De kerk, op de aangename fietsafstand van 12,75 kilometer vanaf de Stad, is bij de stichting Oude Groninger Kerken te huur voor allerlei uitvoeringen, iets wat overigens te weinig gebeurt;

Aan de muur een foto van de avondmaalskan van Keuls steengoed uit 1750 die al sinds de restauratie van ca. 1950 in het Groninger Museum berust:

Streng verboden dit monument te verontreinigen of de muren te bekrassen:

De kansel vanuit een andere hoek:

Bij Altenaauw in de berm van de weg naar de gehuchtjes Hardeweer en Suttum:

An de andere kant van de weg een fouragerende kievit:

Aan de Oldijk tussen Suttum en Ezinge staat de ‘Ol Widde”. De naamgeving, mogelijk gevolg van een witpleisterbuurt, kan dat niet veel langer dan een halve eeuw geleden geschied zijn. Oorspronkelijk, in de zestiende eeuw, heette de boerderij nog de Luegheheerd, mogelijk naar een familie Luinge die oorspronkelijk uit Peize of elders uit Noord-Drenthe afkomstig zal zijn geweest:

Het voorhuis, al jaren niet meer bewoond, is niet veel soeps:

De naam van de schuur zou nu ook ‘Gat in ’t dak’ mogen zijn – ze ziet er sinds een storm van een paar jaar terug namelijk afgrijselijk uit:

Al oogt de melkenkamer, opslagplaats voor boter en kaas, er nog solide gesloten uit met zijn dubbele set tralies:

In de achtergevel zit nog een deur van eind negentiende eeuw. Iemand heeft er linksonder van binnenuit een paneel uitgeschopt:

Terug langs Ezinge, Feerwerd en Garnwerd. Onderaan de toren van Garnwerd:

Bij de molen van Garnwerd reclame voor het dorpsfeest Garnwerd Grandioos over een paar weken, natuurlijk met de traditionele Braggeltocht (run door de blauwe blubber):

Dorpsgezicht Garnwerd, van over het hooiland met wiersen bij Krassum:

Geitenkudde bij Dorkwerd maakt gebruik van wagenbrug:

Avondrondje Hooge- en Lagemeeden
Geplaatst op: 7 juni 2024 Hoort bij: Hoogkerk, Westerkwartier 1 reactieHet was prachtig weer gistravond voor een fietsrondje: windstil, met als enige nadeel een enorme bult muggen, vooral in Lagemeeden met zijn vochtige weilanden. Maar ik begon in Hoogemeeden. Aan de westkant van het rechte stuk van ’t Aduarderdiep, midden in polder De Kleine Eendracht ligt daar aan een lange, haakse ree van betonplaten de ‘Schippersploats’, met in de achtergevel dit gevelsteenteentje van een jong, druistig Fries paardje::

Volgens het Boerderijenboek van Aduard heeft ter plaatse (nr. 124, pag. 398-400) mogelijk eerder iets gestaan dat verband hield met het klooster Aduard. In de boerderij zit vrij veel ruimte voor paarden, volgens de auteurs omdat hier, naast een herberg, een wisselplaats voor paarden was. Ik denk dat de naam Schippersplaats, naar latere eigenaars, hier met de auteurs op de loop is gegaan. De familie Schipper bezat een herberg in Aduard en ook deze boerderij (als eigenaars, niet als beklemde meiers). Wisselplaatsen voor trekpaarden van scheepsjagers, zoals De Slingerij en de Stadsherberg bij het Hoendiep en de Vonk en het Wapen van het Oldambt aan het Winschoterdiep, bevonden zich gewoonlijk bij de kop van een trekdiep, in de onmiddellijke nabijheid van het vaarwater, en niet midden in het land, zoals hier. Wel stamt de boerderij mogelijk uit de eerste decennia van de zeventiende eeuw, denk aan het Twaalfjarig Bestand, toen er in de omgeving vrij veel nieuwbouw plaatsvond. Er zat uiteindelijk ruim 53 gras land bij. Als het Aduarderdiep überhaupt als trekdiep fungeerde, moet je de eindstations met schuren voor scheepsjagerspaarden zoeken in Aduard of Den Ham.
In de achtergevel van het plaatsje zit ook nog een gevelsteen uit 1828 met de initialen FMD – EMvdV, wat slaat op de toenmalige beklemde meiers en huis-eigenaren, het echtpaar Ewold Mennes Drewes en Alke Michiels van der Veen, dat acht jaar eerder op vrij jonge leeftijd getrouwd was:

Nog een aardig ornament op de achtergevel: de huisbel met de koe erboven:

Een indruk van de groene grasvlakte waar de betonnen ree naar het huis heenvoert:

Opslag van kabelhaspels van de firma die de hoogspanningslijnen op het land vernieuwt:

Elders in Hoogemeeden staat een boerderij die zich getuige de gevelsteentjes in de poort naar het toponiem noemt. Het paardje in de achtergevel is hier een stuk minder elegant dan dat bij de Schipperploatsje:

Het kerkje van Den Horn, daar nabij:

Toegangshek naar het kerkhof van Lagemeeden, waar die kerk in de zeventiende en achttiende eeuw nog heeft gestaan:

De gewezen huisplaats ernaast is overwoekerd met bloeiende berenklauw:

Boerderij op het westelijke uiteind van de Nutweg:

De boerderij schuin tegenover het kerkhof, waar zich op het achtererf ooit de Lagermeedster parkeerkwestie afspeelde:

Vergezicht naar het westen, waar de molen van Enumatil net niet meer zichtbaar is:

Bij de Zuidwendinger watermolen staat opeens een hok en speelobject voor (dwerg)geiten:

De eigenaar van voorheen herberg De Meelbuil op de hoek van de Zuidwending en het Hoendiep heeft zijn pand opgesierd en vervrolijkt met onder andere een roze rozenboom en klaprozen:

Op de weg terug – de suikerfabriek te Vierverlaten gezien vanaf Leegkerk:

Naar Grijpskerk met de wind in de rug
Geplaatst op: 10 maart 2024 Hoort bij: Westerkwartier Een reactie plaatsenMoest even naar het station om een fietskaartje van Arriva te kopen, want had geen zin om tegen die kille wind in 20, 30 kilometer terug te moeten fietsen. Stadsgezicht met voorheen Niemeijer, voorheen KPN-borg en ’t Emmaviaduct:.

Bij het stationshal kwamen juist de dames van de Red Hat Society naar buiten lopen. Helaas vergeten te vragen welk chapter ze vormden:

Bij het Hoendiep ter hoogte van Westpoort was het al een en al bloesem:

Bijvoorbeeld:

Opeens vrij zicht op een erf aan de noordzijde van het Hoendiep met vervallende hut (bijschuur), sloopcontainer en korfbalpaal:

Landschap met ezels en een Haflingerpaard even voorbij Oostwolmerdraai:

Op de achtergrond een lichte streep die ik eerst voor de A7 hield. Er stond iets bij, volgens mij zo’n groot blauw snelwegenbord. Ingezoomd echter bleek de streep een polderplas met een vogelkijkhut op ’n platte boerenwagen. Het was fris, maar een vogelwachter lag er bloot op te zonnen:

Openbaar Kunstbezit in Enumatil – Lakenvelder:

Boerenjugendstil met dubbele rij Amsterdammers en een beukenhaagje tegenover Tante Til:

Had onderweg een bekoorlijk dorpsgezicht gezien, dus even terug om de binnenlanden van Enumatil te verkennen:

Achter de gereformeerde kerk lag een onvermoed groot parkeerterrein, waar je dit uitzicht hebt. De sloot maakte deel uit van een verdedigingswerk uit de zeventiende eeuw:

Weer aan de noordkant van het Hoendiep – in de verte de boerderij Pabema met haar duivenslagpoort:

Via Niekerk naar het Oosterzand, waar een storm op een achtererf had huisgehouden:

Voor een winter houtvoorraad:

Wolddiep richting Gaarkeuken met BBB-vlag:

v
Rondje Bakkerom
Geplaatst op: 4 maart 2024 Hoort bij: Westerkwartier 4 reacties(Foto’s van gistermiddag.)
Na jaren bouwen nadert de nieuwbouw op het heem ‘Holland’ – aan een lange ree in het land aan de noordzijde van het Hoendiep tussen De Poffert en Oostwolmerdraai – haar voltooiing. Ervoor stond er tot voor kort nog een boerderij, die medio achttiende eeuw al genoemd wordt door Beckeringh op diens stadhouderskaart (de voorganger van zijn meer bekende borgenkaart) en in een verzegeling mbt de eigendom. In 1763 wordt ook een zoon, geboren “op Holland”, gedoopt in Oostwold. Hoe de boerderij aan haar naam raakte. is onbekend. Mogelijk kwam de stichter en eerste eigenaar uit Holland? In elk geval ging de hier wonende familie zich naderhand Hollander noemen, naar de boerderij, waar destijds zo’n 45 grazen (ruim 23 hectare) land bij zat (aldus Jaap Hofman & Gerrit Kuijk, Boerderijenboek Aduard (Bedum 2021) nr. 188):

Bij het Hoendiep bleken nogal wat bomen gerooid:

Er is één ding wat hij nooit zou willen missen:

Half uitgebotte katjes:

Auwemabrug tussen Enumatil en de Pasop:

Achttien zwanen bij de Maarsdijk vlakbij Niekerk – bij kou ’s nachts klitten zwanen vaak samen:

Het ooievaarsnest bij de boerderij Werklust in Niekerk bleek reeds betrokken (anders dan dat bij de kerk van Roderwolde):

In polder de Dijken-Bakkerom, een natuur- en waterbergingsgebied, is een uitkijktoren verrezen. Aan de trap ontbreken nog de vier bovenste treden. Man staat op hoogst bereikbare tree zijn vriendin te kieken, terwijl zij liever beneden bleef staan:

Naar het noorden geeft de toren uitzicht op de Wester Doynhgaheerdt, tegenwoordig het Paardenrusthuis in Kuzemer. De boom, die zijn langste rijd gehad heeft, ga ik wegens zijn getordeerde aanzien binnenkort nog eens van wat dichterbij bekijken:

Einde Dijkweg bij Bakkerom – geitenhouder inspecteert zijn levende have:

Toompje ‘pieken’ (kippen in de streektaal hier) in de berm van de Boerenweg even ten oosten van Boerakker:

De merel van mijn overleden achternicht Antje De Wit-Nienhuis, Midwolde:

Rondje Roden, Terheijl, Midwolde
Geplaatst op: 2 maart 2024 Hoort bij: Dieren, Drenthe, Hoogkerk, Westerkwartier 1 reactieWilgenkatjes, pas uit hun schilletjes gepopt:

Een enkele al bezet door een bij of een vlieg:

Buurpraatje van paard en scharrelvarken aan de Hooiweg in Roderwolde:

Halfwas Schotse hooglanders op Terheijl. Op de achtergrond het vroegere armhuis van Roden:

Eerst stonden ze tot hun enkels in een modderpoel rond een hooidispenser (of hoe heet zo’n ding), maar stoven weg toen ik ze iets te dichtbij kwam;

Om op een afstandje een half nieuwsgierige, half dreigende houding aan te nemen:

In het plantsoentje bij de Schreiershoek in Leek zaten een paar scholeksters te fourageren. Die paarse krokussen zijn trouwens erg in de mode, dit seizoen:

Nog eentje van opzij:

Leeuw als windvaan op het kerkje van Lettelbert:

Kaalslag op wal vloeivelden suikerfabriek bij de Roderwolderdijk, Hoogkerk:


Kat die zich vlak voor mijn fiets over het fietspad uitstrekte:

Ommetje gemaal Lettelbert
Geplaatst op: 12 februari 2024 Hoort bij: Westerkwartier Een reactie plaatsenTussen De Poffert en Oostwold – schiereiland waarop straks vast weer een zwanennest ligt:

Oostwold – boerendoorzonopslag:

Dorpsgezicht Oostwold met wit paard (schimmel die naderhand nogal groen uitgeslagen bleek):

Ouwe boerenree – zijweg ventweg bij de A-7:

Doel van de reis: het nieuwe gemaal bij ’t Lettelberterdiep dat waterberging De Driepolders bedient (capaciteit 75 kuub per minuut). Waterschap Noorderzijlvest heeft er enkele informatie panelen neergezet, met twee foto’s van mij (een van de Gave, de ander van de Pasop gezien vanaf het Kret).

Het landschap bij dat gemaal gezien van het bruggetje over het Lettelberterdiep:

Luchtverschijnselen in het westen bij de Pasop:v

En vanaf de driesprong Matsloot- Hooiweg richting Roderwolde:

Meedenertil ligt er even uit
Geplaatst op: 11 februari 2024 Hoort bij: Geschiedenis, Westerkwartier Een reactie plaatsenKwam gistermiddag langs de Feerwerdermeeden en daar bleek de Meedenertil eruit te liggen (fietsers kunnen erlangs via een noodverband). Waterschap Noorderzijlvest is bezig met een opknapbeurt, die medio maart afgerond moet zijn:

Heel vroeger was deze til er een van het model piepke (pijpje). Hij schijnt ook nog te fungeren als stuw of zo, vandaar dat ze onder ’t Noorderzijlvest valt en niet onder de provincie of een gemeente:

Op een zeker moment is dat nostalgische tiltje vervangen door een enorme betonnen plaat met onderbouw, opdat bijvoorbeeld hedendaagse vracht- en melkwagens er overheen kunnen::

Maar bij een check door duikers, het afgelopen najaar, bleken er nog oorspronkelijk muurwerk en ijzerwaren onder te zitten:

Met dank aan Klaasjan Staal voor de foto’s (met uitzondering van de eerste).
Bie ol scheerboas ien Tolbert
Geplaatst op: 19 november 2023 Hoort bij: Geschiedenis, Hoogkerk, Westerkwartier 6 reacties
Op de zolder van museumboerderij Cazemier annex Oudheidkamer Fredewalda in Tolbert staat een fors ‘kappersmeubel’, dat in de vorige eeuw dienst heeft gedaan in opeenvolgende Tolberter kapperszaken. Oorspronkelijk was het van een familie Boersma, die viavia van Vierverlaten bij Hoogkerk kwam waar ze het stationskoffiehuis uitbaatte, een établissement dat op zijn inventarris in 1927 nog steeds een kappersstoel had staan. De neringen van kapper en tapper gingen destijds niet alleen daar samen. Ook in Tolbert bleken het niches.
Het kappersmeubel zal van ongeveer 1900 dateren:

Bij die vierkante laadjes vroeg ik me af wat erin heeft gezeten; kappersblaadjes zoals in de jaren 60 De Lach? Of ‘kapotjes’ die onder de toonbank werden verkocht?
Heuker was zowel dames-als herenkapper. Bijbehoren zoals deze – iets waarmee je droogkappen aanstuurt, dunkt me:

Scheerbekken:

Onderdeel van droogkap:

Het kappersmeubel van opzij. Vooraan ligt een föhn? Het ding boezemde sommige kinderen nogal vrees in.:

Haarsnijmachinetje of tondeuse op handkracht van een degelijk Duits merk uit de befaamde messenstad Solingen:

Het briefje dat kapper Heuker ophing als zijn aanwezigheid even buiten de zaak gewenst was:

Het kappersmeubel van Heuker en zijn voorgangers vormde gisteren de aanleiding voor een goed bezochte donateursmiddag van Fredewalda. Deze lokaal-historische stichting had onder de titel ‘Bie de scheerboas’ een soort van bonte avond in elkaar gezet, met een historische, deels autobiografische lezing over ontwikkelingen in het kappersvak, lokale zangeressen, een schetsje van Max Douwes uit de RONO-serie Mans Tierelier en zien dwaellicht deur Drenthe, en een tweedelige film van Tjerk Bekius over het Tolberter kapperswezen. Tot besluit van dit programma zongen de ruim honderd aanwezigen staande enige coupletten van het Tolberter volkslied.
Na de Boersma’s was het kappersmeubel dus het eigendom van kapper Gerrit Heuker. Hij kwam in 1943 als jongmaatje/kappersbediende in de zaak van Boersma en leerde daar het vak, om midden jaren 50 als theoretisch en practisch volleerd grootknecht de zaak over te nemen. Meermalen verhuisde Heuker binnen Tolbert, om uiteindelijk tegenover de hervormde kerk terecht te komen. Toen hij er in 1993 mee ophield, had hij geen bedrijfsopvolger en dreigde het kappersmeubel verloren te gaan, maar kwam het via dorpsgenoten bij Fredewalda terecht. Als ik het goed begrijp was zelfs het eerste object in haar collectie.
Vroeger lieten arbeiders zich twee keer per week scheren, leerde ik uit de lezing. De openingstijden van de kapsalon waren tegen het weekend wat ruimer dan nu, begreep ik ook. Formeel was Heuker nog tot 9 uur op zaterdagavond open. Dan ging de deur op slot, maar de mannen die dan al binnen waren, konden zich nog tot ver na die sluitingstijd laten scheren. Als allerlaatste kwam dan de dominee aan de beurt, die er zondagochtend bij de preek immers piekfijn uit moest zien.
In Tolbert waren er voor en in de oorlog zeker drie kapperszaken: namelijk die van de families Hovinga, Wagenaar en Boersma. Drie kappers op een bevolking van ruim 3000 zielen, dat lijkt veel (1 kapper op ruim 1000 inwoners) en in dit verband vroeg ik mij af, of de verzuiling ook nog een rol speelde. Bediende elke kapper misschien de eigen zuil – hervormd, gereformeerd of vrijgemaakt? En kon je aan de kapsels dan de gezindheid zien? Helaas bleven die vragen onbeantwoord.
In elk geval mocht bij Heuker niet over geloof of politiek gesproken worden, onderwerpen die immers ook bij uitstek geschikt zijn om twist en tweedracht te veroorzaken. Verder was het de bedoeling dat de meer persoonlijke zaken niet buiten de salon kwamen en sub rosa bleven. De kinderen van de kapper kregen dit ook al vroeg ingeprent.
Rijk dorp, arm dorp in het Westerkwartier
Geplaatst op: 1 november 2023 Hoort bij: Geschiedenis, Westerkwartier Een reactie plaatsenBij toeval stuitte ik op een lijst van kerspelen in het Westerkwartier, met de bedragen die deze in 1808 dienden te leveren bij een landelijke “repartitie” van 3 miljoen gulden.

Hoe deze bedragen tot stand kwamen, is me onbekend. Waarschijnlijk ging het – zoals meestal in de Napoleontische era – top-down en is er landelijk eerst een bedrag per departement bepaald, waarna men binnen het departement een verdeling over de landschappen en hun kerspelen opstelde. Er zal veel over geredekaveld zijn in achterafkamertjes. Bestuurders die onder het Ancien Régime al ervaring opdeden met vergelijkbare fiscale verdelingsvraagstukken (“quotisaties”) zullen hun invloed hebben doen gelden.
De sommen die ze voor het Westerkwartier per kerspel bepaalden, heb ik gerangschikt van laag naar hoog en vervolgens gedeeld op het aantal inwoners naar de volkstelling van 1795, om aan een gemiddeld bedrag per kerspelbewoner te komen. :
| Som in repartitie 1808 | Kerspel | Inwoners Vt 1795 | Gemiddeld/inwoner |
| 150 | Opende | 191 | 0,79 |
| 175 | Nuis | 192 | 0,91 |
| 175 | Noordwijk + Lucasw. | 216 | 0,81 |
| 200 | Sebaldeburen | 219 | 0,91 |
| 200 | Oostum | 63 | 3,17 |
| 200 | Lagemeeden | 101 | 1,98 |
| 225 | Lettelbert | 182 | 1,23 |
| 250 | Oostwold | 106 | 2,36 |
| 250 | Leek | 1070 | 0,23 |
| 250 | Niebert | 241 | 1,04 |
| 250 | Faan | 72 | 3,52 |
| 275 | Marum | 351 | 0,78 |
| 300 | Niekerk | 273 | 1,10 |
| 300 | Dorkwerd | 119 | 2,52 |
| 300 | Aduard | 360 | 0.83 |
| 325 | Niezijl | 325 | 1,00 |
| 350 | Saaksum | 148 | 2,36 |
| 350 | Oldekerk | 269 | 1,30 |
| 350 | Leegkerk | 203 | 1,72 |
| 450 | Wierum | 183 | 2,46 |
| 425 | Feerwerd | 231 | 1,84 |
| 425 | Grootegast | 582 | 0,90 |
| 450 | Fransum | 127 | 3,54 |
| 450 | Tolbert | 476 | 0,95 |
| 475 | Midwolde | 217 | 2,19 |
| 550 | Garnwerd | 443 | 1.24 |
| 550 | Doezum | 436 | 1,26 |
| 700 | Lutjegast | 396 | 1,77 |
| 750 | Hoogkerk | 290 | 2,59 |
| 800 | Hogemeeden | 195 | 4,10 |
| 900 | Ezinge | 416 | 2,16 |
| 900 | Den Ham | 237 | 3,80 |
| 1000 | Visvliet + Pieterzijl | 501 | 2,00 |
| 1050 | Zuidhorn | 585 | 1,79 |
| 1100 | Noordhorn | 550 | 2,00 |
| 1200 | Niehove | 519 | 2,31 |
| 1800 | Oldehove | 587 | 3,07 |
| 2500 | Grijpskerk + 3 Waarden | 660 | 3,79 |
De belastingdruk bij deze repartitie liep dus nogal uiteen van kerspel tot kerspel. De laagste sommen beurde het Koninkrijk van de kerspelen in het zuidelijk Westerkwartier nabij de grens met Friesland: Opende, Nuis, Noordwijk en Lucaswolde en Sebaldeburen. De hoogste sommen kwamen van Grijpskerk, Oldehove en Niehove. De gemiddelden per inwoner in de laatste kolom, vielen eenvoudig te klasseren:
- laag: minder dan een gulden.
- middelmatig: van één tot drie gulden
- hoog: drie gulden of meer.
De middelmatige bijdragen buiten beschouwing latend, heb ik de kerspelen met lage gemiddelden op het volgende kaartje groen gemerkt en de relatief rijke goudgeel:

De kerspelen met lage gemiddelde bijdragen, zaten op één na allemaal in het zuidelijke Westerkwartier (“onder het Hoendiep”): zand en veen, met gemengde bedrijven van relatief kleine boeren en nog vrij veel woeste grond. De hoge gemiddelde bijdragen per inwoner kwamen van de klei, waar de boerderijen in doorsnee wat groter waren en de boeren een stuk rijker.

Recente reacties