Een zondvloed aan de Meeuwerderweg
Geplaatst op: 9 december 2005 Hoort bij: Oosterpoort Een reactie plaatsen
De website is helaas alweer uit de lucht, maar er stond een totaal onbekende en zeer bijzondere foto uit 1924 op van een ondergelopen Meeuwerderweg – ziehier een grote en opschaalbare versie.
Doordat de kleine huizen op de foto allemaal gesloopt of samengevoegd en opgetopt zijn, is de situatie nu nog slechts aan de hoge panden te herkennen. Dan gaat het met name om het blok met het balkonnetje rechts van het midden, waarin nu Café Merleijn zit, en de puntdaken centraal in de verte, die bij de Frederikstraat horen.
De blik is zuidwaarts gericht. Getuige het hekje rechts op de voorgrond stond de fotograaf een meter voorbij de hoek van de Jacobstraat. Links zien we het hoekje van de Joachim Altinghstraat, waar zich nu DA-drogisterij Wildeboer bevindt. Voor het pandje staat nog een Jugendstil-achtige telefoon- of telegraafpaal. Op de plek van de kleine woningen rechts bevinden zich nu onder andere het Kaes- en Stoethuus, de Tabaksgemak, de Mitra en biologische winkel De Ingen.
Dat er ook indertijd in de pandjes hier al middenstand zat, laten de uithangborden zien. Op de uitvergrote foto zijn de opschriften gedeeltelijk leesbaar, maar met wat hulp van het Groninger Adresboek van 1924 is het hele strookje mooi in kaart te brengen:
- 103 – D. Brouwer, ‘fijnwasscher’ met een machinale was- en strijkinrichting;
- 105 – wed. J. Bakker (vaag in de deuropening te zien, de besnorde man aan de stoeprand met de bretels over zijn overhemd zou haar zoon kunnen zijn);
- 107 – H. Carels, kapper (de man met vlinderstrik en giletje, achter hem staat waarschijnlijk een klant);
- 109 – C. Born, in boter, kaas en eieren, fijne vleeswaren, wijnen en likeuren;
- 111 en 113 – H. van Nieff, vishandel, tevens karrenverhuurder en schoorsteenveger (de karren zullen op de binnenplaats achter hebben gestaan);
- 115 – R. Nieborg, werkman;
- 117 – wed. L. van der Wal;
- 119 – wed. W. Grol, magazijn voor gemaakte en gebreide manufacturen (haar inwonende zoon was chef in een tricotagefabriek, vermoedelijk die van Reinier Muller, achteraan de Meeuwerderweg);
- 121 – J. Benus, kruidenierswaren in ‘De Hoop’;
- 123 – wed. B. Oosterveld, suikerwaren.
Links en voorbij de Joachim Altingstraat zaten hier:
- 108 – R. Thiescheffer in wollen garens en tricotages;
- 110 – J. Strikwerda, stoker;
- 112 – G. Sekuur, groentehandel;
- 114 – wed. J.E. Wolff;
- 116 – J. Kamphuis, horlogemaker.
Iedereen kwam de winkels en de huizen uit om zich te laten vereeuwigen, in totaal staan er zo’n zeventig mensen op de foto. Opmerkelijk is, dat de mannen bijna even vaak petten als hoeden dragen, een teken dat de buurt ook toen al een gemengde bevolking kende. Wel staan de hoeden achteraan – ze kwamen wat later – en behoren de petten meest toe aan mannen die bij de gemeentereiniging werkten. Midden op de weg zette de dorpsgek twee kratjes in het water neer, waarop hij soldatesk met een bezem over zijn schouder poseert. Links van hem een slagersbakfiets. Op de achtergrond zien we vooral vrouwen, waarvan een enkele een kind op de arm draagt. Rechtsonder zijn dan nog enkele duimafdrukken te ontwaren van de onbekende fotograaf.
Om precies te zijn dateert de foto van vrijdag 18 juli 1924. Klokke drie uur die middag goot een “ware wolkbreuk”, “zooals sedert vele jaren hier niet is waargenomen”, “geweldige watermassa’s” uit over het centrum en het zuiden van de stad. “Bij bakken viel het water uit de lucht.” Zelfs op hooggelegen plekken, zoals de Grote Markt en de Vismarkt, bereikte het de stoepranden.
Trams waadden er langzaam doorheen. Overal zag je kinderen met papieren bootjes in de weer, en winkeljongens fietsten met hoog opgestroopte broekspijpen. Het lager gelegen Zuiderdiep stond zelfs van gevel tot gevel blank. Hier liep het water het souterrain met de drukkerij van het Nieuwsblad van het Noorden binnen, zodat de machines er binnen de kortste keren een meter in stonden. Aanvankelijk wilde de brandweer de krant helemaal niet helpen, ook niet tegen vergoeding, en daarom wendde uitgever Hazewinkel zich tot de burgemeester, die de spuitgasten een dienstbevel gaf. Heel veel papier bleek intussen bedorven. Pas ’s avonds om negen uur gingen de eerste kranten naar de abonnees in de stad.

Mooie foto! Leuk is dat hè, om te zoeken naar herkenbare punten in zo’n straat die je kent.
Ik heb er nog heel wat moeite mee gehad om het te herkennen, want voor het enige echt herkenbare punt (het Merleijn-blok) staan nu bomen. Eerst dacht ik dat de foto een noordelijker stuk Meeuwerderweg weergaf, omdat dat ook wat lager is gelegen en berucht is vanwege de overstromingen. Maar gisteravond kwam ik er toch achter.
Erg leuk, zo’n historisch plaatje, daar hou ik wel van.
Ik meen me uit recenter jaren ook een ‘blanke’ Meeuwerderweg te herinneren (toen ik in de Jacobstraat woonde, jaren ’90). Weet jij daar nog iets van, Harry?
Is het niet zo dat de Meeuwerderweg in een ‘dalletje’ ligt, waardoor het water vanuit alle straten, uit de richting Oosterweg, daarheen stroomt?
Klopt, Bob. De Oosterweg ligt net als Hereweg op de Hondsrug. Tussen de Chinees aan de Oosterweg en de Komeet aan de Meeuwerderweg is het verval 3 meter 20. Vandaar dat je op de Oostrweg in de verte bijna tegen de eerste verdieping van het Komeet-pand aankijkt. En vandaar dat er zoveel water naar beneden kan komen.
Aan de andere kant van de Meeuwerderweg lag vroeger een polder, de Meeuwerd. Op de plek van de Meeuwerderweg lag een poldersloot, die via een duiker (vandaar de Duikerstraat) onder het Winschoterdiep door uitwaterde naar het land aan de andere kant van het Winschoterdiep. Voordat de polder er lag, moet er een drassig veenpakket gelegen hebben – de sloot vormde waarschijnlijk een veenstroompje, vandaar het nog steeds meanderende karakter van de Meeuwerderweg.
Over deze materie heb ik al verschillende stukken in De Oosterpoorter geschreven, die ooit nog eens in een boek terecht moeten komen. Bij een van die stukken, halverwege de jaren negentig, gebruikte ik een panorama-foto die Alfred Brak van koffieshop Taverna Oasis maakte, toen de Meeuwerderweg weer eens helemaal blank stond bij een tropische stortbui.
Karel trekt de weilanden in en maakt ook foto’s. Voor zijn marionetten heeft hij niet zoveel tijd meer en geloof ik ook niet zoveel zin .
Wat een heerlijke stukken en foto’s over de oosterpoort. ik heb er als conservatoriumstudent ook een paar jaar gewoond ( verl. Nieuwstraat) Fijne wijk!
Mijn vader komt uit de Oosterpoort…
Als de ik de foto’s van de wijk zie, en besef hoe fijn de wijk was in de jaren 1960 -1970 de gezelligheid de sfeer wat moet ik dan huilen als ik zie dat dit alles voorbij is.
Opa en Oma’s huis staat nog in de Verl-frederikstraat maar zij zijnal lang dood.
Die sfeer is altijd gebleven, Cornlis.