Dagblad-site vergiftigt openbaar debat

Geplaatst op 29 september 2006

Naar aanleiding van deze discussie moet me nog iets van het hart.

Bij de papieren versie van het Dagblad van het Noorden (DvhN) is het nog altijd zo, dat er geen ingezonden brief wordt gepubliceerd, of deze moet ondertekend zijn met naam, toenaam en woonplaats van de afzender. Daarbij moet de redactie dan ook nog diens adres weten. Desnoods checkt de redactie of de herkomst klopt. Alleen in hoogst uitzonderlijke gevallen komt er een anonieme brief in de krant, en dat dan onder bijplaatsing van het zinnetje “naam en adres bij de redactie bekend”, waarmee de krant feitelijk en juridisch de verantwoordelijkheid op zich neemt.

Die regels heeft het DvhN helemaal overboord gezet op zijn website. Van het DvhN mogen mensen daar anoniem andere mensen belachelijk maken, afzeiken, in een kwaad daglicht stellen, en uitmaken voor bijvoorbeeld crimineel. Het DvhN, kortom, laat toe dat er van zijn site een smaadschrift wordt gemaakt. En daarmee laadt het DvhN feitelijk en juridisch de verantwoordelijkheid voor incrimerende uitlatingen op zich.

Het DvhN-websitebeleid heeft ten gevolge dat integere mensen met goeie argumenten, maar zonder dikke huid, wel drie keer uitkijken voordat ze op de DvhN-site reageren. Onder eigen naam durven ze dat al helemaal niet te doen. Mensen ervaren de Dagblad-site als dermate onveilig, dat ze bijna allemaal fake-namen kiezen, waarna menigeen de vrijheid neemt om maar even helemaal op anderen los te gaan.

In plaats van het openbare debat te versterken, zoals de DvhN-redactie wil, levert de DvhN-site daarom een bijdrage aan de vergiftiging van dat debat. In een democratie, zo zou de DvhN-redactie moeten weten, wordt dat publieke debat met respect en open vizier gevoerd. Het is allerminst gediend bij anonieme eerroof, laat staan bij inquisitie via de achterdeur.


Plaats een reactie on “Dagblad-site vergiftigt openbaar debat”

  1. Martijn schreef:

    Het trieste niveau van de reacties op de DVHN-website, en trouwens ook op andere internetfora, valt mij al jaren op. Vol schaamte lees ik vaak de bijdragen van alle anonieme en duidelijk gefrustreerde bezoekers. De meeste discussies, als je ze zo mag noemen, zijn bepaald geen goede reclame voor de krant. Het lijkt mij daarentegen lastig, tijdrovend en dus kostbaar om alle reacties op webartikelen te selecteren en te reguleren.

  2. Duco schreef:

    Nou Harry ‘k heb jouw discussie gelezen op dvhn-site maar eerlijk gezegd blinkt jouw reactie ook niet uit door een echt hoog niveau.Ik heb het idee dat je je aardig laat meeslepen door de inderdaad niet lekkere reacties.

  3. Gelkinghe schreef:

    @Duco, Dit verbaast me, want ik vind zelf dat ik het aardig netjes heb gehouden. Maar enfin, iedereen kan dat zelf controleren.

  4. Mery schreef:

    Ik vind het jammer dat een krant als dvhn dit forum nog in de lucht heeft. Laag niveau en vol met gefrustreerde bezoekers. Als vermaak scoort het echter wel. Ik kan het niet nalaten om tussen de bedrijven door even te kijken naar discussies.

  5. Gelkinghe schreef:

    @Martijn, Modereren kost in eerste instantie een hoop tijd en dus geld. Na verloop van tijd haken de verkeerde bezoekers wel af, of ze leren manieren. Op dat moment komen de goeie bezoekers terug en wint de site aan kwaliteit.

  6. Mery schreef:

    Daar kon je wel eens gelijk in hebben, ware het niet dat ik niet denk dat het DvhN het er voor over heeft..

  7. Gelkinghe schreef:

    @Mery, Dat is dan jammer voor het DvhN, want de papieren krant gaat jaarlijks 3 à 4 % in oplage achteruit, en de site moet op den duur geld op gaan leveren. Maar ik denk niet dat veel adverteerders zich daar nou zo graag mee geassocieerd zien.

  8. JP schreef:

    Gelkinghe, je roert een buitengewoon belangrijk onderwerp aan.
    Openbaar debat, het publieke discours, of om met Habermas te spreken ‘die Öffentlichkeit’, is aan algemeen geldende, communicatieve regels gebonden, net zoals die bijvoorbeeld ook voor wetenschappelijk onderzoek gelden.
    Nu kunnen die regels uiteraard worden betwist en per tijdsperiode veranderen, zoals dat historisch ook is gebeurd (paradigm-shifts), maar dat zal altijd binnen het discours zelf moeten plaatsvinden.
    Wat mij naar aanleiding van de woordenwisseling op DvhN opvalt zijn in eerste instantie twee dingen.

    Ten eerste: niet iedereen is in staat om conform de geldende regels in de openbaarheid te handelen, niet iedereen is, om het zo maar te zeggen, handelingsbekwaam in deze.
    De schreeuwer bij DvhN lijkt niet in staat de algemeen geldende regels, hoe tot valide uitspraken omtrent de werkelijkheid te komen, te begrijpen, laat staan deze te hanteren. De narcistische kwetsuur die desbetreffend persoon daarbij in het verleden blijkbaar heeft opgelopen verhindert bovendien een (op dat moment off-topic) rationele metacommunicatie juist omtrent die regels.
    Dat levert een merkwaardige paradox op: de openbaarheid is gericht op consensusvorming, maar sluit tegelijk – op overigens beargumenteerde wijze – handelingsonbekwamen de facto buiten, waardoor consensus onmogelijk wordt.
    De vraag is dus vooral op welke wijze handelingsbekwaamheid, en daarmee dus consensusvorming, in het publieke discours kan worden gefaciliteerd.

    Ten tweede: juist omdat er geen algemeen geldende communicatieve, modererende regels worden gehanteerd op het forum van DvhN, is er qualitate qua geen sprake van een publiek discours, maar van een privaat discours.
    In een privaat domein staat niet meningsvorming centraal (die is immers onderworpen aan regels en argumenten), maar subjectieve ervaring, iemand kan kortom alles zeggen wat hij vindt, tot in extremo, hetgeen uiteraard niets met debat of dialoog te maken heeft.
    De vraag is dan of het terecht is om je als voorvechter van het publiek discours ook als zodanig te presenteren, en feitelijk van de ander te verwachten dat hij dat ook doet.
    Een van de merkwaardige functies van internet is dat private domeinen weliswaar publiekelijk zichtbaar zijn, maar daarmee nog geen rechtstreeks onderdeel zijn van het openbare debat.
    Zo volg ik bijvoorbeeld al geruime tijd het weblog-netwerk van pro-anorectici en aanverwante sites. De horror daarvan is evident, maar inmengen laat ik wel uit mijn hoofd, omdat juist het intact laten van het private karakter van deze publiekelijk toegankelijke domeinen van buitengewone waarde is.
    Nu heeft NRC recentelijk deze websites ook ontdekt, en tot twee maal toe erover gepubliceerd, ze als het ware in de openbaarheid gebracht. Wat je vervolgens ziet is dat een enorme massa zich op desbetreffende sites heeft gestort, en het vermeend openbare debat met deze pro-ana’s zoekt, en daarmee het private karakter van hun domein volstrekt om zeep helpt. De meeste van de door NRC genoemde sites zijn derhalve inmiddels weer ondergronds gegaan, op besloten fora, uit de openbaarheid getreden, en dat is buitengewoon jammer.
    Ik wil daarmee aangeven, dat wanneer je het openbare debat wilt bevorderen zoals jij en ik en vele andere bloggers hier dat willen, we ons wel zeer zorgvuldig moeten afvragen waar en op welke wijze dat het meest adequaat kan plaatsvinden. Ik heb daar niet zozeer direct een concreet antwoord op, maar ik denk wel dat een en ander wat nadere differentiatie behoeft.
    Wordt vervolgd, lijkt me zo.

  9. Gelkinghe schreef:

    @JP, die differentiatie houdt me al langere tijd bezig. Openbaarheid is inderdaad nooit absoluut, en altijd gekwalificeerd.

    Ik ken een reaguurder die meent dat hij hoe dan ook het volste recht heeft om negatief op weblogs te reageren. Zijn metafoor is de markt. Als jij op de markt en dus in de openbaarheid een zeepkist beklimt om je meningen of whatever te ventileren, hield hij een weblogger voor, dan heb ik het volste recht om anoniem tegen jou tekeer te gaan.

    Deze reaguurder vergat, dat hij zulks als het ware met een bivakmuts op, of met een burqa aan wilde doen, en dat hij door zijn vertoon van verbale agressie dadelijk door het aanwezige publiek ingerekend zou worden bij een irl-uitvoering van zijn missie.

    Bij de anorectici zou hij, neem ik aan, zijn eigen richtlijn hebben gevolgd. Wij zijn daar publiek, wij lurken slechts. Van lurkers gaat niets uit, in de digitale wereld, helaas. Lurkers stemmen hooguit met hun voeten.

  10. JP schreef:

    Op het risico af dat ik je laatste alinea verkeerd begrepen heb:
    Toeschouwer zijn is nooit vrijblijvend, het is daarbij wel altijd de vraag op welke wijze je die stille deelneming vervolgens inhoud geeft.
    Met betrekking tot de pro-ana sites komt er juist door niet-interveniërende deelname een gruwelijke berg inzicht naar boven, die geen enkele hulpverlener in een residentiële setting in dit verband ooit voor mogelijk zal houden.
    En eenmaal gewezen op dit private domein, waar ze inderdaad nooit van z’n leven uit zichzelf op zouden zijn gekomen, getuigen deze ‘helpers’ van hun inadequatie en ineffectiviteit door het private karakter ervan te schenden, terwijl non-interventie in dit private domein juist verantwoordbare interventie in het publieke domein mede mogelijk maakt, voor wie althans over voldoende professionele integriteit beschikt.
    Zie hier in een notedop de stand van zaken binnen de pedagogische hulpverlening in Nederland. Maar dit terzijde, ik raak enigszins off-topic.


Geef een reactie op Martijn Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.