‘Tou tou tou? Ik mout meer tou tou tou den die’

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Op het kerkhof van Finsterwolde staat deze bijna honderd jaar oude, al eens afgebroken grafsteen van mijn betovergrootvader Elzo Perton.

Als veertienjarige boerenknecht raakte hij in 1846 betrokken bij een smokkelgeval op de Hamdijk, vlakbij Bellingwolde. Op de terugweg van Bonda, waar hij voor iemand een spinnewiel repareerde, kwam hij twee bepakte en bezakte arbeidersvrouwen uit het Kloosterholt (onder Winschoten) tegen. Ze vertelden dat ze nogal moe waren en vroegen hem een deel van hun last over te nemen. Even later hield een commies het gezelschap aan. Uit het pak van Elzo kwam dik vier pond zout, bijna drie pond kandij en vier ons zachte zeep tevoorschijn.

Ik heb geen vonnis gevonden en waarschijnlijk is hij niet veroordeeld. Maar goed ook, want in deze tijd stond er, naast gemiddeld een maand hechtenis, ook nog geseling op sluikerij, een straf die men op de Grote Markt in Groningen voltrok. Wat overigens de frauduleuze invoer, met name in de wintermaanden van ‘foezel’ (jenever) verpakt in varkensblazen, weinig in de weg legde, want de bijverdiensten waren voor duizenden arme sloebers langs de landsgrenzen niet te versmaden. Vooral niet in een tijd dat de aardappelziekte (1845-1847) de prijzen van levensmiddelen omhoog joeg.

In de stukken heet Elzo een boerenknecht, die ook wel bekend staat onder de naam “Elzo Pik”. Dit laatste duidde niet zozeer op iets beneden de gordel – pik in die betekenis is van veel later datum – als (denk ik) op een stukje timmergereedschap. Over de grens had hij immers net een spinnewiel gerepareerd.

In 1857 trouwde Elzo in het naburige dorp Finsterwolde met de daglonersdochter en dienstmeid Geeske Boog. Anders dan zijn vrouw kon hij niet schrijven, want hij zette geen handtekening onder de huwelijksacte, maar een kruisje. Als getuigen bij het huwelijk traden op de gemeente-ontvanger, de veldwachter en een smid van Finsterwolde. Een grote plechtigheid moeten we ons dus maar niet voorstellen, want de meeste getuigen waren vaak in het gemeentehuis te vinden. Ook bij zijn huwelijk heette Elzo weer boerenknecht.

Elzo Perton en Geeske Boog kregen vijf kinderen: Aike (1855), Hillechien (1857 – dat jaar nog gestorven), Freerk (1861), Geert (1864) en een naamloos en levenloos geborene (1867). Aike zou later timmerman in Finsterwolde worden. Geert, mijn overgrootvader, werd schoenmaker in datzelfde dorp. Freerk, eerst kleermaker in Oostwold, emigreerde met zijn vrouw naar Kalamazoo in Michigan. Vooral gereformeerd-gezinden gingen die kant op, maar of geloof een rol heeft gespeeld bij Freerks landverhuizing is onbekend. Freerks vader Elzo maalde in elk geval niet om de kerk.

De eerste twintig huwelijksjaren van Elzo en Geeske was er hoogconjunctuur. De boeren beleefden “champagnejaren”. In deze tijd heette Het Oldambt ook wel “een tweede Californië”. De lonen stegen, tot de agrarische crisis van 1878 daar opnieuw een eind aan maakte. De eerste stoomdors-, rijenzaai- en schoffelmachines reden al rond en de boeren voerden er in versneld tempo meer in.

Onder de arbeiders van Beerta heerste er al in 1850 een “ondankbare en communistische geest”. De baldadigheid nam er toe, evenals geweld tegen veldwachters. In het naburige Finsterwolde zal het niet veel anders geweest zijn. De eerste golfjes van arbeidsonrust onder landarbeiders in de jaren zestig zouden aanwassen tot een stroom in de jaren tachtig en negentig, mede onder invloed van socialististen als Domela Nieuwenhuis.

Bij het huwelijk van zijn zoon Geert, in 1889, deed Elzo heel erg zijn best op het zetten van een or-den-te-lij-ke handtekening. Kennelijk had hij intussen wel wat meer leren schrijven dan bij zijn eigen trouwerij, toen hij nog met een kruisje moest volstaan. Maar de operatie verliep nu dermate langzaam, dat burgemeester Schortinghuis hem met een “tou, tou, tou” tot enige spoed maande. Van Elzo Perton kreeg hij lik op stuk: “Tou tou tou? Ik mout meer tou tou tou den die!”

Elzo Perton en Geeske Boog nw scan

Van Elzo en zijn vrouw is nog een foto bewaard, de oudste van onze familie, genomen toen ze al op gevorderde leeftijd waren. Hij heeft een forse baard en is gehuld in een ruim vallende stuutsiekoorden jas. En zij draagt nog een floddermuts met een oorijzer. In hun nadagen had het paar een dubbel huis aan de Klinkerweg, waarvan het de helft verhuurde. Bij het huis zal wel een tuin gezeten hebben, waarop een armeluiskoe stond: een geit. Zoon Geert, de schoenmaker, woonde er zes huizen vandaan.

Het smokkelgeval uit Elzo’s jeugdjaren was geheel en al onbekend aan zijn kleindochter, mijn oud-tante Jeurine. Wel herinnerde zij zich dat haar grootvader beresterk was, en hele mudden graan op zijn schouder kon sjouwen. Ze kwam hem zo wel eens tegen, tussen de middag, als de school uitging. In die tijd werkte Elzo bij Barlagen met de lange baard op de Onnesheerd. Jeurine en zijn andere kleinkinderen gingen daar in het najaar altijd heen voor “pluuster-appels”.

De bovenste foto is afkomstig van Graftombe.nl


12 reacties on “‘Tou tou tou? Ik mout meer tou tou tou den die’”

  1. aargh schreef:

    En ze hebben allemaal echt bestaan, al klinkt het als een verhaal. Heb jij die foto zelf niet? Zou toch een leuke illustratie zijn. Bovendien heb ik geen idee wat een stuutsiekoorden jas is.

  2. Klaas schreef:

    Zozozo. Die “ondankbare en communistische geest” heb u dus van geen vreemde, Perton hahahaha.
    Zee Bredero al niet ooit “het kan vekeerd”?

  3. Duco schreef:

    stuutsiekoorden jas =
    corduroy

  4. Gelkinghe schreef:

    @Aargh, die foto heb ik ergens liggen, maar waar ook alweer? De kwaliteit houdt ook niet over, eigenlijk moet hij eens worden opgewerkt door de ouwe Vaszlovszky.

    @Klaas, ik ben dankbaar voor alle zegeningen des levens en het communisme is volgens mij vergelijkbaar met de collectieve keuken in een studentenhuis. Niemand voelt zich er verantwoordelijk voor en dus wordt het een grote rotzooi.

  5. Gelkinghe schreef:

    @Duco, bedankt. Dat was ik nog vergeten te melden. Nog een andere naam is Manchester, dacht ik.

  6. Henk Scholte schreef:

    Moi,

    k Heb t mit n bult pelzaaier lezen. Magst groots op dien veurollen wezen. Zo’n grootvoar ston bie ons bekind as iesdervreter. Van dij lu dij smörns nog in t duustern noar n kaambe laand gongen om eerappels te kraben. En din nait ain vurge mor drij vurgen touglieks aankonden. En ze pokkelden en knooiden tou d’oavend, dou t weer duuster rondom was. Dat was votlegd veur d’alerstaarksten omreden ze haren van t aander gain wait. In aalsgevaal heb k doar ieder bot n bult respekt veur!

  7. Ambiance schreef:

    Leuk stuk uit de persoonlijke oude doos. Doe je toevallig aan stamboomonderzoek of was dit een op zichzelfstaand stuk research? Ben zelf bezig met onderzoek naar mijn tak van vader’s kant. Erg leuk om te doen, moet ik zeggen.

  8. Gelkinghe schreef:

    @Ambiance,
    Jaren geleden heb ik mijn voorouders in rechte lijn een keer uitgezocht, maar ik ben geen genealoog. Ik ben opgeleid als historicus en als er maar een beetje verhaal in zit vind ik familiegeschiedenis wel interessant.

  9. Gelkinghe schreef:

    Vandaag foto geplaatst, van het stuutsiekoord ben ik nu wat onzeker. Op een andere afdruk leek dat zo.

  10. […] dus tevens de man die tijdens het huwelijk Geerts vader Elzo met een ‘Tou tou tou’ tot enige spoed aanmaande bij diens tekenen van de trouwakte, waarop Elzo hem toevoegde: “Tou tou tou? Ik mout meer […]

  11. […] mijn betovergrootvader Elzo Perton was, maar toen ik het gezicht vergeleek met diens gezicht op een ander portret, bleek het hem toch niet te zijn. En omdat het echtpaar rechts me ook niet bekend voorkwam, ging […]

  12. […] een eind vooruit zoomend: Ettjens kleinzoon, de boerenarbeider Elzo Perton (1831-1908), mijn betovergrootvader, kon aanvankelijk helemaal niet schrijven. Kleine middenstander […]


Geef een reactie op Gelkinghe Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.