Het WNT online

Het was er gister zo ontiegelijk druk, dat je er niet eens inkwam. Maar vandaag valt het mee en kon ik kijken hoe het werkte. Ik doel op het Woordenboek der Nederlandsche Taal, zo’n beetje de grootste historische dictionaire ter wereld, waaraan generaties lexicografen ruim anderhalve eeuw hebben gewerkt. Sinds gister staat dat woordenboek, met woorden die tot 1921 werden gebruikt, geheel en al gratis online.

Het eerste woord dat ik net opzocht was Bosklopper. Met een verwijzing naar een Militair Woordenboek uit 1740 zegt het WNT dat deze term voor struikrover staat. Dat mag zo zijn, maar lijkt mij onvolledig. Want rond 1800 ging een armoedige familie uit de omgeving van Groningen zo heten, en die (bij-)naam werd vanaf 1811 de officiële familienaam. Iets wat ik me nauwelijks kan voorstellen als dat Bosklopper ook niet iets positiefs betekende. Ik denk dan aan eekschiller, iemand die eikenschors verzamelde voor molens die dat spul vermaalden tot de basisgrondstof voor looizuur.

Het tweede woord dat ik opzocht was Korremorrebrander. In het Groningen van de zeventiende eeuw was dat een equivalent voor brandewijnstoker. Helaas, de term staat niet in de WNT. Ik meende altijd dat Schorriemorrie met korremorre samenhing, maar het WNT legt dat verband helaas niet. Volgens het woordenboek kwam Schorriemorrie via  de Slavische talen en Hoogduits uiteindelijk van het Perzisch-Turkse turksch Å¡urmur, wat staat voor verwarring en herrie. De woordverklaring van het WNT voor Schorriemorrie: 1) volk van laag allooi, uitvaagsel; 2) schavuit en deugniet; 3) uitschot; en 4) rommel en vuilnis.

Een algemeen bekend bijvoeglijk naamwoord is Lekker. Ik wilde weten of dat eertijds ook al voor een persoon gebruikt werd. Als zodanig meende ik het namelijk te zien staan in een Gronings verhoor van circa 1730. Meteen bij de eerste verklaring in het WNT lijkt het al raak: “Op zeer goed eten gesteld, gewoon – ofschoon goed – eten versmadende, kieskeurig, verwend”. Toch is is dat nou ook weer niet het lekker zoals dat tegenwoordig voor personen in zwang is, zoals in ‘een lekker ding’. Maar de exercitie is niet vergeefs. Als negende verklaring geeft het WNT: “van personen en hun uiterlijk die een prettigen indruk maken”, in het geval van volwassenen meestal gebruikt voor vrouwen of meisjes “wier uiterlijk de zinnen prikkelt” (“Thans alleen in eenigszins platte taal”). Zo haalt het WNT onder meer Van Halmael aan, wiens woordenboek rond 1700 uitkwam, en wel met dit zinnetje: “Zou u (eene dame) op dit Kasteel, gerust’lyk doen vernagten, Maar ‘k weet niet of myn Heer, ’t fatzoen wel zou betragten, Dit Lekker brokje was niet veyl voor hem gelost”. Maar Lekker ding in onze hedendaagse betekenis bestond voor 1920 nou ook weer niet. Volgens het WNT was dat een verouderde term voor lekkernij. Het woordenboek citeert daarbij een blijspel  van Bredero uit 1617: “Wat hede Lackerdings! ba jemy! wats dit een kiecken?  jasus hoe soet datse riecken”.

Achtergronden WNT:
Instituut
Persbericht Leidse Universiteit


Plaats een reactie on “Het WNT online”

  1. aargh schreef:

    Heel fijn, het WNT online!Ik ben vandaag ook maar eens ingelogd, dat lukte nog wel maar verder kwam ik ook niet door de drukte. Morgenochtend nog maar eens proberen.

  2. dorien schreef:

    Leuk! Handig dat dat nu online staat. In mijn eerste jaar had ik het voor historische taalkunde wel eens nodig, maar telkens naar de bieb om iets op te zoeken vond ik wel veel gedoe. Dit is veel praktischer.

  3. Ben ik even blij dat ik de CD0-ROM niet gekocht heb.

  4. Gelkinghe schreef:

    @Otto,
    Bij nl.taal zag ik mensen die de cd-rom wel aangeschaft hadden, dit initiatief toch toejuichen. Heel sportief. Dit is ook weer een stukkie sneller voor hun.


Geef een reactie op dorien Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.