Artsen werkloos na komst nieuwe haring

“De Haring, wel gekaakt, en naar den eisch gezouten, ook Pekelharing geheeten, een gebruikelijk voedsel der Hollanderen, bijna het geheele jaar door, is onder hen bovenal eene zeer algemeene spijs in den Zomer, of van Juni af, tot in September. In dien tijd, bijzonder in Juli, vind men denzelven onder Rijken en Armen, onder Burgers en Boeren, bijkans altoos op tafel.

’t Is ook in dien tijd, dat de Hollanders, over het geheel, het minst Vleesch eeten, en men houd het voor wat vreemds, iemant te ontmoeten, zoo als ‘er evenwel zijn, die geen Haring lust. Men gebruikt deezen Visch dan, op het Land en elders, als eene gewoone toespijs, tot Boereboonen, Erwten, Salade enz. En sommigen maaken ‘er ook hun Morgenontbijt van.

Met het afneemen der jonge Groente eindigt insgelijks het gebruik van den nieuwen Haring, die bovenal begeerd word. Men merkt hieromtrent op, dat de Natie, geduurende dien tijd, gemeenlijk het gezondste is; waarom de Heeren Doctoren dien tijd den nieuwen Haringtijd, en hunne Vacantie, noemen; willende te kennen geeven, dat men dan weinig om den Apotheek denkt, en dat ‘er niet veele Zieken zijn.

Ook schijnt het inderdaad zulk een algemeene regel te weezen, dat ‘er geen twijffel overblijve, of het sterke gebruik van Haring, in dien tijd, is der Natie zeer gunstig. Het Lichaam, mag men denken, word ‘er door gezuiverd, van ’t kwaade dat het langduurige gebruik van Winterspijzen te wege gebragt heeft; en de Wintersche verstoppingen verdwijnen, voor de openende kragt van dien zegenrijken Visch.”

Uit: J. Le Francq van Berkhey, Natuurlyke Historie van Holland, Derde deel, derde stuk, (Amsterdam 1773) pag. 1477-1478. (NB: de schrijver woonde in Katwijk.)


Plaats een reactie on “Artsen werkloos na komst nieuwe haring”

  1. Lage sterftecijfers in juni, dat past bij de cyclus van de malariaparasiet, net als hoge sterftecijfers in voorjaar en nazomer. Malaria was in de Nederlandse kustgewesten endemisch tot in de negentiende eeuw en daarom een van de belangrijkste sterfteoorzaken. Vandaar dat we nog steeds bang zijn “een koutje” te pakken.
    Een van de klassieke middellen tegen malaria was haring. Maar alleen haring, die vakkundig was gekaakt (ontdaan van de ingewanden). Het eten van de zwemblaas of ‘koortsblaats’ zou juist tot een acute aanval van anderdaagse koorts oftewel koude koorts leiden.
    Dat was geen kwestie van beproefde volksgeneesmiddelen, zoals moderne kwakzalvers bij voorbaat denken te geloven. Maar eerder een gevolg van een magisch wereldbeeld, waarin zinnebeelden en metaforen een grote verklarende rol speelden.

  2. Het interessante is, dat Le Francq van Berkhey indirect ook een verklaring geeft voor de uitdrukking groene, dat is nieuwe haring.
    Bij Nederlanders en vooral bij de Noord-Duitsers stonden groene, dus onrijpe, ongekookte zaken vanouds in een slecht daglicht. Van teveel rauwe groente kon je ziek worden, behalve als de voorzomer aanbrak. Halfrauwe, slecht gezouten haring is slecht, behave in het voorjaar.

    Groen is in een Noord-Duits danslied uit de zestiende-eeuw over drie verliefde broers, die er in het voorjaar “vull gröne” op uittrekken, de kleur van verlangen, geilheid, woede en verdorvenheid. Alleen in de carnavalske voorjaarstijd kon hun gedrag geen kwaad.

    De voorzomer (voor de nieuwe oogst) was de tijd van karig en ongebruikelijk voedsel (kruudmoes!), de tijd van wilde dorpsfeesten, nieuwe huwelijken en ongebonden sexualiteit. Het was de onledige tijd na de vasten en voor de drukke oogsttijd. Vandaar ook de titel van het zestiende-eeuwse amoureuze lied “De Mey die ons de groente geeft”.

    Intussen hadden de grasmaaiers en hooiers het druk. In de junimaand stroomden de hannekemaaiers in het land, die die in de xenofobische spotdichten van die tijd dikwijls met groente werden vergeleken. En dat niet alleen vanwege hun groen uitgeslagen spekzwoerten en hun grauwgroene kleding. In de ogen van de wereldwijze Hollanders waren zij namelijk naïef, onbeschaafd en onrijp.

    Maar de sexueel getinte spelletjes en het rijkelijke drankgebruik tijdens de hooioogst hadden ook tot gevolg dat nu en dan een Westfalinger in de Hollandse of Friese kuststreek bleef hangen, meestal veroordeeld tot een bestaan in een minderwaardig beroep als kleermaker, wever of iets dergelijks.

  3. Aragog schreef:

    Hhhhmmm, morgen maar weer es mijn dierbare edoch hoogbejaarde oom en tante een bezoekje brengen, en ze (en mezelf) dan trakteren op een Hollandse nieuwe…. 😉

    Vorige keer was hun reactie: goh kiend, da’s nog lekkerder as ’n gebakje!


Geef een reactie op Aragog Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.