Het Groninger Adresboek

Geplaatst op 7 september 2007

Ooit kreeg of erfde ik het van mijn oud-tante Elsiene Perton, die in een flatje aan de Friesestraatweg woonde: mijn exemplaar van het Groninger Adresboek, dat van 1961 dateert. ’t Is nogal een lijvig boekwerk, zo’n 1200 pagina’s dik, met reclame op de gele kartonnen omslag en stoffen rug, en uiteenvallend in vier apart genummerde onderdelen:

  1. Informatie over instellingen en verenigingen, zeg maar een soort van stadsgids, op 96 groene pagina’s;
  2. Een alfabetische lijst van alle hoofden van huishoudens en hun adressen, op 522 pagina’s wit papier;
  3. Een soort gouden gids van beroepen en bedrijven op 80 gele pagina’s;
  4. Een alfabetische stratenlijst, met per straat alle adressen en daarbij de namen van de hoofden der huishoudens, op 494 pagina’s wit papier.

Van die adresboeken heeft RHC de Groninger Archieven een indrukwekkende serie. De meeste werden zo vaak geraadpleegd, dat men het wijs achtte om ze op microfiche te zetten. De allereerste kwamen al uit in 1817, 1854, 1865 en 1872/73, maar die bevatten alleen de namen en adressen van fabrikanten en de wat grotere koop- en ambachtslui. Na 1880, als alle hoofden van huishoudens erin staan, komt er gemiddeld bijna iedere drie jaar een nieuwe aflevering uit, in het Interbellum lijkt de frequentie zelfs jaarlijks te zijn geweest, maar na mijn deel zijn er ook nog edities uitgekomen in 1964, 1968 en 1972, al hebben die een iets andere opzet. Zo staan in het allerlaatste deel geen beroepen meer, waarmee de sjeu er voor de latere lezer wel een beetje af is.

Ook de UB heeft een reeks. Bij particulieren echter, zijn er niet zo vreselijk veel exemplaren meer. Als je ernaar googelt vind je bijvoorbeeld maar een enkele melding op veilingsites en tweedehands-boekensites. Waarschijnlijk deed men ze weg als er een nieuwe uitkwam, net zoals men dat bij telefoonboeken doet. Natuurlijk verloor de informatie na verloop van tijd ook haar praktische waarde. In het algemeen geldt, dat van het meest verspreide drukwerk, zoals vroeger de almanakken en de huis-aan-huisreclamefolders nu, het minst bewaard blijft.

Geplaatst op 7 september 2007 b

Ik haalde mijn Groninger Adresboek van de week weer eens tevoorschijn, toen Maya de Beij me in een mailtje wees op ‘Stadjers in The Sixties‘. Op die site plaatst Jan Colly scans uit het stratendeel van het adresboek van 1964, met bij sommige straten bijzonderheden over individuele bewoners. Dat kunnen dan mensen met aparte beroepen zijn, of bekende stadsfiguren als volkszanger Jan de Roos (Verlengde Nieuwstraat) of kunstenmaker Plopatou (Zuiderpark).

Soms kan een balletje raar rollen. Omdat Colly een hele lijst met straatnamen op zijn site heeft, wees ik er Kor Feringa op, die op een Groninger straatnamenpagina bijhoudt. Kor mailde me terug dat hij als werkstudent indertijd meewerkte aan de Groninger Adresboeken van 1961 en 1964, dus precies de exemplaren van schrijver dezes en Colly. Wat meer is, hij was over zijn werk ook eens geïnterviewd door de Nieuwe Provinciale Groningse Courant. Dat stuk bleek op zaterdag 8 februari 1964 in de “krant van jan Tude” te staan, en wel in de bijzonder aardige rubriek ‘Ick kiek noch int’ , verzorgd door ene ‘Burger’. Diens artikel ging over de productie van het Adresboek dat een paar maanden later in juni zou verschijnen. In het hiernavolgende put ik uit dit stuk, en de toelichtingen die Kor er mij per mail op gaf.

Officieel uitgever van het Groninger Adresboek in deze jaren was Bureau De Zee. De advertentie-acquisitie echter deed Drexhage en de Zee NV, “erkend advertentie-, reclame- en adviesbureau”. Beide bedrijven hadden hun burelen op Verlengde Visserstraat 15, waar ze de beschikking hadden over vier telefoonlijnen. Volgens Kor waren beide bedrijven het eigendom van Idzard Johan Gatso de Zee, een prominent lid van de Groninger Commerciële Club, en zoon van de F.J. de Zee, een Fries dichter die voor de oorlog burgemeester van Veendam was geweest. Maar in het bedrijf zat ook de oudste zoon van Idzard, F.J. junior, die toentertijd aan de Waterhuizerweg in Haren woonde. Deze F.J. leeft mogelijk nog steeds. Ook de opvolger in rechte van het bedrijf bestaat overigens nog, dat is DZM (Drexhagen, de Zee, Marcread) aan de Coehoornsingel.

Geplaatst op 7 september 2007 c

Volgens het krantenstuk van 1964 investeerde de uitgever 60.000 gulden in het Groninger Adresboek van dat jaar. Het was “het meest gelezen boek van Groningen”, aldus F.J. de Zee jr. De oplage bleek 2.000 exemplaren. Deze gingen tegen verschillende prijzen van de hand. Gewoonlijk kostte het boek 40 gulden, “een vrij pittige prijs” . Maar veel klanten hadden er van te voren op ingetekend, en die betaalden slechts 30 gulden. Voorintekenaars die bovendien het adresboek van 1961 inleverden, hoefden zelfs maar 25 gulden te betalen. Zonder reclame en tweedehands handel mee te rekenen was het rendement 33 %, als louter de maximale prijs zou worden betaald, maar de kortingen drukten dat natuurlijk behoorlijk. In elk geval was de uitgave volgens De Zee junior “geen goudmijntje”, maar “een erezaak”.

Naar Kor Feringa zich herinnert, was het boek ook in de boekhandel te koop, maar leverde de uitgever de meeste exemplaren aan intekenaars. De Zee senior was niet voor niets een prominent lid van de Commerciële Club – het grootste deel van de oplage ging naar winkels en bedrijven. Voor deze doelgroep had het adresboek ook een belangrijke functie, denk ik: bij levering op rekening (‘op de pof’) kon de ondernemer er in nakijken of een klant wel op het adres woonde dat hij opgaf. Ook de politie nam trouwens 15 stuks af. En dan waren er nog veel particuliere kopers, waarvan sommige het adresboek lazen als een roman.

Dan de productie. Veel werk van Kor ging zitten in de samenstelling van de groene stadsgids voorin, ongeveer vier werkweken van zes uur arbeid per dag. In een van die weken pleegde hij ongeveer 300 telefoontjes om aan informatie te komen of informatie te checken. Verder boog hij zich over de eindredactie van het hele adresboek, “geen geringe taak”, integendeel: “een gigantisch karwei”. In het adresboek stonden ongeveer 50.000 adressen die hij en zo’n 25 andere medewerkers eerst moesten controleren. Bij ongeveer eenderde van de adressen was er sprake van mutaties, en dat betekende dat er bijna 17.000 opnieuw moesten worden gezet met de ouderwetse regelzetmachine bij de drukkerij van Jakob van Denderen aan de Paulus Potterstraat.

Zoals gezegd, vergeleken bij de uitgave van 1961 had die van 1964 een iets andere opzet. Op de omslag stonden geen advertenties meer. Ook werden nu alle bedrijven in het adresboek genoemd, zelfs al woonde de eigenaar helemaal niet in het pand. De belangrijkste wijziging echter, was dat voorheen alle volwassen kinderen en inwonende kamerbewoners vanaf 21 jaar werden opgenomen, terwijl de uitgever in 1964 de grens bij 25 jaar ging leggen. Vooral de nogal vaak verhuizende studenten vielen zo uit het adresboek van 1964 weg, maar ook de inwonende verpleegsters van ziekenhuizen. Bovendien schrapte men de bewoners van verzorgingstehuizen.

“Hun namen werden dus wel aangeleverd”, zegt Kor. Dat aanleveren van de Burgerlijkse Standsgegevens, gesorteerd op beginletter en per straat, gebeurde door het gemeentelijke Bureau Bevolking dat het bevolkingsregister bijhield. Over deze leverantie had de uitgever een deal met de gemeente. “De gemeente”, aldus het krantenstuk, “heeft er uiteraard ook belang bij dat Groningen over een adresboek beschikt. Hoeveel steden van de grootte van Groningen kunnen nog een zo massaal visitekaartje presenteren?”

Tegelijkertijd ligt hier ook de belangrijkste reden dat de indrukwekkende serie adresboeken na 1972 ophoudt. Tegen de volkstelling van 1971 rees al wat verzet, en na 1972 kon de gemeente dergelijke privacy-gevoelige gegevens niet meer met goed fatsoen verkopen aan een marktpartij. Aan de andere kant bestond er bij de belangrijkste afnemers ook steeds minder behoefte aan de informatie uit de adresboeken. Klantcontacten werden zakelijker. Winkeliers verkochten steeds minder op de pof.

Geplaatst op 7 september 2007 d


Plaats een reactie on “Het Groninger Adresboek”

  1. jim schreef:

    Hoe woorden in de loop der jaren hun oorspronkelijke betekenis verliezen: Verlakkerij…

  2. Gelkinghe schreef:

    @Jim,
    Hier komt dat woord inderdaad vandaan. In de zeventiende en achttiende eeuw werd er vrij veel tin gebruikt (borden, drinkgoed) en op een gegeven moment ontstaat de mode om dat met lak op te sieren. Zo ontstont er een hele kunstdiscipline. Keerzijde was, dat je zo ook inferieur tin aan het oog kon onttrekken.

  3. aargh schreef:

    Nooit gedacht dat de gewoonte om de bedrijvengids op geel papier te drukken al zo lang bestaat. Was dat toen ook algemeen?

  4. Gelkinghe schreef:

    @Aargh, de Gouden Gids kwam in 1965 voor het eerst uit als Gele Gids:
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Gouden_Gids
    Ik herinner me nog dat mijn vader post van de advertentie-acquisiteur kreeg.

  5. Maya schreef:

    Goedemiddag Harry
    Leuk en interressant artikel
    zelf wist ik van het bestaan van dit soort boeken eigenlijk niets af..
    Maar nu weten we dan ook weer waar het woord ”verlakkerij” vandaan komt
    Wens je een fijn weekend.
    Groet Maya

  6. catthy schreef:

    dit boek kende ik nog niet
    hebben ze blijkbaar destijds niet voldoende gepromoot.
    Wel leuk te lezen dat mijn grootvader destijds wonende aan de oude Kijk in’t Jatstraat 61 als timmerman er in staat terwijl hij destijds congierge was van de linhofstichting, en geen timmerman meer van de wonongbouwstichting van het Oosterpark.
    Maar goed dat is voor de muggezifters. geweldige informatie verder.


Geef een reactie op catthy Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.