‘Gain gerak, gerief, noch rust, in dat verdolde holten nust’

 

Geplaatst op 13 januari 2008

Van Henk Scholte kreeg ik van de week een scan van Schuitpraatjes in Groningerland, grootendeels in den Groninger tongval. Het gedrukte stukje, geschreven “door den schrijver van de zamenspraak tusschen Pijter en Jaap”, dateert van 1827 en gaat over de innovaties van die tijd.

Er staan erg aardige passages in over de stoomboot en het stadsgas, maar helaas zijn die nou net in het Nederlands. Voor het Gronings is vooral een filippica tegen het reizen per zeilschip van belang. Die passage staat in het begin van ’t schuitepraatje, als meneer Nijewind bij de afvaartplek van de trekschuit aankomt. Hij ergert zich dat alles hier nog steeds op zijn elfendertigst gaat, ook omdat hij een tamelijk vervelende (zee-)reis achter de rug heeft in het vooronder van een beurtschip:

“Twij etmaal rolde ik in dat hol,
Dat ik er nog van soezebol.”

“Het gait hier nog na ’t olle plan”, merkt hij dan als hij door de stad komt aangehold om de snikke nog op tijd te kunnen halen. Hij hoopt dat hij voor het allerlaatst in een snikke zit, en van zeilen heeft hij helemaal zijn bekomst:

“‘k Ga nooit weer met en snik’ oet’ stad;
Van ’t zailen wil ‘k nog minder wijten;
Dat ’s ree! en weer ree, om te zwijten.
Dan dundert jou dij fokkeschoot;
Dan kropt ‘er weer zoo’n dik stuk lood
Deur ’t mastgat; en, ’t is ijwig strieken.
Doar lig je dan te steerens kieken:
En, valt er altemets wat vocht,
Dan heb je regen, rook en togt.
En, koom je van de boukwait-doppen
Rais even op, om ’t gat te stoppen;
Of, vraag je ’t volk rais na ’t bestek,
Dan krieg je en olderwetse bek.
Gijn mens het veur joen klagten ooren,
Al zol je ook in zoo’n deuze smoren.
Dan stait de gek nijt na de wind;
Dan hoelt er weer en schippers kind;
Dan heur’ je ’n doene kerel vluiken;
Dan zingen, reeren, roezie zuiken:
Daar ’s gijn gerak , gerief noch rust
In dat verdolde holten nust.
Had ik maar doemkruud, ‘k zol ’t wel wijten;
Ik zol heur mank de doeven schijten
Dat ’t aard had; fui! zoo’n zwien-per’dies;
Op ijn’ zoo’n raize wordt men gries.”

Reizen was niet altijd fijn, zullen we maar zeggen.


3 reacties on “‘Gain gerak, gerief, noch rust, in dat verdolde holten nust’”

  1. De auteur was aardig bij de tijd. De eerste Nederlandse gasfabriek (Rotterdam) werd een jaar eerder in gebruik genomen, de eerste stoomboot (in het Hollands Diep) drie jaar daarvoor.
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Steenkoolgas
    http://www.20eeuwennederland.nl/afleveringen/serie%202/verre%20verwanten%20van%20joke%20bruijs%20en%20ron%20pistoor/teuntje%20vente/1748.html

  2. Dondersteen schreef:

    Ik vind het wel herkenbaar moet ik zeggen. Vlieg maar eens naar Spanje met een prijsvechter als Easyjet of Transavia dan zul je dit… “Dan heur’ je ’n doene kerel vluiken; Dan zingen, reeren, roezie zuiken” …regelmatig meemaken. 😉


Geef een reactie op Dondersteen Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.