‘Dit is de man. Dit is zijn bier.’
Geplaatst op: 26 februari 2008 Hoort bij: autobio, Wadden 7 reacties
Vlieland 1967. Let op het witte t-shirt van de stoere jongen rechts. Zo oud is die reclamespot dus.
Het betrof een vakantieweek van het dorpshuis, maar op de foto zie je bijna alleen middenstandskinderen, die zelf ook middenstanders werden. De stoere jongen met het witte t-shirt volgde zijn ouders op in hun verzekeringsbedrijf. De jongen op de voorgrond die zijn rode blouse omhoogtrekt is bakker geworden, net als zijn vader indertijd al was. En de jongen die het dichtst bij de vuurboets zit, met zijn hand voor zijn gezicht, heeft een schoenenzaak, net als zijn pa, maar dan in een ander dorp. Bij mijn weten is alleen de jongen die er met zijn blote bast tussenin zit, de zoon van een groenteboer, niet hetzelfde als zijn vader gaan doen.
Ik denk dat de crisis van de jaren zeventig het opvolgen van vaders in hun zaken behoorlijk gestimuleerd heeft. Zelf voelde ik daar helemaal niet voor, maar materieel had dat mijn leven er wel een stuk gemakkelijker op gemaakt.
PS: zie over de bierreclame van Amstel nog dit.

indiscrete vraag: ben je de zoon van een groenteboer?
@Jacob,
Ik heb de foto gemaakt en sta er niet op. Maar liep wel in zo’n t-shirtje rond.
Alsof ik foto’s uit mijn jeugd zie.
Als middenstander was het in die jaren ook niet gemakkelijk, hard werken was het.
De groenteboer had zeker meer zonen?
Ik vond het toch wel even wennen om de zoon van onze dorpskruidenier in de winkel te zien staan toen ik na wat jaartjes terugkwam, maar zo ging het vaak. Met name met de diep gewortelde dorpelingen, die wilden er niet weg.
Tja de begroeiing is wel wat hoger geworden rondom de vuurtoren. Typische kleuren ook, echt ouwe kleurenfilm.. Krijg weer zin in Vlieland..Nog een paar maandjes..
Kiekjes uit een lang voorbije periode die zo dichtbij lijkt. Heeft allemaal een hoog Spinvis-gehalte (Nieuwegein aan Zee).
Op het platteland kom je veel vervlogen dromen uit de jaren zeventig tegen. Eenzame ploeteraars die na een leven van hard werken concluderen dat het enige wat ze hebben opgegebouwd, een verlopen klantenkring en een twijfelachtige onroerendgoed-positie is.
De kiekjes roepen bij mij ook andere beelden op. De snelle jongens van de jaren zeventig met witte opel ascona’s, rood kunstleer, twee antennes bovenop, de mond vol van grove praatjes en snelle sex. Leren bankstellen, open gordijnen en veel smakeloze lelijkheid die met terugwerkende kracht hip oogt. ’t ZIjn de geslaagde middelbare heren van tegenwoordig, beter thuis in de beleggingswereld dan hun zwetende kameraadjes, en nu op weg naar het dynamische levensgenieten dat aan het begin van hun verzorgde oudedag staat.
Ach materieel bezit zegt ook niet alles, en daar staat vast een aanzienlijke geestelijke rijkdom tegenover.