Oldambtster immigratiebeleid

“Men zal niet toelaaten, dat vreemdelingen sich op een plaats ter neder setten, tenzy binnen vierendeel jaars goede getuigenis van hun Godsdienst, eerlijk leeven en gedrag aan den kerkenraad overhandigen, uitgesondert zulke, die door vervolging, Oorlog, Waatersnoods en diergelijke rampen uit hun vaderland zijn gedreeven of gevlugt, welke binnen 1/4 jaars naa hunne komst de reeden daar van aan den kerkenraad zullen moeten opgeeven, en binnen 2 jaaren de bewijzen daar van bezorgen, of wederom vertrekken. Blyvende hier van geheel uitgesondert Arbeyders, die voor een zeekere tijd de kost op een eerlijke wijze tragten te winnen.”

Artikel I-14 uit het diaconiereglement voor de Stadsjurisdicties (Gorecht en Sappemeer, de beide Oldambten en Westerwolde), 1781.

Met andere woorden: immigranten, of mensen die zich van buiten de regio hier kwamen vestigen, moesten hun geloofspapieren tonen. Voor vluchtelingen wegens vervolging, oorlog en natuurrampen werd een uitzondering gemaakt. Zij hoefden eerst alleen de reden van hun komst op te geven en kregen twee jaar de tijd om de gegrondheid daarvan aan te tonen. Mensen die tijdelijk overkwamen om bij boeren of in het veen te werken werd geen strobreed in de weg gelegd.


8 reacties on “Oldambtster immigratiebeleid”

  1. ton schreef:

    Dat verklaart veel over de gebrekkige groei van Blauwe Stad.

  2. Gelkinghe schreef:

    @Ton,
    Huh?
    Verklaar je nader…:-)

  3. Edwin Groot schreef:

    Golden voor Joden ook geen aparte regels voor vestiging in de hele provincie?

  4. Wieneke schreef:

    Nou, daar lijkt mij nog steeds niks mis mee.

  5. Leon schreef:

    En het leven is ook hier sterker geweest dan de leer. Want in mijn deels Veenkoloniale (katholieke, dus toen helemaal heikel!!)en Oldambtster (hervormde) kwartierstaat klinkt in beide gevallen een fikse dosis Westfaalse- en overig Noordwest Duitse- immigrantenoorspong in door!

  6. Erik Springelkamp schreef:

    Er is een dissertatie te vinden op internet waarin de komst van Joden in Groningen wordt behandeld.

    Daarin wordt de verantwoordelijkheid van de kerkgenootschappen voor nieuwe inwoners uitgebreid besproken.

    http://dissertations.ub.rug.nl/faculties/arts/1995/e.schut/

    DE JOODSE GEMEENSCHAP IN DE STAD GRONINGEN
    1689 – 1796

  7. Gelkinghe schreef:

    @Edwin,
    Ja.

    @Leon,
    Dat waren in eerste instantie hier tijdelijk werkende arbeiders, zoals bedoeld in de uitzonderingsclausule aan het eind. Omdat die tijdelijke arbeiders vaak verkering kregen met inlandse meisjes, vestigden ze zich hier dan wel na hun trouwen, maar dan waren ze al bekend en werd er niet meer naar die geloofspapieren gevraagd. Ook leverden zulke introuwende buitenlanders vaak niet de vereiste Acte van Indemniteit (achtjarige borgstelling afgegeven door de diaconie in de plaats van herkomst) in bij de diaconie. Daar klaagden met name die van Beerta en Finsterwolde over. Daar waren het Oost-Friezen, zoals Aeisso Perton, die op die manier sluipenderwijs het land binnenkwamen.

  8. ton schreef:

    @ Gelkinghe: Voor zover ik het begrepen heb, was de bouw van de Blauwe Stad mede bedoeld om welvarende westerlingen te trekken. Blauwe Stad valt toch binnen Oldambt? Dan met deze restricties!


Geef een reactie op Erik Springelkamp Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.