Oldambtster kappers van het Fin de Siècle
Geplaatst op: 15 maart 2010 Hoort bij: Familie, Geschiedenis 3 reacties
Freerk Bennema, geboren in 1882 te Noordbroek, herinnerde zich op hoge leeftijd nog twee haarspecialisten uit zijn jeugd. De eerste heette Koos Waslander:
“Hij was arbeider en ook scheerbaas. Hij ging met zijn scheergerei rond, wel tot Noordbroeksterhamrik. Hij had dan zijn scheernap bij zich en een keteltje met water, dat warm gehouden werd door een vuurstoof. Als het een beetje waaide, stoof het vuur over de weg. Hij kreeg als loon voor het scheren een halve stuiver.”
Ook was er in Noordbroek iemand die net als mijn overgrootvader Hindrik Vondeling de ambachten schoenmaker èn barbier combineerde. Deze Bartelds liep eveneens met zijn scheernap en keteltje door het dorp, maar:
“Des zondagmorgens zat zijn schoenmakerswerkplaats helemaal vol arbeiders. Die lieten zich maar eenmaal in de week scheren. Tweemaal kwam te duur.”
In een heuse stad als Winschoten had je natuurlijk een kapper met wat meer allure. Dat was in deze tijd Jean Köny, ook wel Koenie genoemd. Maitre Köny was geboren in Trier, maar had, naar werd verluid, een poos in Parijs geleefd en gewerkt. In Winschoten ergerde hij zich er hevig aan, dat hij ook op zondagochtend aan de arbeid moest. De klanten verwachtten dat van hem, ze vonden het dan juist gezellig bij de kapper en lieten een ander graag voorgaan. Maar de coiffeur gaf blijk van zijn bittere ongenoegen over deze schandalig achterhaalde wantoestanden tegen een van zijn klanten, mr. D. Bosch, alias Neuze Bosch, een advocaat die tevens in de gemeenteraad zat. Omdat deze er ook niets aan doen kon, nam Neuze bij zijn volgende bezoek aan Koenie een bordje mee, dat de maitre in zijn salon mocht plaatsen:
“Hij die goed wil worden geschoren
Komt zaterdag of de dag tevoren
Maar die mij op zondag kon bezoeken
Vindt stompe messen en vuile doeken!”
Bronnen:
H. Antonides, Noord- en Zuidbroek in vroegere jaren (Noordbroek 1973) pag. 167-169;
T. Potjewijd, Leven en werken in Winschoten in de negentiende eeuw (Winschoten 1977) pag 50-51,

Prachtig verhaal! Maar wel een beetje in het straatje van confessionele politici die koopzondagen willen verbieden 😉
@RT,
Bosch was liberaal. en de coiffeur ging het dan ook niet om een stichtelijke, maar een vrije zondag.
Die combinatie van schoenmaker en barbier zie ik ook bij een voorvader van mij in de 18e eeuw. Blijkbaar een vaker voorkomende combinatie (handig met de handjes). Zoals je vast weet was ook de combinatie barbier/chirurgijn gebruikelijk.