Met de jongedames Modderman mee naar het zuiden (V)

Geplaatst op 14 augustus 2010

“Des anderen daags, den 11 augustus begaven wij ons van Cleef na Griethuizen en aldaar in den pont over den Rhijn. Vervolgens langs een streek huizen naar het Spiekster Veer waer wij met een zeilpont schip aan den andren kant gebracht wierden. De Rhin was hier veel breder, de pont klein. Wij moesten de paarden voor de wagen wegspannen en de wagen moest er ruglings in.

Van daar op Laag Elten. Hier was weder een klooster. Er was slechts één monnik in. De Koning van Pruissen heeft dit klooster aan het dorp geschonken en aan de kloosterlingen een jaarlijksch pensioen met de vrijheid zulks te mogen verteren waar zij goedvinden. In dit klooster vind men bijzondere begraafplaatsen van in steen gemetselde vakken aan welks eene muur eene opening is, waarin de overledene monnikken op eene plank liggende worden ingeschoven evenals een brood in een bakkersoven, waarna die opening weer word toegemetseld.

Van Laag Elten reden wij tegen een zeer hogen berg naar Hoog Elten dat op een berg ligt. Hier hebben wij eene put gezien die 258 voet diep is, door de oude Romeinen gegraven. Een groot gedeelte van de inwooners van dit dorp moet hieruit water hebben. Deze put was besloten in een klein gebouw en waarover een zeker persoon en aan de reizende personen op hun verzoek laat bezigtigen. Het water van deze put was extra koud, zeer helder. In de winter is het warmer. Het water wordt opgehaald met een groote keten aan welks beide einden een ton met ijzeren hoepels omgeven hangt door middel van een groot rad waarin personen alsmede een hond die daartoe geleid is oplopen en alzoo het water naar boven trekken.

De man van deze put toonde ons deszelfs grote diepte door een wachkaarsje aan een der schakels van de keten even boven den emmer die het water uit de put zoude ophalen te binden, dat zoo ver naar beneden ging dat wij het licht naauwlijks meer konden ontdekken. Eene kleine hoevelheid waters uit den emmer in de put werpende duurde het niet minder dan 16 langzame tellen eer dat de val van dat water door ons gehoord werd. De emmer die het water uit de put ophaalde noch eenigszins hooger wordende opgetrokken sloeg in een ijzeren haak die door diezelfde beweging op de rant van de emmer viel. De emmer noch wat hoger opgetrokken wordende viel opzijde en ontlaste zich in eenen zarken bak die er tot dat einde onder geplaatst was. In deze bak was eene kraan waarmede het water in gewone emmers getapt wierd en tweemaal des weeks aan de inwoners werd rondgedeeld.

Van Hoog Elten reden wij naar Emmerich, eene fraaije stad aan den Rhin. Wij pleisterden in den Wijnberg, dronken er koffij en reden vervolgens voorbij het slot Reckenburg naar Praest. Hier gekomen zijnde eischten wij eene vrije kamer en zonden de meid uit het logement naar het instituut teneinde de Predikant van onze komst te verwittigen. Wij werden verzocht daar te eeten en het overige van den dag door te brengen. Wij begaven ons op staande voet derwaarts en aten met alle de daar aanwezig zijnde jonge dames aan eene tafel. Na aldaar Coffij en Thee gedronken en braaf in tuin en Bosch gewandelt te hebben, bezichtigden wij het slot dat ruim en groot is, gingen vervolgens wederom naar Praest waar wij soepeerden en ons vroegtijdig ter ruste begaven.”


8 reacties on “Met de jongedames Modderman mee naar het zuiden (V)”

  1. Gelkinghe schreef:

    @Jacob,
    Ja dat ging allemaal met de koetsewagen hè.

  2. Gelkinghe schreef:

    @Jacob,
    het woordje braaf betekende toen wat anders dan nu: “Dapper, stoutmoedig, onversaagd in den oorlog of in het gevaar; veelal met het bijdenkbeeld van fierheid, uittartenden trots” (WNT)
    Nu betekent het gehoorzaam, zoet en dat dan vaak in een negatieve zin.

  3. Jaartal Weblog schreef:

    Mooi om dit zo dagdagelijks te volgens Gelkinghe!

  4. Frans schreef:

    Dat de Drususbron door de Romeinen is gegraven is net zo waarschijnlijk als dat Karel de Grote voor Christus leefde. Maar de brave dames slaan wel vaker ergens een slag naar. De put is 57 meter diep. Als dat 258 voet is, zijn dat wel heel kleine voeten van 22cm. 200 voet lijkt me al aan de hoge kant. Als je 16 tellen moet wachten tot een plens water beneden is, is de put 800 meter diep. Uiteraard hoor je dan niks. In werkelijkheid valt iets niet al te lichts in een seconde of 4 naar de bodem van deze put.

    Maar al met al een heel leuk verhaal. Bedankt.

  5. Gelkinghe schreef:

    @Frans,
    Ik denk dat de dames ook maar doorbriefden wat ze te horen kregen.

    Dat van Karel de Grote verbaasde mij ook. Want die hoorde toch bij de vaderlandse geschiedenis, zou je denken.

    De Drususbron is naar alle waarschijnlijk in de Ottoonse periode gegraven, ca. 980.

    Een voet is een fractie minder dan 30 centimeter. 258 voet is dus 77 meter. Overdreven, maar niet zo sterk als je denkt.

    De emmer zat bovendien aan een ketting. Het was geen vrije val.

  6. Frans schreef:

    Een kleine hoeveelheid water uit de emmer… Dat was wel vrije val. Dan hangt het van de druppelgrootte af hoe snel het gaat. Die 800 meter was overdreven; dat is als een mens of een emmer water 16 seconden valt. Wij gooiden in de 70-ers op de eerste zomerse dag van het jaar vanaf de 17e verdieping van Staalbouw 2 in Delft de huismeester op de BG nat. Dat lukt echt niet als het 16 seconden duurt!

  7. Gelkinghe schreef:

    Okee, okee. Je hebt gelijk op dit punt.

  8. boomkruiper schreef:

    Wat een heerlijke reis is dit 🙂


Geef een reactie op boomkruiper Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.