‘Zolang je kouk eten, goa je nait dood’
Geplaatst op: 21 juli 2011 Hoort bij: autobio, Geschiedenis, Stad toen 10 reactiesNu het raadsel endelkoek is opgelost – zie de update – wil ik nog even verwijlen bij het synoniem kantkoek, dat de oudere term kennelijk verdrong. Dit synoniem staat, anders dan endelkoek, wèl in het WNT, met maar liefst vier verklaringen waarvan de tweede weer afkomstig is uit het Groninger woordenboek van Molema (1887):
“Soort van koek die rondom andere koeken in den oven gelegd is geworden om te bakken.”
Dat deze betekenis inderdaad gold voor de Groninger specialiteit blijkt uit een interview, dat de Groninger koekebakker Klaassens in 1948 gaf aan Herman Felderhof van de Wereldomroep. Dat interview speelt zich af in het bedrijf van Klaassens, wat diens uitspraken niet altijd even verstaanbaar maakt. Op 2 minuut 36 ziet Felderhof de zoon van Klaassens strepen koek tegen de ‘echte Groninger koek’ aanzetten. Hij vraagt waarom dat gebeurt. Klaassens antwoordt:
“Dat is een soort koek die tegen de kant van de koek aangedrukt wordt om zodoende de sucade en de gember en de geur beter in de koek te houden. Deze koek wordt door ons genoemd kantkoek en werd vooral door scholieren vroeger veel gekocht. Ik herinner me nog dat het 4 cent per pond kostte en zo noemden we het wrakkelat.”
Ik weet niet of ik dat laatste woord goed heb verstaan – zet er maar een vraagtekentje bij. In elk geval was de bedoelde goedkope lekkernij eind jaren zestig ook nog bij Webbink te koop, een bakkerij vlak bij onze middelbare school aan het Zuideinde in Meppel. Het was toen bij ons scholieren een tijdje heel erg in de mode, tot de Marsen en Nutsen in onze lekkere trek gingen voorzien.
Klaassens maakt overigens een onderscheid tussen kantkoek en endelkoek, waar hij even later over begint. Volgens hem bestond endelkoek “uit strepen koek en blokken” en hij heeft er ook een woordverklaring voor die ik helaas niet versta door het geruis in zijn bedrijf.
De rest van het interview is eveneens het beluisteren waard. Volgens Klaassens onderscheidde de Groninger koek zich door een hoog gehalte aan honing en een kwalitatief goede vulling. Daar had de oorlog echter voorlopig een eind aan gemaakt – nog steeds was begin 1948 de import van honing, sukade en gember niet vrij en bestond er ook een prijszetting van overheidswege die Klaassens omzet beperkte.
Heel aardig zijn de folkloristische gebruiken met koek, die Klaassens noemt. Zo kregen Groninger kindertjes op hun verjaardag een stuk koek met het groenwit van de stad-Groninger vlag op hun linkerarm gebonden, en had ieder Groninger gezin met Oud & Nieuw ouwe wijvenkoek in huis. Die soort koek werd ook alleen van november tot februari gebakken. Voor hoogtijdagen als huwelijksjubilea etc. fabriceerden Klaassens en zijn enig overgebleven concullega Knol bovendien koeken met rijmpjes als:
“Alles verandert, alles wordt gekker, moar Grunniger kouk blift lekker.”
En:
“Zolang je kouk eten, goa je nait dood.”

En dan dat prachtige verhaal van Klaassens over die …Groninger die geverbaliseerd werd omdat hij oude wijven zonder enige bedekking in de etalage had gelegd… Ik leef helemaal met Herman Felderhof mee, die reageert met “O ja?”.
@Frans, Volgens mij had Felderhof zijn vragen van tevoren opgestuurd, en las Klaassens zijn antwoorden van papier op…
Je hebt het goed verstaan: wrakkeladde is Gronings voor een wraklat, de eerste en laatste plank die uit een stam worden gezaagd. Kantplanken dus eigenlijk.
Wrakkelat is dan een tussenvorm: mogelijk een poging om het tegenover de Hollandse verslaggever ‘netjes’ te zeggen?
WNT geeft:
“Wrakke lat, beschadigde, onbruikbare lat; lat gemaakt van schaalhout. In Gron. ook minachtend voor kantkoek”.
Vgl. ook de Friese sxfbkerlatte.
Uit zeer directe bron:
Koek werd vroeger niet zo mooi verpakt verkocht als nu – in plastic. Wanneer koek te lang in de winkel had gelegen kocht men het niet meer. Deze koek werd niet weggegooid, maar opnieuw gebruikt. De koek werd vermalen en weer door het deeg gekneed.
Ook werd kantkoek speciaal gebakken toen er meer en meer vraag naar kwam.
Gegevens van een chef-koekbakker die werkzaam was bij de Coxf6peratie in de Taco-Mesdagstraat.
Dus dat …zonder enige bedekking in de etalage… was helemaal geen mislukte grap!
Een reactie op een al oudere post: om een of andere reden dacht ik vandaag aan kantkoek, en of die nog ergens te koop zou zijn.
En via google kom ik bij deze blog.
Ik heb in het jaar 1966-1967 op het Willem Lodewijkgymnasium gezeten, toen nog gevestigd in de Oosterstraat. (daarna verhuisd naar Amsterdam).
In die tijd kochten we soms voor een dubbeltje een stuk kantkoek bij een bakker in de nabijheid van het gymnasium, mogelijk ook de Oosterstraat, maar het kan ook in een andere straat geweest zijn die op de Grote Markt uitkomt; het was voor zover ik me herinner in elk geval dichtbij de school, en dichtbij de Grote Markt.
Kantkoek is nog te krijgen bij Knols Koek, zowel in de winkel vlakbij Minerva aan het eind van het Zuiderdiep, als bij de fabriek aan het Hoendiep. En misschien doet men ook wel aan postorderverkoop?:
http://ontwikkeling.spectobuild.com/knolskoek/contact
Ik ben er gisteren geweest; kom sowieso tenminste één keer per jaar in Groningen, en heb Knols Koek gevonden en er een Groninger koek, en een stuk kantkoek gekocht. Ze hebben die zelfs in soorten, van de verschillende koeken die ze bakken denk ik. Dank voor de tip. Ik kom wel vaker op het Zuiderdiep, maar had deze winkel tot nu toe over het hoofd gezien; kom normaal ook niet tot aan die winkel.
Ik vond kantkoek nooit zo lekker… saai (van smaak) en taai (van substantie).