In de Bijekoer bakt men Grinser koeke
Geplaatst op: 28 september 2011 Hoort bij: Stad toen 3 reacties
Uitsnede uit een foto van de A-straat en Brugstraat uit 1866. Aan de zuidwestkant van de A-brug zat indertijd de koek- en banketbakker F.E. de Haan, die op zijn uithangbord een goudkleurige bijenkorf had staan. De omringende, eveneens vergulde teksten waren echter niet Nederlands, maar Fries. Boven de bijenkorf stond “De Bijekoer” en links en rechts van dit voor een koekebakker buitengewoon toepasselijke beeldmerk kon de passant een rijmpje lezen:
“In ’t hûs de Bijekoer,
Der bakt men Grinser koeke,
En troch de goeie waer,
Mat men de minsken loeke.
Dat hûs dat stiet to Grins
Yn ’t westein fan de sted.
Rin oan de brêge ta,
Dan mist it jimme net.”
De Groninger koekebakker De Haan, mogelijk van Friese komaf, zal zo ongetwijfeld een wit voetje hebben gehaald bij de Friezen die per trekschuit over het Hoendiep naar Groningen kwamen. Vergeet niet, dat dit in de era voor de spoorwegen de hoofdroute van Friesland naar Groningen was. Tegelijkertijd vormden de A-straat en de Brugstraat hier de belangrijkste invalswegen voor Friezen.
Het rijmpje stond ook al in Zo fotografeerden zij Groningen 1868-1918 van de Groninger gemeente-archivaris A.T. Schuitema Meijer (1963), maar dan bij een foto van dezelfde situatie uit omstreeks 1888. Hoewel Meijer zelf zoon van een koekebakker was, citeerde hij het rijmpje onvolledig en verkeerd. Aldus Jan Riddering uit Havelte, die daarvan kond deed in twee ingezonden brieven, welke in september 1964 in het Nieuwsblad van het Noorden stonden.
Opmerkelijk is, dat de tweede brief exact op Ridderings onverwachte sterfdag in de krant stond. Je zou bijna denken dat hij een verbolgen Schuitema Meijer aan de lijn had.
Riddering was in 1882 geboren in Groningen, maar verhuisde als kleine jongen naar de Friese Woudstreek. Begin twintigste eeuw vervulde hij zijn diensttijd echter in Groningen, en toen frappeerde hem dat uithangbord van De Bijekoer, waarbij zijn dubbele binding met Friesland èn Groningen uiteraard een rol speelde. Riddering kreeg later ook wat met Drenthe. Op zijn oude dag woonde hij als kostganger in Hotel Buter bij de Boskampbrug in Havelte en als bewoner van dat Drentse dorp publiceerde hij onder andere een serie over de lokale geschiedenis in de Meppeler Courant en een jubileumbrochure over de plaatselijke kerk. Doordat ik in de digitale leggers van het Nieuwsblad bij de KB op Havelte zocht, trof ik beide ingezonden brieven van hem aan – weer een fraai staaltje van serendipiteit, dunkt me.
—
Bronnen:

serendipiteit ; Pek van Andel naald in een hooiberg zoeken en met een meid eruit rollen
Weet je zeker dat de foto uit 1866 is? De eerste serie foto’s van Groningen werd gemaakt in 1868 (zie de boektitel die je noemt!), en er is één foto uit 1867 bekend, namelijk die van het ‘Latijnse poortje’ in de Zwanestraat, dat in hetzelfde jaar afgebroken werd. Deze foto staat onder andere in het boekje ‘Ga je gang in Groningen’ van Edward Houting, op pagina 41.
Nee, ik weet dat niet zeker. Ik ga af op degene die deze foto op Webshots postte, iemand die verstand van zaken niet kan worden ontzegd.