Speelkaartenbelasting

Omdat mijn grootvader Harm Perton vlak na de Eerste Wereldoorlog van grenssoldaat tot kommies opklom, zat ik eens in de digitale leggers van het Nieuwsblad van het Noorden uit die periode te kijken, wat het trefwoord kommies zou opleveren.

Kommies werd je na een examen, waarvoor particuliere opleidingen bestonden. Die leidden niet alleen voor het examen kommies op, maar ook voor die van politie-agent en gevangenbewaarder. Aantrekkelijk aan deze functies waren vooral de vaste aanstellingen met relatief hoge tractementen.

Had een jongeman het examen kommies met goed gevolg afgelegd, dan kreeg hij van rijkswege meteen een standplaats toegewezen. Voor Groninger jongens betekende dat in het gros van de gevallen een afscheid van Groningen. Meestal gingen ze een behoorlijk eind weg. Vooral Brabant was nogal eens de bestemming. Het Rijk wilde duidelijk geen al te gemeenzame omgang tussen de lokale bevolking en deze ambtenaren.

Kommiezen bestreden aan de grenzen frauduleuze invoer, vooral van drank, maar ook bijvoorbeeld van schapen. In het binnenland hielden ze toezicht op de betaling van allerlei accijnzen. Ze visiteerden bijvoorbeeld drankvoorraden in kroegen, controleerden of er banderolles om sigaren zaten, checkten fietsen op de plaatjes krachtens de rijwielbelastingwet van 1924 en hielden in de gaten of auto’s wel kentekens voerden.

Een van de meest curieuze wetten, waarvan mijn grootvader de naleving moest controleren, betrof de speelkaartenbelasting die van 1919 tot 1924 bestond. Erg vaak leidde deze belasting niet tot vervolging, maar het Nieuwsblad van 3 oktober 1925 verhaalt van een rechtszaakje in Winschoten:

“Luitjen V, 81 jaar, barbier en winkelier te Winschoten, moet terecht staan, omdat hij den 9 Juni j.l. in zijn scheersalon aanwezig heeft gehad 6 spellen speelkaarten, elk spel van 52 kaarten, welke spellen kaarten niet waren voorzien van den stempelafdruk bedoeld bij art. 3 der speelkaartenwet. Als getuige wordt gehoord J. Bonman, kommies te Winschoten. De 6 spellen kaarten zijn hem ter hand gesteld door den beklaagde. Zij waren niet voorzien van hat voorgeschreven merk, Hij had met een collega de kaarten in beslag genomen. Beklaagde bekent. Eisch: ƒ 100 boete en twee boeten ieder van ƒ50, te vervangen door hechtenis door den rechter te bepalen. Uitspraak heden 14 dagen.”


6 reacties on “Speelkaartenbelasting”

  1. Dick Bolt schreef:

    niet te begrijpen dat er op speelkaarten een belasting moest worden betaald, en wat een hoge boete, is die ook ten uitvoer gebracht ?

    • groninganus schreef:

      Dat weet ik niet Dick, dat zou ik na moeten kijken. Maar rechters weken meestal niet zo sterk af van de eisen. Overigens is die belasting een laatste stuiptrekking van een zeer traditionele accijns. In Engeland en Frankrijk had je in de 17e en 18e eeuw ook belastingen op speelkaarten. Ik weet niet hoe het in Nederalnd was, maar het zou me niet verbazen als zo’n belasting ook hier in sommige gewesten en steden bestond.

  2. Frans schreef:

    Eigenlijk wel sympathiek van de overheid om belasting te heffen op dingen die je niet nodig hebt. Zo kun je als brave burger de belastingen ontwijken. Die speelkaartenbelasting lijkt me vergelijkbaar met hondenbelasting en accijns op alcohol en tabak. Er bestaat natuurlijk ook nog een kansspelbelasting. Bij de laatste afschaffing van de speelkaartenbelasting maakte Braakensiek een mooie spotprent:

    Het kenmerk van de herfst

    Ik kwam trouwens nog zo’n merkwaardige belasting tegen: die op haarpoeder uit de nadagen van de pruikentijd.

  3. Frans schreef:

    In “Excise tax” van WMG Visser kwam ik een mooie verhandeling over in onbruik geraakte accijnsen tegen. Volgens de nieuwste EU definities mag een accijns slechts geheven worden als er naast het doel “versterking van de overheidskas” nog een ander doel gediend wordt. Bij de eerste invoering van de speelkaartenbelasting door koning Henry III van Frankrijk in 1583 was het tweede doel “bescherming van de openbare zedelijkheid”. Latere instanties van de speelkaartenbelasting, ook die van 1920 tot 1927, hadden het uitsluitende doel de schatkist te spekken.

    Over speelkaartenbelasting vanaf blz. 244:

    http://dare.uva.nl/document/98988

    • groninganus schreef:

      Frans, dat is niet helemaal waar want in de toelichtuing in de kamer (1919) zei de minister dat de zedelijkheid er ook bij gebaat was (zie KB kranten Algemeen Handelsblad). Calvinisten hadden vanouds niet zoveel op met kaartspeelderij.


Geef een reactie op Frans Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.