Stuutsiekoornwinkel
Geplaatst op: 24 oktober 2012 Hoort bij: Geschiedenis, Stad nu 16 reactiesStuutsiekoorn Winkel from GAVA on Vimeo.
Van dezelfde maker: stuutsiekoornfebriek
Stuutsiekoorn Winkel from GAVA on Vimeo.
Van dezelfde maker: stuutsiekoornfebriek
Een van mijn favoriete winkels. Ik heb er een maand geleden nog schoenen gekocht. En ooit een stuutsiekoorden broek, maar die was me te kort.
Zo’n ommejazze liekt mie wel wat, moar dei boksems schuren ja zo tusken bainen.
verrekte mooi verhoal……
Prachteg verhoal. Doar wor ie zeker bliede van.
Of elk t zo goud haar vrouger dij ien zo’n jeske laip is n aander verhoal vanzulfsprekend. k Heb joarenlaank ien zo’n jeske van pa lopen ien joaren zesteg. t Spiet mie nog dat k hom nait meer heb.
Een pracht verhaal (filmpje) en vertrouwd beeld. Mijn broer – vroeger bouwvakker – liep ook altijd in deze broeken. Hij kocht daar ook de speciale sokken voor in de speciale schoenen en ik denk dat daar ook de geruite flanellen blouses vandaan kwamen.
Wat een prachtige winkel en wat een mooi verhaal. Vroeger gingen we al naar ’t vakkledinghuis en nog. Nu een prachtig ”klettervest gekocht. Ben er heel blij mee!!
Prachtig verhaal. “Het mooiste gesprek is zonder woorden…”
Beroepskleding
Als eerstejaarsstudent ging ik in de jaren 1958/1959 op zaterdagen werken als verkoper in Het Vakkledinghuis van Harry Hensen in de O.Ebbingestraat.
Vertrouwd met geüniformeerden in mijn militaire diensttijd, ontdekte ik nu dat ook in de burgerwereld uniformen bestonden. Dan heb ik het niet over postbodes, politie- en spoorwegpersoneel, maar over de stoeten ambachtslieden, productiearbeiders en academici, die ik aan de kledingrekken en toonbanken van Het Vakkledinghuis zag voorbijtrekken.
Voor kolensjouwers was er het zwarte klettervest met schouderstukken van leer. Ook schippers zag je in dit manchester vest, maar dan zonder leerstukken.
Kruideniers droegen een zandkleurig kort jasje (kruidjas) van eenzelfde snit als de dikke donkerblauwe van de smid. Die van de kapper was van dunnere stof en wit.
Magazijnbediende liepen in okergele lange stofjassen. Schilders hielden het bij witte overalls. Ook schoorsteenvegers liepen in het wit, maar met een los vallend ruim overhemd en een broek waarvan de pijpen opbloesden met veters vlak onder de knie.
Bakkers en koks hadden en lichtblauwe blokjesbroek, wit overhemd en een rode of witte zakdoek om de hals. Wit was ook de doktersjas, maar voor de student medicijnen gold een iets ander model dan voor arts, tandarts, of laborant.
De overall voor de electriciens was groen, die voor loodgieters donkerblauw.
De melkboer droeg een geelbruin jasje van manchester. De boderijder, ook in de tijd van de vrachtwagen, liep in een manchester klettervest met ( pikant detail) links en rechts riempjes op het rugpand. Eveneens geelbruin.
De dracht van ateliersmeisjes leek veel op de verpleegsterschort.
Kelners en geestelijken waren uitgedost in het zwart.
Anders dan in de huidige tijd werd beroepskleding niet pas aangetrokke ‘op het werk’. Je zag de mensen er ook mee fietsen of lopen op weg naar de werkplek en naar huis.
Inmiddels is het beroep heden onzichtbaar geworden. Geestelijken gingen voor, eerst de dominee, vanaf circa 1965 later trokken ook pastoors en kapelaans ‘gewone’ colberts en pantalons aan. Kloosterzusters verruilden hun sluiers en habijten voor bloemetjesjurken.
Kort daarop de spijkerbroek zijn nivellerend werk. Casual kleding leidde de ondergang van het kostuum in. Het ‘inspraakpak’ in onderwijskringen en in de collegezalen zorgde rond 1970 nog even voor een groepsherkenning.
De laatste tijd lijkt, naast winkeluniformen bij c-1000 en dergelijke, alleen in de horeca enige beroepseigen kleding te bespeuren (de voorschoot). Dat is functioneel; dan weet je bij wie je moet bestellen en afrekenen.
Dank voor deze mooie, uitvoerige reactie!
Ik ben zo vrij geweest een link naar Ton’s verhaal op FB in de groep Stuutsiekoorn te zetten. Bedankt.
Nog even dit:
Het ínspraakpak.
Uit schoolfoto’s uit de periode 1945 – 1970 blijkt dat aanvankelijk leerlingen er zo veel mogelijk als leraar willen uitzien. Dus: stropdas, colbertje en na ca.1955 de lange broek ter vervanging van de pofbroek ( ook plusfour cq drollenvanger genoemd. Vaak van manchesterstof.).
Halverwege de periode is er een scharnierpunt: het zgn inspraakpak verschijnt voor de klas en in de collegezaal.Dit bestaat uit een jack (type battledress) en broek zonder vouw. Het materiaal is ‘rib’, of corduroy, een soort verfijnde manchester.
Het is populair bij sit-ins,protestdemonstraties, bezettingen van universitaire instituten en vergelijkbare 60-er jaren folklore. De kleuren variëren; veelvoorkomend is een geel-bruine en zelfs rossige tint.
Begin zeventiger jaren komt de leraar de klas binnen in coltrui (Leerling: ‘Is meester een schipper geworden?’) De rib-broek handhaaft zich vooralsnog.
De docent in die tijd probeert zoveel mogelijk op zijn leerlingen en studenten te lijken, die al eerder het confectiekostuum verbannen hebben.
Alle categorieën kiezen in feite sindsdien voor werkkleding, met de spijkerbroek als icoon. Stands- en statusverschil verdwijnt, zgn. vrijetijdskleding wordt dagelijks tenue, ook op zondag. Wie onder jullie hanteert nog de aanduiding ‘zondagspak’ ?
beste,
inderdaad een mooi verhaal,
voorts ben ikzelf op zoek naar een klettervest met lederen schouderstukken
naar het schijnt had het vakkledinghuis eigen kleermakers in dienst>>>mogelijk nog oude kleding patronen in het archief aanwezig……..wie-o-wie kent de kledingmaker van de stuutsiekoorn-catwalk??
Een prachtverhaal , mooi zulke herinneringen !!!!
Een inspraakpak heette bij ons een discussiepak
is er reeds antwoord mogelijkop de vraag van 03-11-’13 jl.
groet vanuit NH
Ik heb vroeger nog broeken gehad van dat spul, gekocht bij Westen in Ter Apelkanaal