De democratisering van het orchestrion

Duits exemplaar

Sommige reaguurders hier meenden zich erg negatief te moeten uitlaten over het verschijnsel orchestrion. De een deed zijn beklag erover dat het apparaat live-muzikanten het brood uit de mond stootte. Een ander was alsnog verheugd dat dergelijke instrumenten in 1911 te Groningen het zwijgen werd opgelegd.

En dat terwijl het volk zo lang heeft moeten wachten op orchestrions binnen zijn dagelijkse bereik.

In 1790 speelde het eerste Orchestrion, dat van de Duitse musicus Vogler, al in Amsterdam. Dit “meesterstuk”, naar Voglers ontwerp gemaakt door de Rotterdamse uurwerkmaker Kunkel, werd gedefinieerd als een orgel van 16 voeten (bijna vijf meter) groot. Dit telde vier klavieren en heette orchestrion

“vermits daarin alle instrumenten vereenigd zijn en een volkomen orchest oplevert”.

Lange tijd zag men dergelijke, voortdurende verbeterde kunststukken alleen op kermissen, of men moest er speciaal voor naar een echt grote stad als Amsterdam. Pas in juni 1895 werden de eerste orchestrions in Groningen door een winkelier verkocht:

De heer A. J. Jonkhoff, Oude Boteringestraat, annonceert in dit blad een nieuw instrument, zijn piano-orchestrion. Er is in de laatste jaren op het gebied van automatische muziekinstrumenten heel wat geproduceerd, waaronder werkelijk goede instrumenten, maar het piano-orchestrion spant de kroon. Het is het volmaaktste wat er tot nog toe op dat gebied is geleverd, en men maakt zich, als men het instrument hoort spelen, ongerust over wat in de toekomst het lot der piano-onderwijsgevenden zal zijn, want het piano-orchestrion geeft zonder bespeler alles van de volledige opera-fantaisie tot „Trek maar an ’t touwtje” zoo goed — met alle fortissimo’s en piano’s en in de juiste maat— als de beste pianino mèt een bespeler, met een verdienstelijke zelfs.

Als instrument kan men zich werkelijk niets beters denken, en als meubel zal het in elk salon op zijn plaats zijn. Zoodat wij den heer Jonkhoff wel succes met dit instrument durven voorspellen.”

Jonkhoff 16.6.1895

Dat 1895 als het jaar mag worden gezien dat het orchestrion te onzent in veler bereik kwam, moge ook nog blijken uit een advertentie in de Winschoter Courant van de 16e oktober.  Hierin bood een Jacob Appeldoorn uit Paterswolde orchestrions te huur aan voor kasteleins:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Deze Appeldoorn, geboren in 1858 te Bolsward, was bij zijn huwelijk met een Paterswoldse arbeidersdochter in 1881 nog boendermakersknecht. In 1929 stierf hij echter als ober van het Familiehotel in Paterswolde. Volgens zijn patroons was hij daar “vele jaren  tot genoegen” in hun dienst geweest. Ik denk daarom dat Appeldoorn in 1895 niet voor eigen rekening handelde, maar als agent voor een fabrikant van elders. Het moet een bijbaantje voor hem zijn geweest. In het Familiehotel zal bij wijze van demonstratiemodel vast ook zo’n orchestrion hebben gestaan, de horden Groningers die er op hun traditionele zondagsuitje langskwamen, zullen ongetwijfeld voor mond-tot-mond-reclame hebben gezorgd.

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Piano-orchestrion in museum Vosbergen, Eelde.


3 reacties on “De democratisering van het orchestrion”

  1. De techniek vind ik prachtig, en die apparaten zien er ook zonder meer erg mooi uit, er zou alleen wat andere muziek uit moeten komen. Maar dat zal men toen allicht heel anders hebben ervaren. 🙂

  2. boomkruiper schreef:

    Zo’n orkest wil ik wel in m’n huiskamer 😉

  3. Reina schreef:

    Mischien was Het Familiehotel voor 1900 nog niet zon sjiek de trala bedoening als na de jaren vijftig, maar ik betwijfel of er wel een demo.orchestrion gestaan heeft. Het was meer een hotel voor live orkest, later vervangen door een enkele vleugelbespeler, die dan geen easy listening muziek speelde, maar degelijk klassiek. Toch handig van die mijnheer Vogler zijn instrument in een kast in te bouwen, die aan diverse interieurs aan te passen viel. Door een uitzending op TVNoord over herenhuizen zag ik een kabinetorgel en daardoor werd mij weer precies het tegenovergestelde duidelijk. Bij een rijke familie in ons dorp stond namelijk: “een kabinet as een kerkörgel”. Het is mij nu duidelijk dat er huiskamerorgels verstopt kunnen zitten in een uiterlijk als een kabinet en dat er ook echte kabinetten zijn, die qua vorm en afmeting kunnen concurreren met de orgels in een kerk.


Geef een reactie op boomkruiper Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.