“Zoo vele vlugge en vaardige meisjes, door eene loffelyke eerzucht gedreven”
Geplaatst op: 31 januari 2014 Hoort bij: Geschiedenis 1 reactieToen ik een paar jaar geleden het stukkie schreef over de allereerste grote schaatswedstrijd voor meisjes in Groningerland (1808), heb ik vast en zeker in de volgende nummers van de Ommelander Courant gekeken, of er nog een follow-upbericht was. Ik vond niets in de gedigitaliseerde legger.
Naar me nu gebleken is, verschilt de gedigitaliseerde Ommelander van 6 januari 1809 echter met de niet-gedigitaliseerde Ommelander van dezelfde datum die zich in de collectie van de Groninger Archieven bevindt. Blijkbaar heeft de drukker tijdens het drukken het zetsel gewisseld, zodat er meerdere versies van hetzelfde nummer zijn. Alleen de Gronarch-editie bevat het verslag van de alsnog gehouden wedstrijd, die dus niet definitief afgesteld, maar slechts uitgesteld was
Hieronder dit wedstrijdverslag, waarbij opvalt dat dienstbodes er vandoor gingen met de prijzen die door enkele heren uitgeloofd waren
“Zuidbroek den 3 January. De wedloop op schaatsen tusschen Oldambster meisjes, welke op den 26 der vorige maand moest worden gestaakt, is op heden hervat en gelukkiglyk uitgevoerd. De toevloed van aanschouwers, ofschoon niet zoo groot als by de vorige reis, was echter vry aanzienlyk. Het Gemeente-Bestuur had, ter verzekering van den geregelden afloop dezer vermakelykheid, de meest geschikte maatregelen genomen, en men had het genoegen, van dezelve met den besten uitslag bekroond te zien. De tegenwoordigheid van een Detachement Koninklyke Gens d’Armes, bragt hier niet weinig toe by, en diende tevens, om den luistrer te vermeerderen van een feest, het welk aan de verwachting, die men zich van hetzelve had voorgesteld, volkomen heeft bewantwoord.
Zoo vele vlugge en vaardige meisjes, door eene loffelyke eerzucht gedreven, door de hoop op eene ryke belooning ontvonkt en door de toejuiching der aanschouwers aangemoedigd, onderling te zien wedyveren in eene kunst welker eigene bevalligheid niet weinig wordt opgeluisterd door de bevalligheid der schoone sekse, leverde een toneel op, alleszins schoon en bekoorlyk, en men zal naauwelyks een winter-vermaak kunnen noemen. dat voor de Noordsche streken eigenaardiger is, en meer overeenkomt met onze vaderlandsche zeden.
De koude was op dezen dag streng en de wind hevig, doch de moedige wedloopsters trotseerden wind en koude, en de meesten munteden zoodanig uit, dat ieder van haar wel eenen eereprys was waardig geweest. De overwinning kon echter slechts door eene behaald worden.
Zy viel ten deele aan Ludgert Tammes, oud omstreeks 20 jaren, geboren op de Meeden in den Oldambte en thans wonende, als dienstmeid, bij Hendrik Alberts te Noordborke. De prys, bestaande in een buitengewoon fraai gouden ooryzer naar den nieuwsten smaak, werd aan haar toegewezen, en tevens aan Geertruida Koenes, oud byna 22 jaren, geboren te Midwolde en thans als dienstmeid wonende by Jan Edskes in de Eexta, een buitengewonen prys, zynde eene bevallige en sierlyke halsketen van goud, geschonken.
Een der commissarissen over dezen wedloop, de Heer Mr. H.A. Spandaw, Secretaris der jurisdictie van de beide Oldambten, reikte uit naam der Heeren Deelnemers, aan de verdienstelyke maagden de eereteekens op eene plegtigewyze openlyk over, en deed by die gelegenheid eene gepaste aanspraak, terwyl de aandoeningen van verrukking en erkentelykheid, welke de beide met goud bekroonde kunstenaressen bezielden en die zy zoo eenvoudig en welmenend lieten blyken, dit tooneel byzonder treffend en roerend maakten.
De bekroonde meisjes werden nu, met de verworvene eeretekens versierd, in triomf rondgevoerd en keerden vervolgens opgetogen van blydschap en met een dankbaar gevoel naar hare woonplaatsen terug.
Een ieder was te vrede met den afloop van dit onschuldig ys-vermaak en de avond werd verder in betamelyke vreuigd op eene vriendschappelyke wyze doorgebragt.”
Zoals gezegd had Zuidbroek de primeur van een dergelijke wedstrijd. Drie dagen later werd onmiddellijk buiten de A-poort van de stad Groningen de eerste schaatswedstrijd voor meisjes uit de hele provincie gehouden, waar Tryntje Scholtens uit Winschoten het gouden oorijzer won. Het Oldambt bracht blijkbaar nog wel meer talentvoolle schaatsenrijdsters voort, dan de winnaressen in Zuidbroek.

‘door de hoop op eene ryke belooning ontvonkt’ – wat een prachtige tekst.
Overigens niet misselijke prijzen. Voor een dienstbode uit die tijd vertegenwoordigt een gouden oorijzer ‘naar den nieuwsten smaak..’ een enorm kapitaal.