Landarbeidershuisjes
Geplaatst op: 14 januari 2015 Hoort bij: Geschiedenis, Kunsten 3 reactiesLandarbeidershuisjes, veel is er niet over gepubliceerd. Als ik merk dat het Neerlands Volksleven van de jaargang 1962 er een artikel over bevat, wil ik dat dus wel even lezen.
Dat stuk werd geschreven door Henk Braber, destijds de baas van de provinciale VVV hier in Groningen. Hij propageerde de ingebruikneming van landarbeidershuisjes als tweede woning, vooral in de noordelijke kuststreek.

Het Oude Veerhuis, Zoutkamp.
Hierin voelde Braber zich niet altijd even begrepen. “Iedereen haalde de schouders op en lachte”, schreef hij over het onthaal dat zijn gedachtengoed meermalen vond:
“Menigeen moest er om begrijpelijke sociale redenen niets van het nieuwe idee hebben. Lege landarbeiderswoningen dienden gesloopt te worden.”
In de jaren 50 hadden zulke huisjes een slechte pers. Ze waren vaak matig onderhouden en slecht bereikbaar en ze misten aansluiting op waterleiding en elektriciteitsnet, nutsvoorzieningen die al wel aanwezig waren in de dorpskom, net als telefoon. Destijds zijn er dan ook aardig wat van die huisjes gesloopt.

Dat het er nog niet meer zijn geweest, komt ongetwijfeld door de trek naar het platteland van de babyboom- en hippiegeneratie, in de jaren 1965-1980. Bij hen viel de propaganda van Braber c.s. erin als Gods Woord in een ouderling:
“Wat kunnen deze eenvoudige stulpen, vaak met hoge vlierstruiken en geboomte er om, een aardig accent vormen in het Groninger landschap!”
En:
“…een plekje zonder lawaai van het verkeer, zonder glurende buren, links, rechts en boven. Een stukje waarlijke vrijheid tussen het koren en onder een wijde hemel met allerlei vogels. Waar het nog bestaat dat fazant of patrijs in je tuin broeden en de hazen stoeien op de landweg.”
Tijdens het lezen van Brabers artikel probeerde ik te doorgronden wie de illustraties maakte. De signatuur liet zich niet ontcijferen, maar het handschrift kwam me ergens bekend voor. Aan het eind van het stuk gekomen, bleek waarom: de tekeningen zijn gemaakt door Nico Visscher, decennialang de cartoonist van het Nieuwsblad van het Noorden, Binnenlands Bestuur en de Oosterpoorter.

Ik wist niet dat Nico ooit topografica had gemaakt en toen ik hem erover belde, bleek hij de tekeningen zelf ook niet meer te hebben: “Heel vaak kreeg ik ze niet terug.” Hij had er nog meer gemaakt, vertelde hij. Hopelijk bevinden ze zich nog in het archief van de Provinciale VVV – ik kan me haast niet voorstellen dat iemand zoiets weggooit.


Gelukkig zijn we tegenwoordig zuinig op de voormalige landarbeidershuisjes die er nog over zijn, in ieder geval in die zin dat we ze niet (zo snel) meer afbreken. Hopelijk duiken de originele tekeningen ooit nog eens op, maar gelukkig blijken ze vanuit het tijdschrift ook al aardig reproduceerbaar. Wat een ‘gat’ als ’t Stort betreft, met zijn slechts 8 huisjes, zegt men weleens wat moet je nu schrijven over zo’n klein buurtschapje. Nou toevallig is daar recentelijk wel een boek van 240 pagina’s over geschreven: http://www.het-westerkwartier.nl/nieuws/9852/de-geschiedenis-van-stort-bij-leens-van-1865-tot-2010/
@Gelkhinge en hoe dat in de dorpen viel, is bijvoorbeeld hier te horen vanaf 9:30, “ie kinnen ze naait meer ja!” 😉 http://www.meertens.knaw.nl/ndb/soundbites.php?p=C157p
Import!