Muizenplaag in het Oldambt
Geplaatst op: 16 februari 2015 Hoort bij: Geschiedenis 1 reactie“In 1823 werd door de veldmuis en slak alles aangetast en ontzettend beschadigd, waarop in het najaar de veldmuis van buitendijks, waarschijnlijk uit Oostfriesland, naar binnen rukte en zich zoo vermenigvuldigde, dat het aankomende zaad en winterkoren aanzienlijk werden benadeeld.
De buitengewoon zachte winter van 1823 en 1824 bragt weinig bij tot vernietiging van het ongedierte, en alzoo vermenigvuldigde hetzelve zich in het voorjaar zóódanig, dat eerst de graslanden en de jonge granen en vervolgens bij den oogst de haver, rogge, het koolzaad (schoon op den wortel door sterken groei onaangeroerd gebleven) afgemaaid zijnde, echter door de veldmuis als het ware werd uitgedorschen.
Ook de binnenlanden van het Oldambt werden spoedig geheel overstroomd door myriaden van veldmuizen; en ook hier werden niet alleen nieuw bezaaide akkers herhaalde reizen weder afgevreten, maar zij vervolgden den landman in de schuren en vernielden aldaar het nog overgebleven koren.”
Bron: A. Smith, Geschiedenis der provincie Groningen (Groningen 1849) pag. 422.

Behalve een muizenplaag waren er vroeger blijkbaar ook vogelplagen. Ik las ooit in een oude krant (via fiches in de Groninger Archieven zocht ik heel iets anders) een oproep om zich te melden als vogelvanger, ik dacht bij een gemeente. Nu kun je denken aan sijsjes, zangvogels dus, of vogels voor consumptie, ook wel potvogels genaamd, maar daar ging het niet om, het was : teneinde de bouwakkers vrij te houden van vogels en de schade door deze veelvraten te beperken, zoiets dus. In een stamboom kwam een man voor, die met een gebrek aan een been en een gebochelde rug door het leven moest en als beroep bij aangifte geboorte opgaf: vogelvanger of dagloner. Blijkbaar was vogelvanger een eerzaam beroep, in ieder geval was hij geen vlindervanger.De stamboom is helaas niet meer in mijn bezit en aantekeningen van niet ter zake doende berichten maakte ik toen nog niet. Reina