Pest en naberplichten in de stad Groningen

“Het ís een onmenschelijke en yselijke gewoonte die ín de Stadt Groeningen in zwang gaet, dat namelyk een gansche buurt, daerin dikwils twintigh, dertigh en meer huisgezinnen woonen, zich na het lijk, dat eerst van de Pest gestorven is, begeeft, alwaer geen ontschulding moet plaets grijpen, alwaerze, schoon dat zommige noch zoo schreumachtigh, of uit eenige eigenschap der natuure tot het verrichten dezer diensten onbequamer, en al zouden ze ook alleen maer ydele toezienders zijn, alle nochtans gedwongen worden te verschijnen, en dat met deze dreigementen, dat by aldien ze mee met de Pest bezocht worden, van alle gebuuren zullen verlaten worden indien ze zulx niet doen. Dit is een treffelijke Godtvruchtigheit aen de dooden bewezen, die de levendigen zonder alle liefde en barmhertigheit in ziekten en ter doot sleept.“

Alle buren moesten dus verplicht aanwezig zijn bij het afleggen en kisten van een overleden pestlijder. Kwam iemand niet opdagen, dan bleef zo iemand verstoken van naberhulp in de vorm van verpleeg- en begraafhulp als hij of zij zelf getroffen werd door de pest. De auteur, een medisch hoogleraar in Groningen, brak hier de staf over en was een warm voorstander van het zich kunnen laten vervangen door betaalde krachten bij ziekte en dood.

Bron: Antonius Duizing, Twee diepzinnige en heilzame onderzoekingen nopende de pest… (Amsterdam, bij Abr. Witteling, 1664; vertaling van een traktaat dat in 1658 eerst in het Latijn verscheen), pag. 49-50.


One Comment on “Pest en naberplichten in de stad Groningen”

  1. anoniem schreef:

    Tja, als je als buurt zeker wilt weten, dat alle doden ook afgelegd en begraven worden, zelfs in tijden van besmettelijke ziekten, dan stel je duidelijke voorschriften op. In een tijd waarin men zich dacht te beschermen met vogelkopachtige maskers met lappen in de snavel begoten met sterk geurende odeuren, was dit wellicht de beste manier om lijk be- en verzorging te garanderen. Van besmettingsgevaar en maatregelen daartegen, zoals wij die kennen (denk aan ebola) was toen niemand voldoende op de hoogte. De aanbevolen verplegers, daartoe speciaal aangewezen, zullen de meesten niet in hun huis en in hun buurt gehad willen hebben. De BBC toonde onlangs een programma, waarin deze “verplegers” in onze ogen (ein ook in die tijd) gajus van de richel waren: dieven, plunderaars, moordenaars, ter dood veroordeelden en als laatste, minst weerzinwekkende groep, beroeps-landlopers, die zich zelf vaak verminkt hadden om zo hun bedelopbrengst te verhogen.
    Wat dat betreft waren de baarhuisjes om aan een besmettelijke ziekte gestorven mensen in op te baren al een hele verbetering. Hoogkerk heeft er zo eentje, op de oude begraafplaats, waar we, als het voorjaar wat warmer weer brengt, verder zullen gaan met het leesbaar maken van de namen op de nog aanwezige zerken. Reina


Geef een reactie op anoniem Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.