Keuringsarts bezwendeld met krappe hupzelen

In 1832 moest je nog loten voor de militaire dienst. Hoe meer jongens uit je dorp afgekeurd waren, hoe groter de kans dat jij als gezonde Hollandsche jongen inlootte en in dienst moest. Balen!

Daarom werd fraude bij de keuring, die in de twintigste eeuw stof voor allerlei heldenverhalen gaf, in de negentiende eeuw bepaald niet op prijs gesteld door je leeftijdgenoten. Albert van Loo en Mannes Harkema, twee boerenknechts van Grootegast, hebben dat bijvoorbeeld mogen merken.

Bij hun opmeting ter keuring voor de militaire dienst bleken beide slechts 156,5 centimeter groot. Te klein om als kannonnenvoer te dienen. Onderdeurtjes. Vrijgesteld!

Acht andere Grootegaster jongemannen van hun lichting, jongens waarmee ze nog in de klas hadden gezeten, vonden dit oneerlijk. Ze meenden dat Albert en Mannes normaal wèl groot genoeg waren om goedgekeurd te worden.  Algemeen werd gezegd – en dat zou desnoods ook wel bewezen kunnen worden – dat beide jongens zich  probeerden te verkleinen

“door middel van het ontnemen der natuurlijke nachtrust, door veelvuldig gebruik van sterke drank, door het dragen van zware lasten, door zich stijf in de hulpseelen te vinden”.

Tot “algemeen verwondering” hadden ze hun doel ook nog bereikt. Daarom wendden hun gedupeerde medelotelingen zich tot de Gouverneur, de Commissaris des Konings in de provincie Groningen, met het verzoek om Albert en Mannes te laten hermeten,

“zonder zulke kunstgrepen vooraf te kunnen gebruiken”.

De Gouverneur bleek het gloeiend met ze eens. Hij schreef de Burgemeester van Grootegast dat die de beide jongens al de volgende dinsdag moest laten ophalen door de gemeenteveldwachter, die ze dan naar het provinciehuis in Groningen moest brengen. Burgemeester en veldwachter moesten hierbij discretie betrachten:

“Het zal noodig zijn dat deze personen niet te vroeg met het doel hunner reize naar herwaarts worden bekend gemaakt, opdat zij onvoorbereid voor Gedeputeerde Staten verschijnen, en geene middelen bezigen welke zouden kunnen strekken om het gemelde college te misleiden.”

Hoe de hermeting in bijzin van het provinciebestuur verliep, melden de stukken helaas niet, en evenmin is bekend, of Albert en Mannes ingeloot werden, en daadwerkelijk hun dienstplicht moesten vervullen. Maar dat ze er bij hun leeftijdgenoten uit lagen, lijkt haast wel zeker.

Bron: Henk Hartog, ‘Stijf in de hulpseelen’ en andere kunstgrepen, in: GroninGEN, afdelingsorgaan NGV afd. Groningen, april 2015 (XXII-2).


One Comment on “Keuringsarts bezwendeld met krappe hupzelen”

  1. Jan de Jong schreef:

    ‘Krappe hupzelen’, prachteg.


Geef een reactie op Jan de Jong Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.