Raam met gebrandschilderd glas, ooit geplaatst uit naam van weduwe smid uit Bedum
Geplaatst op: 19 maart 2017 Hoort bij: Kunsten, Stad toen 18 reacties
Waar dit raam met gebrandschilderde ruitjes zich tegenwoordig bevindt, is onbekend. Het zat ooit in de collectie van een tandarts De Maar te Den Haag, welke verzameling in 1996 (deels) onder de hamer kwam.
Een stel correspondenten en ik zouden graag wat meer willen weten over het raam. Allereerst is er een probleem met de transcriptie van de tekst. Deze is zo te lezen:
“Remcke Gerrits die Weduwe van Salighe Jan Nannincks In Sijn Leven Smit tot bedum Anno 1648”
Maar dan blijft er twijfel knagen over de achternaam van de smid. Het zou dus ook Hanninck of Hamminck kunnen zijn. Alle drie de namen komen voor in het Groningerland van de zeventiende eeuw, al moet je de c soms wegdenken (dat de uitgang -in[c]k ook wel ing werd, spreekt vanzelf).
Indien het Hamminck is, zou het kunnen gaan om de Jan [van] Hamminck, die volgens zijn inventaris uit 1648 een huis genaamd Het Wapen van Amsterdam in Groningen bewoonde. Dat huis moet een zekere standing gehad hebben, want er zat nog een “zaal” in, een hoog vertrek met een representatieve functie. In die zaal bevond zich een eiken ingelegde tafel, ook bepaald geen meubelstuk dat iedereen bezat.
Dan de oorspronkelijke lokatie van het raam. Dergelijke gebrandschilderde glazen kwamen zeker voor in particuliere huizen, maar ze werden ook nogal eens geschonken aan kerken of liefdadige instellingen. De vraag is dan in wat voor bouwwerk dit stuk kan hebben gezeten.
Allereerst zal de glazenmaker die het maakte vermoedelijk niet in Bedum hebben gewoond, maar in de stad Groningen. Wie deze maker was, zal wel voor altijd onbekend blijven, maar van dergelijke drieslag-bovenlichten heeft het Groninger Museum enkele latere voorbeelden in zijn collectie.
Qua plaatsing van het raam denk ik aan een gasthuis. Het lijkt op een bovenlicht van een deur. Heeft de smidsweduwe misschien een verbouwinkje in een gasthuis bekostigd, of een nieuw portaal?
Als dat gasthuis zich in de stad Groningen bevond, dan zou je dat moeten kunnen nagaan in de rekeningen van de gasthuizen, zowel aanwezig in de archieven van die instellingen zelf als dat van het stadsbestuur. Voor de onderzoeker is het dan vervelend dat er nogal wat van die gasthuizen zijn geweest, maar de zoekprocedure is te verkorten door eerst achterin de gasthuisrekeningen van 1647-1649 bij de bewonerslijsten te kijken. In die rekeningen kom je in elk geval dezelfde soort calligrafie tegen als op het raam.
—
Met dank aan Sneuper Dokkum.
Bijkomende bronnen:
- Johan de Haan, Hier ziet men uit Paleizen (diss. Nijmegen 2005) 142 en noot 482 op p. 526.
- RHC Groninger Archieven, rechterlijke archieven III (stad) oude orde J deel 2, folio 225.

Bij vestiging in een gasthuis, werd door de nieuwbakken bewoners ook wel een eigen raam geplaatst. In het recente boek over het Heiligen Geest Gasthuis staat een voorbeeld afgebeeld, van een stad-Groninger drukker.
Ja, Pieman. Raam uit collectie Groninger Museum. Plaatje is ook in het HJG gebruikt bij verhaal Sigrid van Woerkom.
Is dat putdekselbedruksel ooit echt uitgevoerd?
In metaal? Nee.
Nou… Als je in AlleGroningers kijkt, komt Hannin* hier nauwelijks voor. Alleen een doodenkele keer als ‘import’.
Hammin* zou kunnen, maar als je haaltjes gaat tellen kom je er twee tekort. Resteert dus, juist, Nannin*.
Dat was ook mijn eerste keus. Correspondent zag het anders. Jou meer bekend van de familie Nanninck?
Er lijkt mij sprake van een patroniem, dus een Nannincks-zoon en geen lid van een familie Nannincks. En nee, ik kan ze niet vinden/niet plaatsen.
Zou er eigenlijk niet eens een boekje moeten komen met alle namen van de gasthuisbewoners in Groningen? 😉
Dat boekje is er toch? “Conventualen in Groningen” o.i.d. door H.J.H.E. Hartog. Inmiddels verouderd, hij heeft een zeer verbeterde versie in portefeuille, maar die moet nog eens worden uitgegeven.
Ha, dank voor de tip!
Harry, ik klik jouw link Sneuper Dokkum aan, maar krijg soep. Wie schuilt daarachter?
Die soep was een stuk tekst dat ik eerder kopieerde, maar in mijn systeem bleef hangen bij een volgende kopieeractie. Het adres van de link is nu goed.
Rond 1600 woonde er in Bedum een meester smid genaamd Johan Berents Nannincks, de had een dochter Rijske, die is getrouwd op 17-02-1642 te Bedum met Evert Fricks zoon van de glazemaker Fricke Harmens uit Uithuizen. Wellicht een aanknopingspunt??
Dat lijkt me van wel. Heeft u de bron van dit gegeven?
Bronnen wat betreft gegevens
Bedum dtbl transcriptie op http://www.den-braber.nl/genealogie/bronnen/gm/bed01.html
17-02-1642
Evert Frijcks soon van Fricks Harmens tot vijfhusen en de Rijske Jansen de dochter van meister Johan Smit tot Beem
29-11-1677
Frick Everts, zw E.Frix glasemaker tot B. en Anna Meertsens, dw M.Jochums won tot Vierhuisen
De schoonzoon van de weduwe was dus de glasemaker!
Met vriendelijke groeten
Joep Mittelmeijer
Nog even dieper op de materie ingaande: er staat geen “vijfhusen” maar Uijthusen.
En ik had geen enkele moeite om deze bronvermelding — AlleGroningers — ook zelf te vinden, maar ik ben bijzonder benieuwd naar de herkomst van je vermelding van de meester smid Johan Berents Nannincks!
Wat late reactie maar….
vermeldingen in
Huwelijk dochter Martien Jansens 03-01-1636 archiefnr 124 inv.27 blad 4
Huwelijk zoon Gerriet Jansens 1639 archiefnr 124 inv.27 blad 6
Huwelijk dochter Rijske Jansens 17-02-1642 archiefnr 124 inv.27 blad 8
Huwelijk dochter Bijwe Jansens 30-04-1642 archiefnr 124 inv.27 blad 8v
Graag verneem ik van u de voortgang naar de zoektocht.
Met vriendelijke groeten
Joep Mittelmeijer
Inmiddels kennen we met redelijke mate van zekerheid zes kinderen van Johan Nannincks smid te Bedum: Nanninck, Martien, Gerriet, Rijske, Siewert en Peter. Ze zullen zijn geboren vanaf ca. 1615 (of misschien iets vroeger) tot 1629, gezien de doop- en huwelijksdata.
In 1635 werd er nog een naamloos kind geboren van mester Johan Smit op de Bult. Dezelfde vader?
In 1642 trouwde Bijwe Jansens, dochter van meijster Johan Berens smit bij de Woldijk.
Ik geef in overweging dat dit een andere vader betrof, want bij Johan Nannincks vind ik nóóit het patroniem Berents. En waarom opeens de locatie Bult, c.q. Wolddijk?