Grofsmid was de Mozes van Oostwold (2)

Nortonpomp Oostwold

Het hok met de Nortonpomp in Oostwold. Foto met dank aan Daniel Oudman.

Natuurlijk moet je een mooi verhaal niet kapotchecken, maar ergens kwam het gedicht dat mijn zegsman declameerde me bekend voor. Ik kon het dus niet laten en ging op zoek.

En zo bleek, dat het poeem over Frans Kant en de Nortonpomp van Oostwold ook staat in een ‘Noorder Rondblik’ uit 1980 en in een verzameling dorpsgeschiedenissen door Abel Blokzijl uit 2006 (p.14-16). Beide bronnen geven het pomp-opschrift met minieme variaties. De versie uit de Noorder Rondblik luidt:

“Gelijk eens Mozes met zijn staf
Zijn volk uit rotsen water gaf,
Zoo bracht Frans Kant ter goeder stond,
Hier kost’lijk water uit den grond.
Wat vroeger boren niet vermocht
Heeft nu Frans Kant voor ons gewrocht.”

Verder verschilt de bijkomende informatie enigszins, bijvoorbeeld voor wat betreft de locatie van de pomp. In de Noorder Rondblik, een regionale cultuurrubriek van het Nieuwsblad van het Noorden, komt de oud-Oostwolder Edzo de Groot aan het woord, die zich afvraagt waarom de Nortonpomp “aan de Huningaweg, naast het perceel van mevrouw De Groot—Baas (vroeger rijksveldwachter Welbergen)” moest verdwijnen:

“Aan die pomp, destijds een overvloedige bron in hete droge zomermaanden, ingebouwd in een houten huisje, hing een ijzeren nap, stevig vastgeklonken met een ketting; voor de voorbijganger een pauzeteken om even de dorst te lessen.”

Volgens Blokzijl stond de pomp tegenover de pastorie, vlakbij de ingang van het kerkhof. Hij meent dat ze werd geslagen door de gemeente Midwolda, waarbij zelfs op 70 meter diepte nog geen wel van geschikt grondwater was gevonden. Daarom beschouwde men het project als mislukt en kwam er een dop op de buis. Totdat de lokale grofsmid Frans Kant de grond huurde en die dop er weer vanaf draaide. Het water spoot er uit en dat werd het gesprek van de dag in Oostwold. Waarop de gemeente het water liet onderzoeken – het bleek van puike kwaliteit en zeer geschikt voor consumptie. Vanaf die dag had Oostwold dus in tijden van droogte goed drinkwater. Wat Blokzijl, anders dan mijn zegsman, echter niet vermeldt is dat de gemeente het houten bord liet overschilderen.

Voor ik nog verder in de historie duik, eerst maar even de summiere biografie van de hoofdfiguur. Dat deze Frans Kant werkelijk grofsmid te Oostwold is geweest, bewijzen de burgerlijke standsakten met zijn naam. Hij werd in 1862 geboren in Oostwold als zoon van de smid Lammert Kant, trouwde, zelf smid geworden, op zijn 33ste, kreeg met zijn vrouw een hele serie kinderen, waarvan er enkele jong stierven, en kwam zelf uit de tijd in 1931. De historie moet zich dus voor dat sterfjaar hebben afgespeeld. Misschien in de jaren twintig?

Nee, ze is nog ouder, zo blijkt uit de krantendatabank Delpher. Op 27 april 1907 berichtte het Nieuwsblad van het Noorden:

“OOSTWOLD (O) 25 April. Voor eenige jaren sloeg hier iemand uit Leeuwarden een Nortonpomp circa 570 voet in den grond, maar daar het water onbruikbaar was, staakte men het werk maar liet de buis zitten. Een onzer smeden kwam dezer dagen op ’t idee het ding eens weer te probeeren en men pompte, pompte 2½ dag en heeft nog volop water. De heer Van Dam, apotheker te O. Pekela, die het drinkwater onderzocht, verklaarde het voor uitstekend drinkwater. Gelukkig Oostwold !”

De grondwaterwel waar de pomp op aansloeg zat dus op bijna 168 meter, nog veel dieper dan de 70 meter die Abel Blokzijl noemt. De rest van het verhaal komt overeen met de overleveringen. Uit een bericht van eind september 1907, bijna vijf maanden later, blijkt wie het bord met het gedicht op de pomp bevestigde:

“OOSTWOLD 23 Sept. Dankzij ’t werken van onzen smid Kant hebben wij hier een Nortonpomp gekregen, die ons dezen zomer voor watergebrek heeft behoed. De kerkeraad heeft gemeend niet beter het véle goede, door K. gedaan, te kunnen beloonen, dan door ’t aanbrengen van ’n gedenkplaat aan de pomp waarop een passend gedichtje.”

Het was derhalve niet een anonieme spotvogel, zoals mijn zegsman wilde, maar het hervormd consistorie, dat hiermee zijn dankbaarheid wilde betonen. Zodat het overschilderen op last van het gemeentebestuur ook minder waarschijnlijk is, temeer daar de Nortonpomp op notabel hervormd initiatief geslagen blijkt te zijn. In oktober 1908 bezocht namelijk een Zweedse hoogleraar, Hjalmar Nilsson, de Oostwolderpolder en omgeving, waarbij zijn rondleiders hem ook de Nortonpomp toonden:

“Dat onze kerkvoogden voor eenige jaren in een werkelijk bestaande behoefte wilden voorzien, bewees deze dag het bezoek aan onze bekende Nortonpomp, die bijna 600 voet diep is. Reusachtig is de hoeveelheid water, die zij in dezen drogen tijd elken dag maar weer met volle stroomen opgeeft. Deze datum is vanwege het kerkbestuur het aantal emmersvol, dat uit de pomp werd gehaald, geteld door onzen doodgraver, die den geheelen dag als ’n politieagent op den weg flaneerde. De man kreeg het respectabel aantal van ruim 500 om ± 6 uur des avonds.

Bij deze gelegenheid kreeg de dorpssmid nog eens een pluim:

“Een eeresaluut zij bij dezen nog aan Frans Kant gebracht, die ons die weldaad heeft bewezen, want zonder hem, zouden we ook hier, evenals andere jaren te strijden hebben tegen watergebrek. En nu – volop van het heerlijkste bronwater.”

Dat de Nortonpomp er op initiatief van de hervormde kerkvoogdij van Oostwold kwam, wordt ook aangetoond door wat raadsverslagen uit 1938 en 1939, die melden dat die kerkvoogdij de burgerlijke gemeente Midwolda verzocht om een jaarlijkse subsidie voor het onderhoud. Op voorstel van B&W stelde de raad toen zonder hoofdelijke stemming een bedrag van 25 gulden per jaar vast.

Helaas lijkt het archief van de hervormde gemeente Oostwold poter, zodat niet is na te gaan hoeveel de kerkvoogdij betaalde voor aanleg en onderhoud van de pomp. Een Nortonpomp in Zuidhorn, in 1911 te slaan tot een diepte van 60, 65 meter, moest die gemeente echter 1600 gulden kosten bij gebleken succes, en ruim 300 gulden aan materiaal en arbeidsloon als de zaak mislukte. Gezien het feit dat de pomp in Oostwold bijna drie maal zo diep kwam, terwijl de arbeidslonen flink zullen toenemen bij een grotere diepgang, moet de pomp in Oostwold minstens drie maal zoveel hebben gekost, dus 900 gulden bij de aanvankelijke mislukking. Of de Leeuwarder firma die het werk uitvoerde na het later gebleken succes nog wat extra beurde, blijft een open vraag.

De pomp in Zuidhorn moest volgens de raming vooraf zo’n 25.000 liter zuiver drinkwater per uur kunnen leveren. De hierboven gemelde 500 volle emmers op een oktoberdag in 1908 te Oostwold vallen daarbij in het niet. Ook de vergelijking met een Nortonpomp op het oosteind van Midwolda, geslagen in 1913, valt negatief uit voor Oostwold. De Midwoldiger pomp, reikend tot slechts 42 meter diepte, had een capaciteit van 12.000 liter per uur. Ook daar werd overigens de waterkwaliteit gecontroleerd door apotheker Van Dam uit Oude Pekela, die haar uitstekend bevond. Bij de pomp van oost-Midwolda kwam er nog een “ontijzeringstoestel”, “zoodat het water ook voor de wasch gebruikt zal kunnen worden”.

De Midwoldiger pomp was gemeentelijk, anders dan die van Oostwold. Ook elders in de gemeente Midwolda kwamen pompen tot stand op particulier initiatief. Zo willigde de gemeenteraad in 1929 een verzoek van H. Hagenus en anderen in, om een Nortonpomp aan de Klinkerweg in Oostwold te plaatsen. Deze verrees op een perceeltje van de gemeente op de hoek van de Klinkerweg en de weg naar Kromme Elleboog en bediende daarmee waarschijnlijk ook de Kanariebuurt, een corporatief nieuwbouwbuurtje bij de Dwarsstraat en MIddenweg onder Finsterwolde. Een soortgelijk verzoek van de bewoners van Niesoord werd in 1938 echter afgewezen.

Zoals gezegd was de pomp in Oostwold in 1980 verdwenen. Via de ‘Noorder Rondblik’ vroeg Edzo de Groot destijds om een foto van het opschrift. In 1990 kreeg de vereniging Dorpsbelangen Oostwold 500 gulden van de Heidemij voor een reconstructie. Volgens Abel Blokzijl kwam deze er in 1997, waarbij het houten bord is vervangen door een bord van metaal.

NB: De opmerking over de Kanariebuurt is toegevoegd op 14.1.2024.


7 reacties on “Grofsmid was de Mozes van Oostwold (2)”

  1. Attie schreef:

    Leuk te lezen dat een ver familielid ook een verzoek indiende voor een Nortonpomp.

  2. H.Torenbeek schreef:

    Soms moet ik het wel eens twee keer bekijken voor ik er achter ben b.v. ‘kapotchecken’…. 🙂

  3. W.ten Boske-Kant schreef:

    Ik als kleindochter van Frans Kant zal de verhalen van mijn vader Johan Tons Barthold Heinrich Kant nooit vergeten,ik heb de pomp dan ook bezocht…leuke herrinnering. W.ten Boske Kant wonende te Zeist.

  4. Richard Kant schreef:

    Leuk om dit artikel tegen te komen. De Frans Kant waarover in dit artikel geschreven wordt is mijn overgrootvader. Ik ben met zijn zoon, ook Frans Kant, al eens bij de gedenk pomp geweest.

  5. Jeannette kant schreef:

    Ik heb de pomp nog niet bezocht maar staat wel op mijn lijstje.
    Ik ben namelijk een achterkleindochter van Frans kant zijn zoon Johan Tons Bartholt Heinrich Kant is mijn opa. En Albertus kant mijn vader.
    Heel leuk om dit te lezen ga zeker gauw de pomp bezichtigen.
    Jeannette kant.

    • Jeannette kant schreef:

      Sorry hier ging wat fout mijn naam is jeannette kant en mijn vader is Albertus kant.
      Weet niet hoe ik dat kan veranderen dus dan maar zo.

  6. Harm Piet van Dijk schreef:

    In het Meerland stond in de jaren 50 ook een pomp achter de woning van de fam. Imminga [ deze man had in het voorjaar viooltjes te koop} misschien weet iemand hier meer van.
    Harm Piet van Dijk


Geef een reactie op H.Torenbeek Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.