‘Eene onvoorzigtigheid, geheel strijdig met het veylig gebruik der publieke wegen’

Op 25 mei 1809 ontving de drost van het Westerkwartier bericht,

dat op den 23 dezer digtbij Noordhorn de vrouw van Freerk Hendriks onder Grijpskerk zoude zijn overgereden door het rijtuig van enen Luurt Popkes onder Niehove woonagtig, en sodanig gekwetst, dat zij korte uren daarna was overleden…

Onmiddellijk gaf de drost de fiscaal (aanklager) van de jurisdictie opdracht de zaak zo snel mogelijk te onderzoeken. Aan de dodelijke afloop van het ongeluk hoefde men alvast niet te twijfelen, want op 29 mei werd te Grijpskerk Tietje Sijtses (56), de vrouw van Frederik Hendriks begraven. Het echtpaar woonde op de Westerhorn bij Grijpskerk en was in goeden doen. Dat gold eveneens voor de boer Luurt Popkes, die wat later de familienaam Gaaikema aannam. Misschien dat die welstand ook teweegbracht, dat de fiscaal niet zo’n haast maakte met zijn onderzoek. Met armere sloebers werden heel wat kortere metten gemaakt, maar een boer liep niet weg.

Pas drie maanden later, op 16 augustus 1809, bleek dat de fiscaal zijn “praeparatoire informatiën” had ingeleverd bij de drost. Ook gaf hij de drost nog een mondelinge toelichting op deze getuigenverhoren “nopens het praesumptiv overrijden der vrouw van Freerk Hendriks door het rijtuig van Luurt Popkes”. De drost besloot daarop dat de getuigen hun verklaringen zo snel mogelijk onder ede moesten bevestigen.

Dat noch de voorlopige, noch de beëdigde verklaringen bewaard zijn gebleven, komt doordat de strafrechtelijke procedure, nu deze serieuze vormen begon aan te nemen, geen geheim bleef voor Luurt Popkes Gaaikema. Ik denk dat hij ook zelf is verhoord. In een rekest vroeg de boer “in submissie” te worden aangenomen. Inwilliging van een dergelijk verzoek zou betekenen, dat de zaak niet crimineel werd vervolgd (waarbij verbanning, een lijf- of celstraf dreigde), maar boetstraffelijk, zeg maar door middel van een schikking. Daarvoor was echter wel nodig dat de verdachte zijn schuld zou toegeven, dus een bekentenis aflegde en spijt betuigde. Het bleek dat Gaaikema daar enige moeite mee had.

Op 15 oktober verklaarde hij dat hij zich geheel onschuldig achtte aan de “verregaande moedwil of onvoorsigtigheid” die hem ten laste werd gelegd doordat zijn rijtuig op de weg tussen Zuid- en Noordhorn de sjees van Freerk Hindriks en diens vrouw Tietje Sytses omverwierp, waardoor de vrouw aan haar eind kwam. Wat betreft een dergelijke “wandaad” was zijn geweten geheel schoon, zei Gaaikema. Het griefde hem dat men het deed voorkomen alsof hij iemand van het leven beroofd had. Ook trof het hem zeer,

na reeds een gevorderde ouderdom te hebben bereikt, en tot hiertoe zo veel mogelijk de regels van prudentie aan zijne jaaren passende, te hebben geobserveert, eensklaps van de verregaandste petulantie te worden betigt

Hij was al 34 en dus echt niet meer zo onstuimig. Hij zou zijn “onbesproken levenswijze” gemakkelijk kunnen bewijzen, maar achtte dat onnodig omdat de verzamelde getuigenverklaringen niets konden behelzen “waaruit enig ongunstig denkbeeld opzigtelijk zijn gehouden gedrag kan worden gevormd”. Echter, hij had gehoord dat de verhoorde getuigen familie van het slachtoffer waren en zulke mensen konden zich door hun emoties laten meeslepen. Vandaar dat hij zijn eigen versie van het gebeurde gaf:

Dat hij benevens zijn huisvrouw op den 23 van bloeimaand l.l. ter gelegenheid van de kermis met de wagen na Groningen zijnde gereisd, tegens de avond retournerende, en zig op de Heereweg tusschen Noord- en Zuidhorn in een stroom van rijtuigen gewikkeld bevindende, door het hevig geraas en getier van eenige derzelve des rem[on]s[tran]ts peerden zig zodanig hebben geschrickt, dat dezelve geheel uit zijn magt zijn geraakt, wanneer (nadat de teugels vervolgens in stukken waren gerukt), hij niet in staat is geweest te kunnen beletten dat zijn hollende wagen een der raden van de chais waarop Freerk Hindrisk en vrouw waren, bij het passeren van dezelve zodanig te raaken, dat de chais is omgeslagen, en bij welke gelegenheid de vrouw van dezelve Freerk Hindriks zig zo ongelukkig heeft bezeert.

Ongelukkig bezeerd…, wat een bagatel – alsof het niet veel erger was geweest. Gaaikema had de paarden voor zijn (zwaardere) wagen dus niet in toom kunnen houden. Weliswaar erkende hij “alzoo eenigerwijze kan geoordeeld worden de oorzaak van dit ongeluk geweest te zijn”, toch deed hij een beroep op “zodanige verschonende omstandigheden”, dat het ongeluk voor hem geen “zeer onaangename gevolgen” mocht hebben. Daarom hield hij zich niet langer stil. Ook was de voortdurende herinnering aan het ongeluk hem “even smartelijk als onverdraaglijk”. Hij had niets liever dan

door eene spoedige afdoening mogelijk in staat te zijn dit ongeval gedurende zijn leven nog eenmaal te kunnen vergeeten.

Vandaar zijn verzoek “in submissie” te worden toegelaten, en de gerechtelijke vervolging in deze zaak op te schorten. Dat nu, deed de drost zomaar niet. Die wenste eerst het advies van de fiscaal in te winnen.

Op 17 januari 1810 was dat advies binnen. De fiscaal vond dat Gaaikema zijn verzoek zo had ingekleed, “dat daarin geen schuldbekentenis wierdt gevonden”. Om die reden zou de drost het verzoek moeten afwijzen, daar “er gene submissie kon plaats hebben van iemand die zich geheel onschuldig houdt”. De drost besloot dit advies op te volgen en Gaaikema om een nadere uitleg te vragen – zonder zo’n toelichting wilde hij diens verzoek niet inwilligen. Aldus voor het blok gezet, haalde Gaaikema bakzeil. Hij erkende nu,

door onvoorzigtigheid de eerste aanleiding tot dit ongeval te hebben gegeven, en dus in soverre sou kunnen worden beschouwt op eene meer of min schuldige wijze in dit geval te zijn begrepen…

De fiscaal zag hier “een zekere schuldbekentenis” in, waardoor zijn bezwaar tegen een boetstraffelijke afhandeling van de zaak verviel. Op 15 februari 1810 kwam de drost tot zijn uitspraak. Hoewel hij Gaaikema onschuldig achtte aan het opzettelijk overrijden van het slachtoffer, was er bij de ongelukkige inhaalmanoeuvre toch wel sprake geweest van

eene onvoorzigtigheid, geheel strijdig met het veylig en ongestoort gebruik der publieke wegen, waarvan de schadelijke gevolgen alleen moeten komen ter verantwoordinge van diegene , welke het waagt een ander van agteren voorbij te rijden, ter oorzake, dat dezelve vooruit kan zien en weten of de passage breed genoeg is om onverhindert en sonder letzel het rijtuig, dat voor hem op weg is, voorbij te kunnen rijden…

Daarom veroordeelde de drost Luurt Popkes Gaaikema tot een boete van 80 daalder. Bovendien moest Gaaikema de “dood- en uittigstkosten” van Tietje Sijtses aan haar man vergoeden, evenals de schade aan hun sjees. Van de betalingen moest Gaaikema kwitanties aan de drost tonen. Hij kreeg verder nog de rechtskosten voor zijn kiezen.

Getuige de post van 120 gulden in het breukenregister van de jurisdictie Westerkwartier heeft Gaaikema de boete vrij vlot voldaan. Laat de kosten van de begrafenis en de bijbehorende maaltijd een 40 gulden geweest zijn, het rekest en de civiele uitspraak vergden samen een even hoog bedrag. Bovendien kwamen daar nog kosten van de afgebroken strafrechtelijke procedure overheen en niet te vergeten die voor de sjeesreparatie. Al met al schat ik dat Gaaikema er minstens 250 gulden bij inschoot. Voor dat bedrag had hij als boer een jaar lang twee arbeiders in dienst kunnen hebben.

Bronnen:
RHC Groninger Archieven, Toegang 735 (archieven gerechten Westerkwartier) inv.nr. 611: criminalia: 25 bloeimaand en 16 oogstmaand 1809, 17 en 31 louwmaand 1810; idem inv.nr. 727: rekestboek d.d. 15 wijnmaand 1809; idem inv.nr. 416: uitspraak van 15 sprokkelmaand 1810; idem inv.nr. 767 breukenregister, 1810.


3 reacties on “‘Eene onvoorzigtigheid, geheel strijdig met het veylig gebruik der publieke wegen’”

  1. Mathilde schreef:

    prachtig verhaal weer. Dank!

  2. Simon schreef:

    Luurt Popkes was naar de kermis geweest. Hij zou dus gedronken kunnen hebben, en zodoende niet helemaal meer in staat geweest zijn om op een verstandige manier de teugels te hanteren. Waren daar trouwens regels voor – het mennen van een paard onder invloed? En deed men een poging om drankgebruik vast te stellen?


Geef een reactie op groninganus Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.