Romeinse restanten in Gieten

Op het bericht dat er in Gieten sporen uit de Romeinse era waren gevonden, dacht ik vanochtend eerst dat ik er wel heen zou fietsen, maar dat is toch al gauw zo’n 30 kilometen en dat vond ik weer wat ver om te doen.. Een tweetje bood echter soelaas: Harm van de Dong wilde het ook wel bekijken, en zo had ik een lift. Bedankt Harm!

De opgraving was aan de Asserstraat in Gieten. Achter een nauwelijks monumentaal te noemen boerderij lag een binnenterreintje, met daarachter een veel ruimer perceel, gezamenlijk bestemd voor een Gieten verdichtend woningbouwplan. Het archeologisch onderzoeksbureau De Steenproef uit Zuidhorn had hier eerder al explorerend onderzoek gedaan; het achterliggende grote veld leverde weinig tot niets nieuws op, het kleinere binnenterrein bleek echter vergeven van aardewerkscherven uit het begin van onze jaartelling. Of er toen al Romeinen in Drenthe verdwaald waren, weet ik niet, en de lokale helden Ellert en Brammert zouden er wellicht precies hetzelfde mee hebben gedaan wat elders Asterix en Obelix deden. Het aardewerk was dus ook niet rechtstreeks romeins – de terra sigillata en de terra nigra ontbraken hier – maar het aardewerk was afkomstig van een lokaal levende, draaischijfloze stam, collega’s van toenmalige Bataven , Kaninefaten, Chauken en Friezen.

Het aardewerk zag er sober en allesbehlalve spectaculair uit. Het droeg geen versieringen, zelfs geen streepjes, zoals het angelsaksiche spul van een paar eeuwen later, waar op de een of andere manier nog wel van te genieten valt.

Documentatie van de opgraving in de werkput:

Het opgravingvlak op her binnenterrein dichtbij de boerderij:

In het gele zand van de ondergrond tekenden zich donkere ronde vlekken af. Ooit laagtes waaarin zich hemelwater ophoopte en/of mensen rotzooi en mest stortten. Volgens de archeoloog die een en ander toelichtte, Roeline Rap van De Steekproef, ging het om ‘putten’, vooral uit een later periode. Aan de rand was zo’n put ondiep, maar als je naar het midden liep, kon je wel drie meter wegzinken.

Tekening van een niveautje dieper. NB: dierlijk materiaal was niet aangertroffen, eveneens ontbraken spullen van metaal.

Het inmiddels veiliggestelde aardewerk lag in het achterhuis van de boerderij, die merkwaardig genoeg geen naam droeg.

Pas het allemaal maar eens aan elkaar:

Scherven brengen geluk als ze goed bij elkaar passen:

Grondvlak van een kookpot die lang in het vuur heeft gehangen:

Deels geglazuurd stukje aardewerk uit een veel latere, vroeg-moderne periode (16e-17e eeuw). Dit werd op voorhand niet zo verwacht, maar het lag er dus wel, en dat in tot tevredenheid stemmende hoeveelheden.


14 reacties on “Romeinse restanten in Gieten”

  1. ironf334f3f5edb schreef:

    Moi Harry,

    Ex Hoogkerker Harm van der Dong? Zijn pa en zijn zwager hadden vroeger een zaak in huishoudelijke artikelen in de Kerkstraat.

  2. Harmiena Torenbeek schreef:

    Fascinerend als je weet wat er tevoorschijn komt met zo’n opgraving, of waar dan ook. Voor de leekpersoon een handvol gebroken bloempotten of iets dergelijks. Ik herinner me een jaar of 10 geleden dat de zoon van een vriend een stuk steen vond dat er ietwat bijzonder uitzag, en bij nader onderzoek een handbijl bleek te zijn uit de een of andere ‘steen’ tijdperk.. Grote aanwinst voor een museum. Blij voor je interessante uitje, Harry.

  3. Willem schreef:

    Geboren en getogen in een boerderij die onder de dictatuur viel van monumentenzorg had ik nooit veel op met oudheidkundige zaken. Dat kantelde een beetje toen ik in de jaren ’90 betrokken was bij de aanleg van een hoogspanningsleiding tussen Zwolle en Eemshaven. In het deel tussen zuidoost-Drenthe en ruwweg Meeden werd geregeld archeologisch onderzoek gedaan op de montageplatforms die bij elke mast gemaakt werden. Heb toen de gelegenheid gehad om dat allemaal eens uitgebreid te kunnen bekijken en was onder de indruk van de ‘bezetenheid’ van de veldwerkers. Kreeg uitgebreide uitleg van mogelijke sporen en leerde langzaamaan ook hoe de tekenen te herkennen in het (gele) zand. Erg boeiend allemaal, maar het heeft niet echt gezorgd voor een omslag in denken over oude gebouwen. Het trauma uit mijn kindertijd met monumentenzorg leeft ook nu in mijn eenentachtigste levensjaar nog steeds in mij.

    • Harmiena Torenbeek schreef:

      De loop van Uw oudheidkundige leerweg is interessant, maar ook de begin-en einde zinnen van Uw reactie vind ik bepaald intrigerend en dat zet mij aan het denken. Is dit een bekend fenomeen waarover misschien kan worden uitgeweid, mogelijk in boekvorm ?

      • Willem schreef:

        In die periode is vooral mijn kennis van het fenomeen archeologie bijgespijkerd, maar dat houdt niet in dat ik het meteen het mooiste vak ter wereld vond. In mijn schooltijd was ‘Geschiedenis der bouwkunst’ een examenvak en je kreeg een vrijstelling voor mondeling als je op het schriftelijke deel minimaal een acht haalde, wat me gelukt is. Maar liefde voor oude gebouwen heb ik nooit gehad en heb het nog steeds niet. Mijn interesse lag en ligt gewoon bij andere onderdelen.

        Even ter info; voor mijn kinderen heb ik de tijd dat ik in Bruntinge (mijn geboorteplaats) woonde uitgebreid beschreven, maar het monumentengedeelte zeer summier gehouden. En wat monumentenzorg aangaat; ongetwijfeld (hoop ik eigenlijk) zal de houding van die club wel veranderd zijn. In de jaren ’40 en ’50 bepaalden zij hoe je mocht wonen, wat je kon veranderen, etc. Gewoon een verstikkende bemoeizucht en de spanning die dat veroorzaakte bij mijn ouders heb ik ongetwijfeld gevoeld. Heb het er later met mijn vader wel over gehad en hij vertelde me dat monumentenzorg (MZ) vlak na WO II bereid was 17 000 gulden te steken in restauratie van het huis, maar dan moest hijzelf ook nog enige duizenden guldens (meer dan een gemiddeld jaarinkomen in die tijd) meebetalen, maar hij had geen enkele zeggenschap over de invulling van de verbouwing. Dat bleef bij MZ. Voor dat bedrag kon je destijds een compleet nieuwe, moderne boerderij bouwen, wat hij in verband met een efficiënte bedrijfsvoering veel liever had.

        • Harmiena Torenbeek schreef:

          Dank voor de uitleg, Willem. Ik had geen idee. Weet wel toevallig van Bruntinge, waar ik eens met een famlilielid uit Gasselte, door ben gekomen en misschien zelfs wel de boerderij heb bekeken.

          • Willem schreef:

            De kans dat je mijn geboortehuis gezien hebt in Bruntinge acht ik vrij klein omdat die al sinds 1968 verplaatst is naar Orvelte. Heb het daar wel eens bezocht, maar herkende het alleen de buitenkant.

  4. Willem schreef:

    @Harmiena, mijn geboortehuis is ergens begin 1600 gebouwd Door wie? Er zijn aanwijzingen dat de bisschop van Utrecht het heeft laten bouwen en bij de verkoop was ook het bisdom Utrecht een van de belangstellenden. In ieder geval vanaf tweede helft 18e eeuw is het door mijn voorgeslacht (Brunt/Bruntet/Brunting), bewoond geweest, maar door het uitsterven van de mannelijke lijn is die naam ergen midden 19e eeuw verdwenen uit de stamboom heeft mijn broer uitgedokterd. In 1956 heeft mijn vader een andere boerderij gekocht en heeft de Provincie Drenthe de oude boerderij gekocht. Tot na midden jaren ’60 is het huis onbewoond gebleven waardoor het erg gehavend en verwaarloosd was na ca 10 jaar geen bewoning. Uiteindelijk is het verplaatst naar het ‘museumdorp’ Orvelte; een operatie die in 1968 afgerond is.

    Een nieuwe weg of andere bouwactiviteiten waren er echt niet aan de orde en, in tegenstelling tot wat gesuggereerd wordt, ook heden ten dage nog niet. Maar het zal je nu wel duidelijk zijn waarom mijn geboortehuis niet meer in mijn geboorteplaats staat.

    • Harmiena Torenbeek schreef:

      Dank voor die uitleg, Willem. Daar zit een lading geschiedenis achter. En ik dacht dat die van mij oud was op 125 jaar, en er ook nog altijd staat. Als ik dat nu en dan zie op ‘Streetview’ geeft het me nog steeds kippevel…. en de ‘geurige’ herinnering van schoenmakers-lijm in de neus 🙂


Geef een reactie op Willem Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.