Marja over Groningen
Geplaatst op: 2 september 2008 Hoort bij: Kunsten Een reactie plaatsenStad, langs uw blinkend water liep ik voort,
ik zag uw markten in het morgenlicht,
ik heb van u gedronken en gedicht
en ’t stromen in uw aderen gehoord.De toren met het trillend vergezicht,
een schrale trambel, die de morgen stoort, –
ik daal en wandel langs het water voort
het ruime land in, dat rondom u ligt.Er zijn die u bewonen nors en klein,
geroest, gekerkerd in de stugge schijn:
“Wat vreemd en anders is dan wij, deugt niet”.Ik, die u heb geproefd op straat en plein,
moet duizelen en soms zelfs dronken zijn
van al uw zon en wind en wijd verschiet.
Bron: het weblog over Marja, dat zijn zonen Koos en Dolf Mooij bijhouden. De Groninger uitgeverij De Kleine Uil is momenteel bezig met een bloemlezing van Marja’s poëzie en een heruitgave van Marja’s enige roman.
“Het gedicht Groningen”, aldus Coen Peppelenbos namens deze uitgeverij, “is voor het eerst gepubliceerd in Eenvoudig schilderij, een bundel uit 1939. Maar waarschijnlijk daarvoor al in een tijdschrift”.
Na 1939 stond het gedicht regelmatig in bloemlezingen.

Een trambel? In Groningen? Maar die rijdt toch nog helemaal niet… 😉
In tweede instantie besef ik dat het de OUDE tram is… (oeps)
Hallo Harry,
Afgelopen avond schonk ik je het gedicht Groningen van Us Heit, A. Th. Mooij.
Wat je niet kon weten: het weblog over Marja, http://www.marja-dichter.nl/ is een initiatief van mijn broer, Koos mooij. Ik, Dolf Mooij ben daar pas later in gaan participeren. Wil je Koos als eerste zetten in de zin ‘… dat zijn zoon Dolf bijhoudt’?
Dat wordt dan: ‘die zijn zonen Koos Mooij en Dolf Mooij bijhouden.’ B.v.d. en beste groeten.
Met in mijn geheugen nog de verse herinneringen aan Groningen en Noorderzon komt dit op mij over als een blik in een ver verleden. Vooral die stilte die eruit klinkt.
Ik vind het een prachtig gedicht. Ben zelf ook nors en klein enzo. Misschien was ik het wel die ze geproefd heeft op straat en plein.
Mooi gedicht.
Dank je wel, harry, voor de aanpassing.
En ook dank voor de correctie.
‘die zijn zonen Koos Mooij en Dolf Mooij bijhouden.’ moet natuurlijk i.d.d. zijn: ‘DAT zijn zonen Koos Mooij en Dolf Mooij bijhouden.’ De site blijft natuurlijk enkelvoud, ook al wordt, bij ontstentenis van EEN zoon, de zonen Koos Mooij en Dolf Mooij natuurlijk wel een meervoudskwestie.
Groet,
Dolf Mooij.
Marja is een hij? (‘zijn zonen…’)
Marja: A. Marja is inderdaad een hij, want pseudoniem van Arend Theodoor Mooij (1917-1964). Wie dit gedicht mooij vindt, moet dit najaar beslist de nieuwe bloemlezing bij uitgeverij kleine Uil kopen, want daarin staan zeventig van dit soort mooije gedichten. Einde van dit reclameblok.
Dan was ik het zeker niet.
Maar het gedicht blijft er wel mooi om
Althans ik had het kunnen weten:
een wijd verschiet
heb ik niet.