800 Malle Tammo's

H. komt weer eens met een schilderij aanzetten. Een portret dit maal. Het is niet echt expressionistisch, maar het zit er tegenaan. Het oogt engszins Van Gogh-achtig en er staat een soort van aardappeleter op:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Ik vind het meteen een mooi ding. Maar helaas is het paneel niet gesigneerd. De achterkant blijkt geprepareerd en daarop vallen de lichte contouren van een mansportret te onderkennen. Ploegschilders gebruikten wel vaker twee kanten van een doek of een paneel, voor de goedkoopte. Bij het vergelijken van het portret met werk van verschillende Ploegschilders in mijn privé-databankje komen we uit op Johan Dijkstra. Hij schilderde in een van Gogh-achtige stijl. Volgens H. zou Dijkstra wel vaker zijn werk niet signeren, maar ik weet niet of dat waar is.

H. kwam aan het paneel door het te ruilen tegen een schilderij waar de nieuwe kroegbaas van de Kale Jonker wel belang bij had. Dat café zit op de hoek van de Jonkerstraat en het Zuiderdiep. Maanden geleden hadden H. en de kroegbaas de ruil al afgesproken, Pas deze week kwam het ervan.

Als H.zegt dat het een portret is van de stadsfiguur Tammo, gaat mij een een lichtje op. Laatst was er een veiling in Assen, waar een ‘Malle Tammo‘ van de mindere Ploeggod Wiert Hendrik Leemhuis onder de hamer kwam. Met zijn ronde babyface oogde deze Tammo onnozel van geboorte, terwijl je in de anonieme Tammo van H. nog een geval van afgestomptheid zou kunnen zien.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Ik raak geïnteresseerd in Tammo. Op het web vind ik een interview met een dochter van de laatste veehouder-melkboer aan de Rademarkt. Onder het hoofdje ‘Omdenken’ vertelt zij:

“Het is ons met de paplepel ingegeven: je leeft niet voor jezelf, denk om een ander. Je had bijvoorbeeld stadstypes als Tammo, die met reclameborden liep. Mensen waar een ander de draak mee zou steken, maar zij kwamen bij moe en kregen een kopje soep. Ik durfde er bijna niet langs.”

Voor kinderen had die Tammo dus blijkbaar wat griezeligs. Verder vind ik alleen een artikeltje in de Leeuwarder Courant van 26 juni 1939, dat gaat over een tentoonstelling in Pictura van de Linetreckers. Dit genootschap van menigmaal begaafde amateur-kunstenaars uit het het Groninger studentencorps Vindicat kreeg les van de Ploeg-schilder Johan Dijkstra. Hij deed ook zelf mee aan de expositie. Er hingen 75 werken, “waaronder vele afbeeldingen van Tammo, het bij alle Groningers bekende straattype”.

Als Tammo voor Dijkstra & de Linetreckers poseerde en er zodoende tientallen portretten van hem in omloop zijn, dan is dat portret dat H. op de kop tikte al een stuk minder bijzonder, dacht ik.

Er vandaag in de Groninger Archieven toch nog maar even een guerilla-onderzoekje tegenaan gegooid. Eerst gekeken of er foto’s zijn. Er is een van Tammo in de Herestraat uit de bevrijdingsperiode, april 1945:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Die Tammo lijkt toch wat meer op de aardappeleter van H’s anonymicus, dan op de babyface van Leemhuis. Ook bezit het archief een foto van een tekening uit 1935. Hierop zit de Tammo weer dichterbij de babyface.

In de marge van de tekening staan tot mijn vreugde zijn levensjaren: 1888-1966. Zo’n overlijdensjaar wijst aan welke krantenlegger je moet hebben, als je overlijdensberichten wilt vinden. Maar zo’n legger vormt dan nog steeds een hooiberg. Gelukkig bevatten de Groninger Volksaalmanakken altijd jaarkroniekjes met de belangrijkste gebeurtenissen in Groningen tijdens het voorafgaande jaar. De eerste melding in de kroniek over 1966 betreft het overlijden op 4 januari van Tammo Rijkens (77), “een van de laatste Groninger stadstypen”.

Dat maakt het zoeken van krantenberichten een fluitje van een cent. In het Nieuwsblad van het Noorden van 4, 5 en 7 januari 1966 staan achtereenvolgens een nieuwsbericht, overlijdensadvertenties en een interview met Tammo’s hospita.

Het nieuwsbericht bevat een fotootje:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Deze Tammo lijkt weer wat meer op de aardappeleter. Net als de Volksalmanak later, karakterisert het nieuwsbericht Tammo als “een van de laatste Groninger stadstypen”. Het meldt dat Tammo Rijkens in het Treslinghuis overleed. Geboren was hij op 2 juli 1888 in Sappemeer. Hij had als koloniaal soldaat gediend in Nederlands Indië, was na zijn afzwaaien in Groningen beland, en verdiende hier de kost door te lopen met reclameborden en in reclamepakken. Later ventte hij ook wel met kranten. Sinds dertig jaar woonde hij op een kamer bij mevrouw Geersinga-De Haan, Jonkerstraat 13. Kort geleden echter, was hij opgenomen in het Treslinghuis, een verzorgingshuis aan de Klaprooslaan.

De overlijdensadvertenties zijn van het Treslinghuis en de familie E. Geersinga. Op vrijdag 7 januari 1966 zou de rouwstoet uit het Treslinghuis vertrekken, om half elf vond de begrafenis plaats op de Selwerderhof.

Die vrijdagmiddag staat er een interview in het Nieuwsblad, met Heintje Geersinga, de hospita van Tammo uit de Jonkerstraat. Ze was enigszins in haar wiek geschoten  “Ze noemen hem een stadstype”, aldus mevrouw Geersinga, “maar dat vind ik beledigend”. Vanaf 1932, ruim 33 jaar lang, was Tammo bij haar in de kost geweest. Hij kwam er, “toen we nog een volkslogement hadden”. Haar man kende hem nog uit Sappemeer.

Ze legt uit dat Tammo winkeliers met allerlei klusjes hielp. Hij liep ook met reclame en reclameborden, “wat ik hem heb afgeraden”. Die raad sloeg hij in de wind: “Zijn verstand was niet volgroeid, de dingen drongen niet zo diep tot hem door”..

“Tammo was een doodgoed mens, zonder zorgen, altijd goed gehumeurd”, vertelt ze.  “Hij was eigenlijk een groot kind dat verwend werd. Dat wist hij en daar maakte hij gebruik van.” Als voorbeeld noemt ze de studentensjaal die hij graag wilde en die ze hem gaf.

Tammo wandelde heel veel door de stad. “De mensen keken hem wel eens op een vervelende manier na”, merkte ze, “en maakten opmerkingen. “Laat ze kijken”, zei hij dan, hij maakte er zich niet druk over.”

Tammo hield van bloemen, dieren en sport. Zo kwam hij meermalen thuis met een wilde duif. Nu heeft mevrouw Geersinga er veertig “die iedere dag om voer komen”. Op straat riep hij wel eens “Leve Feijenoord”. De jongens lachten dan. Hij volgde de wedstrijden via televisie en radio. Als hij thuis was stond de radio voortdurend aan.

Zelf was Tammo een beetje zwijgzaam. Hij zei nooit meer dan hij wilde. maar had zijn antwoorden klaar. Als iemand hem vroeg: “Wil je niet gaan werken?” antwoordde hij: “Werken is voor de dommen” En als iemand hem vroeg of hij niet eens wilde trouwen, zei hij: “Wie trouwt doet goed, wie niet trouwt doet beter”

“De man hoorde bij deze stad als de Martini”, vindt de verslaggever: “Tammo Rijkens leefde zich uit in deze stad en dat was aan hem te merken”. Maar één keer per jaar ging Tammo de stad uit en dat was met Zuidlaardermarkt. “Ik ben bie Heintje thoes en doar wil ik ja blieven”, verklaarde hij zijn non-existente vakantie-ambities. Volgens de verslaggever zouden de mensen hem herinneren als “de goedmoedige wandelaar, de vriend van de studenten en de zakenlieden in het centrum, die dagelijks zijn rondjes door de stad maakte, als moest hij die bewaken.”

Opmerkelijk: het Nieuwsblad meldt totaal niets over de poseer-activiteiten van Tammo.

Vanaf het archief ga ik nog even langs bij C. Die schat dat er wel 800 portretten van Tammo bestaan: “Want hij poseerde niet alleen voor de Linetreckers, maar ook voor de Ploeg zelf, en dat jaren en jaren achtereen”. Erg veel liefhebberij voor Tammo-portretten is er volgens C. niet. “Mensen die hem gekend hebben hechten er een bepaalde waarde aan, maar zulke mensen zijn er steeds minder. En dan wordt zo’n portret al gauw een gewoon portret zonder meer.”

C. dacht dat hij de aardappeleter aan de vorige baas van de Kale Jonker geleverd had. Die wilde wat meer couleur locale in de tent en kreeg dat met Tammo, die immers om de hoek had gewoond. Overigens zag C. als jongen Tammo wel eens lopen. Tammo had last van de de tropenkolder, zeiden ze indertijd in C. zijn omgeving.

Tammo, bedenk ik me als ik naar huis fiets, was in zijn tijd een soort mannelijke Geke Hankel. Eigenlijk zou er eens een expositie moeten komen van al die 800 Tammo’s. Of als dat niet haalbaar is: zoveel mogelijk.

Net komt H. bij me om het paneeltje weer op te pikken. Inmiddels is er blind 500 euro voor het portret geboden, beweert hij. De nieuwe kroegbaas van de Kale Jonker zal wel balen.


15 reacties on “800 Malle Tammo's”

  1. maha schreef:

    Klinkt misschien bizar,maar ik had het hem kunnen vragen, toen ik hem mocht verplegen z’n laatste jaar in een verpleeghuis in Helpman( Johan Dijkstra ).
    Als ik toen had geweten dat hij tot de ploegschilders hoorde…

    Als bij ons iets niet lukte zeiden we vroeger op z’n gronings, toe nou Tammo.
    En nog wel eens.
    Snap nu waar de uitspraak vandaan komt.

  2. catthy schreef:

    Het klopt dat Dijkstra veel werk niet signeerde en ook dat veel tekeningen voorzien zijn van alleen een atelierstempel. Dat maakt het extra moeilijk om het als een echte Johan Dijkstra door te laten gaan.
    Mijn vader had het wel herkend als hij nog leefde die werkte veel met Johan Dijkstra samen.
    Maar al of niet een Dijkstra het is een mooi schilderij nu er ook een persoonlijk verhaal aan geplakt zit wordt het alleen maar interessanter.

  3. Dondersteen schreef:

    Ik moest, net als Maha, ook meteen denken aan ‘Tou eem Tammo’, er waren zelfs borden in het Groningerland die je tot de max. snelheid van 80 maanden: ’80 Tammo, roeg zat’ (of iets dergelijks). En nou vraag ik me toch ook af of die uitdrukking ook van deze Tammo afkomstig of afgeleid is.

    Ik heb het verhaal weer geboeid zitten lezen trouwens!

  4. Gelkinghe schreef:

    @Dondersteen,
    Volgens mij staat het er los van. Die campagne is indertijd ontwikkeld door reclamejongens die te jong waren om Tammo gekend te hebben.

  5. Wieneke schreef:

    Prachtig verhaal, ik heb het met veel interesse zitten lezen. Het zou inderdaad leuk zijn als er een tentoonstelling zou komen van de portretten die van Tammo zijn gemaakt. Of – als dat misschien te eenzijdig zou worden – van allerlei Groningse volkstypen. Niet te lang mee wachten dan, want anders kent helemaal niemand ze meer.

  6. Haren Foto schreef:

    Wat een prachtig portret, en dat slaat zowel op jouw geweldige verhaal als op het fraaie schilderij.

  7. Frank den Hollander schreef:

    Wauw, wat een verhaal! Spannend als een detective! Erg mooi waark Tammo – eh, Harry!

  8. jan schreef:

    Goed speurwerk dat tot een boeiend verhaal heeft geleid, zelfs voor iemand uit het zuiden. Maar ach, de Tammo’s zijn niet plaatsgebonden.

  9. Jan K. schreef:

    Mooi verhaal en weer een knap stukje werk!

  10. boomkruiper schreef:

    En zo leeft Tammo nog op zo’n 800 manieren voort.
    Ik heb vandaag nog geprobeerd de adelaar van de Aa-kerk te schieten

  11. Zuurzand schreef:

    Mooi verhaal. Ik heb mijn moeder wel eens over Tammo gehoord. Maar was het Treslinghuis geen verpleegtehuis ipv verzorgingstehuis?

  12. aargh schreef:

    Zo raakt Tammo ook weer een beetje bekend bij mensen die hem nooit gekend hebben, ik zou zo’n tentoonstelling ook wel eens willen zien. En het portret vind ik prachtig, wie het ook geschilderd heeft.

  13. Tammo schreef:

    Toen ik geboren werd schijnt mijn grootmoeder (uit Groningen) gezegd te hebben: “Tammo? Dat doe je je zoon toch niet aan?” Inmiddels een aantal jaren later, draag ik de naam met trots. Er wel wel vreemd tegenaan gekeken vroeger, maar in Zuid-Holland was het dan ook een onbekende naam.

    Leuk artikel, ik wist dat er sprake was van een Tammo die met reclameborden door Groningen gelopen had, maar nu lees ik het verhaal voor het eerst. Dank je wel!

  14. Jacob de Vries schreef:

    Ik heb een aquarel van Ben Walrecht, een schilder van De Ploeg, met een portret van Tammo. Als er een expositie wordt gehouden over Tammo zou ik graag geïnformeerd worden.


Geef een reactie op Gelkinghe Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.