Vruchten des velds als alternatief
Geplaatst op: 10 december 2011 Hoort bij: De actuele wereld, Geschiedenis 7 reacties
In zijn stukje van vorige week vertelt Tony van der Meulen hoe hij als jong verslaggever van het Nieuwsblad van het Noorden bij een perslunch eens naast Molly Geertsema mocht zitten, in die jaren niet alleen fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer, maar ook, net als Rutte, ” het prototype van de goedgemutste VVD-er”. Bij die lunch hield Geertsema een pleidooi voor de afschaffing van alle uitkeringen. Op de vraag hoe de mensen dan aan eten moesten komen, luidde zijn antwoord: “Van de vruchten des velds”.
Ik weet niet hoe Geertsema zich dit heeft voorgesteld, want de plantkundige kennis zal bij veel uitkeringsgerechtigden vast niet hoog ontwikkeld zijn geweest, ook toen al niet. Twee eeuwen eerder, in een tijd dat er nog nauwelijks uitkeringen bestonden, en mensen wat vaker noodgedwongen hun toevlucht moesten nemen tot de “vruchten des velds””, vergisten ze zich ook wel eens deerlijk in de eetbaarheid daarvan. Giftige planten willen nog wel eens sterk lijken op consumabele, zoals een bericht uit de Groninger Courant van vrijdag 12 april 1743 duidelijk maakt:
“Groningen den 11 April. Deezer daageni is hier een zeldzaam dog teffens ongelukkig geval gebeurt, door het eeten van groen Moes, waar door twee Jonge Kinderen van ses tot agt jaaren schielyk gestorven zyn en de lichaamtjes op ordre van de Regering geopend zynde, heeft men het binnenste vlies van de maag zeer geïnflammeert, en het gedarmte uyttermaaten geëxtendeert of opgeswollen bevonden; de Ouders die er meede van gegeeten hebben bevonden zig zeer ongemakkelyk; er word gepresumeert na men uyt het overschot van het moes kan verneemen, dat er Cieuta of dulle kervel onder geweest is; Deeze kruyden waaren door de vader zelfs opgezogt.”
Een van de gezichtsbepalende figuren van het Occupy-kampje hier in Groningen, hoorde ik laatst beweren dat hij wilde proberen om zonder uitkering te leven, van produkten die hij in de natuur kon vinden. Dan mag hij eerst wel even zijn warenkennis opvijzelen. Voor honderdduizenden mensen lijkt het me helemaal geen optie. Jaarlijks zullen er tientallen en wellicht zelfs honderden doden vallen. Geertsema was gelukkig alleen een virtuele borreltafelmoordenaar.

Nog daargelaten dat er in de winter vrij weinig vruchten in het veld te vinden zijn… Vlees nog wel, maar stropen mag niet.
Daar zouden de VVD-leden die liefhebbers van de jacht zijn wel problemen mee hebben, ja.
Ik heb hier nog wel één framboos hangen voor die occupyër. En een sprietje peterselie (geen dolle kervel, weet ik zeker).
Als je je planten kent is er in de winter ook nog veel te halen hoor ;-). Sommige eetbare paddestoelen als judasoor (vroege winter) en morielje (late winter) zijn dan juist op hun hoogtepunt. Maar goed, daarvoor zijn er oeroude conserveringsmethoden. Er is in NL alleen veel te weinig natuur om van te leven. Nog afgezien van de kennis die we ontberen (en ik scoor waarschijnlijk wel bovengemiddeld, maar ik kan er niet mee in leven blijven) zou je een behoorlijk gebied per persoon nodig hebben om te verzamelen. En daarvoor zijn we met veel te veel mensjes op de aardbol.
Trouwens, de hedendaagse equivalent van wildplukvergiftiging komt ook nog vrij vaak voor. Het verhaal deed me denken aan groene knolamaniet, nog in 2009 is daar een vrouw in Zoutkamp aan overleden.
Van dolle kervel gaat een volwassene en ook een kind niet zo heel snel dood. Als er maar een deel dolle kervel bij zat is het waarschijnlijk dat de kinderen al ondervoed of anderszins ziek waren. Of dat er nog een gif bij zat (zoals gevlekte scheerling, eenmaal geplukt is het blad niet meer te onderscheiden van kervel.)
Zou het gros van de hoger opgeleiden nou echt wel beter weten wat er eetbaar is in de vrije natuur, dan uitkeringstrekkers? Dan bedoel ik natuurlijk niet de “specialisten” in die sector.
Jacob,
Dit soort nabouwende reacties stel ik niet op prijs. De volgende keer verwijder ik ze.
Beste Jacob, aangezien je mijn reactie aangrijpt om hier een voor mij onbegrijpelijk betoog te houden, en de eigenaar van dit blog daar op aanspreekt, vraag ik me af wiens reactie onbegrijpelijker is: de mijne of de jouwe op de mijne? Waar ben je eigenlijk op uit?
Ik ben een eenvoudige LTS-er die zijn loopbaan begonnen is als loopjongen tussen wetenschappers, en door schriftelijke studies een beetje opgeklommen is.
Maar ik begrijp helemaal niets van jouw statement dat jij “nooit hoger hebt gescoord dan een 5 voor Nederlands”, terwijl ik geen Nederlandse fouten ontdek in je reactie. Waar zit die frustratie van jou nu eigenlijk in? Zit dat misschien in (het ontbreken van) de logica in je betoog?