Clement over de trekschuiten (1845)

In Groningerland, Friesland en Holland wordt gewoonlijk  per trekschuit gereisd, weinig te voet, nog meer met een wagen dan te voet, namelijk meest met opvallend gevormde eenspannen (sjezen, HP).

(…)

Er is geen gerieflijker manier van reizen dan per trekschuit, hoewel het niet snel gaat, hoogstens een kleine Duitse mijl per uur.

(…)

Vergelijkbaar met de huidige Engelse flyboats , waarmee ik ook in Schotland en Ierland gereisd heb, zijn de nu onlangs in Holland ingevoerde bargen, die scherp gesneden zijn en daarom sneller en lichter varen, en ook langer zijn dan de trekschuiten. Beide worden door paarden getrokken, gewoonlijk door een, soms door twee. De schuiten zijn 40 à 50 voet lang en bijna 8 voet breed, de bargen echter tegen de 60 voet lang.  Enige schuiten hebben twee roeven, een voor de eerste en de ander voor de tweede klas, andere hebben er maar eentje. De schuiten in Groningerland zijn aangenamer om te zien en gerieflijker, dan die in Friesland.  Een grote schuit neemt wel eens tegen de honderd passagiers mee, wat zelden voorkomt en waarbij het reizen per trekschuit niet aan te raden is. Tussen Groningen en Winschoten varen er 15 trekschuiten, 8 van Groningen en 7 van Winschoten. Tussen Groningen en Delfzijl zijn het er 14, namelijk 7 van Groningen en 7 van Delfzijl en tussen Groningen en Stroobos op de grens van Friesland 12, welke allemaal te Groningen thuishoren.  Nog weer andere schuiten varen van Groningen naar nog weer andere dorpen in Groningerland. De gewone prijs, zo zei me een Groninger, is 1200 gulden. Een schuitenvoerder van Friesland verzekerde me echter dat zijn schuit hem 3000 gulden had gekost. De schuitenvoerders bezitten hun eigen paarden, zo’n paard doet gewoonlijk 60 tot 100 gulden. De lijn, waaraan het paard trekt, kost ongeveer 4 gulden en is in de regel 40 tot 45 vadem lang. Van Groningen tot Dokkum wordt in de trekschuit per persoon 25 stuivers (ƒ 1,25) betaald, namelijk van Groningen tot Stroobos 15 stuivers, en van daar naar Dokkum 10 stuivers, bovendien  betaalt men op deze trajecten 4 stuivers voor een koffer. Van Dokkum naar Harlingen kost de vracht een paar stuivers meer. Dus voor anderhalve Pruisische thaler legt men in Groningerland en Friesland  een afstand af van 18 tot 20 Duitse mijlen (…).

Andere vaartuigen moeten behoorlijke sommen voor het bevaren van de kanalen betalen, de schuiten betalen in verhouding weinig, de 12 van Groningen (naar Stroobosch) dragen met elkaar jaarlijks 200 gulden af, waarvan100 in Groningen en 100 in Stroobos worden betaald aan de daar woonachtige commissarissen van het veer. Bovendien betaalt een schuitenvoerder voor de vaarbiljetten in het geheel jaarlijks ongeveer 25 gulden. In Friesland geeft de schuitenvoerder voor iedere passagier 3 stuivers aan de commissaris, waarvan de wegen, kanalen enz, in stand worden gehouden. Omdat het verkeer in Zuid-Holland natuurlijk drukker is dan in Noord-Holland, Friesland en Groningerland, is daar vanwege de grote hoeveelheid reizenden het reizen, hetzij met trekschuiten, diligences of  per spoor, niet zo gerieflijk als hier. Ook wordt men in het noorden des lands beter behandeld aan boord van de schuiten, dan in het zuiden. De Friese schuitenschipper is in de regel ook veel interessanter,  want intelligenter, dan een Hollandse.

Bron: Knut Jungbohn Clement , Reise durch Frisland, Holland und Deutschland im Sommer 1845 (Kiel 1847) pag. 36-39.

Nog een andere Duitse reiziger over de trekschuiten.

 


3 reacties on “Clement over de trekschuiten (1845)”

  1. Dick Bolt schreef:

    pracht van een verhaal

  2. anoniem schreef:

    Wou die Groninger nou geen woord hebben dat hij gek was om 3000 voor een trekschuit te betalen en maakte hij er daarom 1200 van of was die Fries een opschepper van: kijk mij eens wat ik kan betalen!? Mogelijk had de Groninger een goedkope werf getroffen of een schip met geringe afschrijfjaren besteld en de Fries eentje met levenslange garantie op het houtwerk? We zullen het wel nooit weten, maar die Groninger kom 2,5 keer een schuit kopen tegen de Fries 1 keer. Evengoed was je nog een heel bedrag kwijt als je – met koffer – een weekje uit logeren ging. Reina

    • groninganus schreef:

      Ik heb een aantal Groningse verzegelingen (koopakten etc.) van trekschuiten gezien en de prijs die de Fries noemt is aardig wat reëler dan de prijs die Clement van de Groninger noteerde.

      Mogelijk bedoelde de Groninger het bijkomende recht om een trelkschuit te mogen exploiteren, of de afdracht aan de stad en haalde de Duitser die kostenpost en de koopsom die de Fries noemde voor de boot op zich door elkaar. Dat is mijn gissing.


Geef een reactie op groninganus Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.